100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Overig

Volledige begrippenlijst introductie sociologie

Beoordeling
4,0
(1)
Verkocht
-
Pagina's
13
Geüpload op
17-01-2024
Geschreven in
2023/2024

De volledige begrippenlijst van alle dikgedrukte woorden in het boek

Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
17 januari 2024
Aantal pagina's
13
Geschreven in
2023/2024
Type
Overig
Persoon
Onbekend

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Begrippenlijst eindtentamen
Introducti e sociologie hoofdstuk 1 t/m 13

Hoofdstuk 1 – Questions
Supplemental perspectives = het sociologische perspectief en het individuele perspectief bieden een
omvattende verklaring voor het menselijk gedrag
Alternative perspectives = alleen individuele oorzaken (biologisch-genetische overerving, persoonlijkheid)
of alleen sociale oorzaken zijn van belang
Proximate causes = factoren dicht bij het verschijnsel dat de onderzoeker wilt verklaren
Ultimate causes = dieperliggende, verborgen factoren op de achtergrond
Micro level = verwijst naar het laagste niveau (gedrag, houding)
Meso level = de sociale omstandigheden van individuen in hun directe omgeving (gezinnen, buurten)
Macro level = het hoogste niveau dat individuen delen (naties, continenten, landen)

Sociaal probleem = een probleem dat verder gaat dan het individu en een kwestie waar veel mensen zich
zorgen om maken
Persoonlijke problemen = wanneer iemand zich ergen ontevreden over voelt

Societal relevance = wanneer sociologisch werk wordt verricht met het oog op de huidige sociale
problemen die in de samenleving bestaan
Sociale verschijnselen = zijn vrij van een normatieve dimensie (iedereen heeft er het zelfde idee over)

Normative question = wat moet er gebeuren? Antwoorden verschillen van persoon tot persoon
Descriptive question = betrekking op het beschrijven van sociale verschijnselen (hoeveel, wat gebeurt er?)
Theoretical question = de antwoorden zijn theorieën waaruit men hypothesen kan afleiden (verklarend,
waarom?)
Application question = vragen waarmee sociologen zich bezighouden als ze hun kennis toepassen. De
antwoorden zijn sociologische toepassingen (voorspellingen en interventies)

Comparative-case question = vragen die een soort sociale vergelijking met zich meebrengen
False theoretical question = heeft als doel iets te verklaren wat niet bestaat

Private sociologists = neemt deel aan het sociale leven en ontwikkelt eigen persoonlijke opvattingen over
sociale verschijnselen. Vertrouwt op intuïtie en verhaal denken
Academic sociology = kennis wordt beschikbaar voor anderen
Hindsight bias = nadat je kennis hebt gemaakt met bepaalde feiten of verklaringen, denken mensen al snel
dat het logisch is en overduidelijk
Confirmation bias = mensen zoeken naar observaties die hun overtuiging bevestigen en ontlopen de feiten
die hun overtuiging ontkrachten

Cumulative science = theorieën en observaties van eerdere onderzoeken zijn opgenomen in het werk van
opeenvolgende onderzoeken
Background knowledge = theorieën en observaties die bekend zijn voordat een onderzoek begint

, Hoofdstuk 2 – Theories
Theory schema = helpt je om een theorie te verklaren
Propositie = een algemene veronderstelling, wetmatigheid of theorie
Conditie = een oorzaak
Deductive-nomological explanation = het gebruik maken van proposities en voorwaarden om de
waarneming te verklaren
Modus tollens = als de hypothese niet klopt, dan is de propositie of conditie vals. Of allebei
Theorie = een set van proposities en assumpties over condities die bepaalde sociale verschijnselen kunnen
verklaren en die hypothesen kunnen voorspellen

Empirical succes = de mate van empirische bevestiging van een theorie
Information content = de mate van theoretische nauwkeurigheid en theoretische reikwijdte van een
theorie
Theoretical scope = theorieën met een bredere reikwijdte zijn erg nuttig, omdat ze op een breed scala aan
verschijnselen kunnen worden toegepast. Je kunt dit vergroten door de populaties uit te breiden waarop
het van toepassing is

Deeper explanation = een stelling wordt uitgelegd met een nog algemenere stelling en wordt beschouwd
als een specifiek geval van een algemener proces
Comprehensive proposition = specificeert de reikwijdtevoorwaarde van de minder algemene propositie
Typologies = een concept wordt ten onrechte gezien als een theorie

Independent variable = variabele die een effect heeft op een andere variabele (afhankelijke variabele)
Dependent variabele = variabele die wordt beïnvloed door een andere variabele (onafhankelijke variabele)
Causaliteit = idee dat een onafhankelijke variabele een effect heeft op een afhankelijke variabele
Spurious relationship = er is een verband tussen X en Y, maar X veroorzaakt geen Y, omdat de relatie
onecht is

Theory tool = helpt je om theorieën te verduidelijken
Direct causal relationship = een verband tussen twee variabelen
Mediator = wanneer de relatie tussen X en Y ingewikkeld is, wordt er een extra letter toegevoegd
Complete mediation = Z heeft impact op X en Y en bemiddelt de volledige relatie. X heeft geen effect op Y
Partial mediation = Z bemiddelt gedeeltelijk de relatie tussen X en Y
Bidirectional/feedback relaties = een causale relatie in twee richtingen
Moderation effect = effect van X op Y verschilt, afhankelijk van de waarden van Z

Formal model = kan je gebruiken om een theorie te weergeven. Deze druk je uit in abstracte symbolen en
vergelijkingen
€4,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 jaar geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
eviedonk Universiteit Utrecht
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
73
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
10
Documenten
40
Laatst verkocht
2 weken geleden

4,0

7 beoordelingen

5
3
4
2
3
1
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen