Media Basics: Andreas
Les 1:
Hoe verhouden we ons tot de natuur:
- We associëren natuur met welzijn
o Mensen voelen zicht opgesloten in een stedelijke context
o Oplossing = bv een wandeling maken in het bos
- Het idee dat de natuur ontspanned zou zijn bestaat nog niet zo lang.
o Vroeger was de natuur een onveilige plek, vol gevaren.
Mythos:
- De Postmoderne wereld verschilt met die van de oudheid
o Om die afstand te begrijpen moeten we kijken naar de oorsprong van de
mythen.
- De Prehistorische mens leefden nomadisch
o Kleinere groepen jagers trokken rond in de natuur en zochten voortdurend
naar voedsel.
- De natuur elementen hadden een grote invloed op hun levenssIjl.
o Jagen was gevaarlijk, leven was kort.
Ilias & Odyssee van homeros :
Beide werken zijn opIsche gedichten uit het oude Griekenland en behoren tot de vroegste &
belangrijkste literataire werken in de westerse literatuur geschiedenis.
Ilias:
- Vertelt het verhaal van de Trojaanse oorlog.
o Een conflict tussen de Grieken & de Trojanen.
o De kern van het verhaal = de held Achilles zijn woede en de trijd tegen
Hechor, de kroonprins van Troje.
- Behandelt thema’s als eer, wraak, de rol van de goden.
- Hee) een diepgaande invloed gehad op de Griekse literatuur en hee) ook latere
generaIes beinvloed.
Odyssee:
- Volgt de avonturen van zijn weg terug naar huis.
o Verhaal concentreert zich op de slimheid van Odysseus.
o Zijn vrouw Penelopen en zon Telemachus spelen ook een belangrijke rol in
het verhaal.
- Behandelt thema’s zoals trouw en doorzesngsvermogen.
, Mythos van Stephen Fry:
= een boeiende hervertelling van de Griekse mythlogie die zowel vermakelijk als informaIef
is met een humorisIsche benadrukking.
De sacrale natuur:
- In de Oudheid ervoeren mensen de natuur als “bezield”.
o Alles rond hen was goddelijk, boom, dier, plaats,…
- De natuur elementen werden toegedicht aan goddelijke “actoren”.
o De mens was een speelbal van hun intenIes.
Demythologisering
6de eeuw V.Christus:
- Filosofie ontstaat: in het oude Griekenland begint filosofie.
o Begin van hedendaagste wetenschap.
Eerste natuurfilosofen:
- Emperisch denken: kijken naar de natuur op basis van observaIe en ervaringen en
emprie.
Verandering in causaliteit:
- Geen louter goddelijke wil: mensen gaan voor het eerst systemaIsch nadenken over
natuurfenomenen.
Sinds de moderniteit:
- OnEovering van de wereld: vanaf de 16de eeuw neemt de wetenschap een
belangrijke rol in religie & rituelen.
Filosofisch fundament:
- Basis voor wetenschap: werk van de eerste natuur filosofen legt het filosofisch
fundament voor hedendaagse wetenschap.
o Goddelijke wil zijn hierin cruciaal.
Onderscheid natuur/cultuur:
- Begin van beschouwing valt samen met het moment wanneer de mens en landbouw
ontdekt & sedentair wordt.
- Oorsprong van begrip cultuur komt van de Romeinen.
Colere: CulIveren, zorgen voor, bewerken, bewaren.
- De natuur met bewerkt worden zodat het bewoonbaar is voor de mens.
Cultuur = culIveren
- Het begrip cultuur werd de eerste keer buiten de landbouwcontext gebruikt door
cicero.
Les 1:
Hoe verhouden we ons tot de natuur:
- We associëren natuur met welzijn
o Mensen voelen zicht opgesloten in een stedelijke context
o Oplossing = bv een wandeling maken in het bos
- Het idee dat de natuur ontspanned zou zijn bestaat nog niet zo lang.
o Vroeger was de natuur een onveilige plek, vol gevaren.
Mythos:
- De Postmoderne wereld verschilt met die van de oudheid
o Om die afstand te begrijpen moeten we kijken naar de oorsprong van de
mythen.
- De Prehistorische mens leefden nomadisch
o Kleinere groepen jagers trokken rond in de natuur en zochten voortdurend
naar voedsel.
- De natuur elementen hadden een grote invloed op hun levenssIjl.
o Jagen was gevaarlijk, leven was kort.
Ilias & Odyssee van homeros :
Beide werken zijn opIsche gedichten uit het oude Griekenland en behoren tot de vroegste &
belangrijkste literataire werken in de westerse literatuur geschiedenis.
Ilias:
- Vertelt het verhaal van de Trojaanse oorlog.
o Een conflict tussen de Grieken & de Trojanen.
o De kern van het verhaal = de held Achilles zijn woede en de trijd tegen
Hechor, de kroonprins van Troje.
- Behandelt thema’s als eer, wraak, de rol van de goden.
- Hee) een diepgaande invloed gehad op de Griekse literatuur en hee) ook latere
generaIes beinvloed.
Odyssee:
- Volgt de avonturen van zijn weg terug naar huis.
o Verhaal concentreert zich op de slimheid van Odysseus.
o Zijn vrouw Penelopen en zon Telemachus spelen ook een belangrijke rol in
het verhaal.
- Behandelt thema’s zoals trouw en doorzesngsvermogen.
, Mythos van Stephen Fry:
= een boeiende hervertelling van de Griekse mythlogie die zowel vermakelijk als informaIef
is met een humorisIsche benadrukking.
De sacrale natuur:
- In de Oudheid ervoeren mensen de natuur als “bezield”.
o Alles rond hen was goddelijk, boom, dier, plaats,…
- De natuur elementen werden toegedicht aan goddelijke “actoren”.
o De mens was een speelbal van hun intenIes.
Demythologisering
6de eeuw V.Christus:
- Filosofie ontstaat: in het oude Griekenland begint filosofie.
o Begin van hedendaagste wetenschap.
Eerste natuurfilosofen:
- Emperisch denken: kijken naar de natuur op basis van observaIe en ervaringen en
emprie.
Verandering in causaliteit:
- Geen louter goddelijke wil: mensen gaan voor het eerst systemaIsch nadenken over
natuurfenomenen.
Sinds de moderniteit:
- OnEovering van de wereld: vanaf de 16de eeuw neemt de wetenschap een
belangrijke rol in religie & rituelen.
Filosofisch fundament:
- Basis voor wetenschap: werk van de eerste natuur filosofen legt het filosofisch
fundament voor hedendaagse wetenschap.
o Goddelijke wil zijn hierin cruciaal.
Onderscheid natuur/cultuur:
- Begin van beschouwing valt samen met het moment wanneer de mens en landbouw
ontdekt & sedentair wordt.
- Oorsprong van begrip cultuur komt van de Romeinen.
Colere: CulIveren, zorgen voor, bewerken, bewaren.
- De natuur met bewerkt worden zodat het bewoonbaar is voor de mens.
Cultuur = culIveren
- Het begrip cultuur werd de eerste keer buiten de landbouwcontext gebruikt door
cicero.