Hoofdstuk I : algemene inleiding tot de pathologie en de diagnostiek
*ziekte bij een persoon uit zich in vorm van symptomen en tekens
symptomen: subjectieve gewaarwording van patiënt bv: hoofdpijn
tekens: objectief waargenomen door een medicus bv: huiduitslag
*aan hand van geheel aan tekens en symptomen kan medicus een diagnose stellen
* tentatieve diagnose : diagnoses die de meest voor de hand liggen en waarvan arts denkt dat die
diagnose het is
* differentieel diagnose: aandoeningen waaraan de patiënt MOGELIJK kan lijden
1.1 de anamnese
= het verhaal dat patiënt verteld
*patiënt kan zelf verhaal niet doen beroep doen op verhaal van familie, verzorgende,…
(= heteroanamnese)
*patiënten kunnen zich ook aanmelden voor bv een verkoudheid, maar eigenlijk hoopt om
relationele problemen te bespreken.
arts moet dan gewoon luisteren en hem/ haar naar huis sturen met een nutteloos
voorschrift.
1.2 klinisch onderzoek
*onderzoek van patiënt gebeurt met minimum aan technische hulpmiddelen (gebruikt hiervoor:
zintuigen, handen, stethoscoop, lampje, hamertje, lindmeter,…)
*klinisch onderzoek kan om het even waar plaatsvinden
*klinisch onderzoek bestaat uit 4 onderdelen:
Inspectie:
= wat je ziet met je ogen
huidskleur, gelaatsuitdrukking, voedingstoestand
kijken in keel, neus en oren
Palpatie
= met de handen
voelen aan letsel/pijnlijke streek
onderhuidse tumoren en ontstekingen meestal met hand voelbaar bv: borstonderzoek
1|Pagina
, Percussie
= rechtshandige medicus: met linker handpalm en licht gespreide vingers hand op lichaam
leggen met rechterhand tikken op middelste kootjes van vingers
klank: bv veel of weinig lucht in orgaan aanwezig
pijn tijdens percussie = peritonitis
Auscultatie
= meten met stethoscoop
hartgeruisen, darmgeluiden, bloedvatvernauwingen,…
4. laboratoriumonderzoek
* bloedafname
concentratie bepaalde ionen, enzymen en andere biomedische stoffen bepalen
+ aantal RBC, WBC en bloedplaatjes bepalen zo idee krijgen van welbepaalde pathologie
*belangrijk onderdeel in laboratoriumonderzoek: cultuur
staal van lichaamsvocht nemen en die controleren of hierin pathogene bacteriën bevinden.
*lichaamsvocht word in kweekbodem (bouillon + gelatine) gebracht en geheel word in verwarmde
omgeving geplaatst
*besmetting: bacteriën zullen zich vermenigvuldigen daaruit ontstaan kolonies
*kolonie = resultaat van de groei van wat eerst 1 bacterie was
*arts kan soms al op zicht zien welke diagnose te stellen
Bv: stafylococcus aureus typisch goudgele kolonies
(bolletjes = kokken; staven = basillen)
*biopsie/biopt
*stukje weefsel wegnemen onderzoeken onder microscoop
*meestal kadert een biopsie in oncologisch onderzoek
*tussenin ligt beenmergpunctie : (zowel biopsie als bloedonderzoek)
= onder lokale verdoving, een naald doorheen cortex van een oppervlakkig gelegen bot
drukken en een klein beetje beenmerg mee zuigen
*typische plekken hiervoor: borstbeen en heupbeen
*geeft schat aan informatie in hemato-oncologie
*beenmerg bevat jonge cellen, hun uitzicht en hun aantal kun je hier waarnemen voor ze in
perifere bloed terechtkomen
2|Pagina
,5. endoscopie
= flexibele buis in lichaam
binnen in : bundel licht geleiden vezels
buitenkant: camera of oculair
Daarmee kunnen zich in het lichaam kijken
*standaard onderzoek in gastro-enterologie
naam = afhankelijk te onderzoeken orgaan
Gastroscopie = maag
Oesofagoscopie = slokdarm
Colonscopie = dikke darm
Bronchoscopie = luchtwegen
*op darm kunnen verschillende koppen gestoken worden om bv een stukje van ziek weefsel weg te
nemen
6. beginselen uit de radiologie
Klassieke röntgenfoto
*RX
*doorlichting
*röntgenstralen = stralen met een grotere energie-inhoud dan zichtbaar licht en ultraviolet
dwars door het lichaam
kunnen min of meer geremd worden (door botweefsel)
*fotogevoelige plaat achter patiënt
*lucht = zwart / bot en metalen = wit / organen en weefsel = grijstinten
Contrastmiddelen
*holle ruimte vullen met stof die stralen niet doorlaten:
Bv: bariumsulfaat of gastrografine
orgaan kleurt wit
*jodiumhoudende stoffen laten geen stralen door
*gebruikt voor studie van bloedvaten
Echografie
= techniek die gebruik maakt van geluidsgolven die zich door het lichaam verplaatsen en op
grensvlakken tussen organen gedeeltelijk teruggekaatst worden
*pijnloos en niet- invasief (= geen apertuur in lichaam brengen)
*echografietoestel bestaat uit 3 delen:
o Transducer of probe
o Centrale computer (zet opgevangen geluidsgolven op in beelden)
o Beeldscherm
3|Pagina
, *wordt veel gebruikt bv in cardiologie, inwendige geneeskunde, gynaecologie
CT-scan
*computer tomografie
*röntgenstraler die spiraalvormig rond patiënt draait
*door computerprogramma word stralingdoorlaatbaarheid van elk punt in het lichaam
geanalyseerd en gereconstrueerd.
*krijgt doorsnede van lichaam
! MRI-scan = zelfde concept maar met magnetisme veel specifieker
Probleem: duurt lang, beperkt aantal toestellen, lange wachttijden
HII : bloed
*ontstaan bilirubine:
*hemoglobine word afgebroken tot aminozuren (terwijl het een eiwit is)
*haem groep: eerst gesplitst ontstaan nieuwe molecule (biliverdine (molecule die groene
kleur uitstraalt))
*biliverdine afgebroken tot bilirubine (typische gele kleur (te veel = geelzucht))
*bilirubine verder uitgescheiden in lever en nier
*haemgroep = onoplosbaar in water
*ijzer-ion terug naar beenmerg daar opnieuw gebruikt om nieuwe hemoglobine te maken
*zelfde proces bij ecchymose (blauwe plek)
*eerst roodblauw gekleurd door hemoglobine
*daarna groenachtig en daarna geel
* tussen kan roestbruine kleur door ijzerionen
HIII: immuunstelsel
*complement systeem: bestaat uit 11 plasma-eiwitten (aangeduid met C en nummer)
*eiwitten circuleren in inactieve vorm in ons lichaam
*na activatie ontstaat een cascade reactie (waarbij ene eiwit het andere aansteekt)
Bv: C1 complex zal C3 splitsen in C3a en C3b, die gaat vervolgens C5 splitsen,…
*op einde ontstaat een membrane attack complex zeer agressief eiwit
*maakt porie in celmembraan van vreemd agens krijgt water binnen & explodeert door
osmotische kracht ~ precisiebombardement
* complement wordt geactiveerd door de gelijktijdige aanwezigheid van meerdere antistoffen
4|Pagina