Les 1 inleiding derivaten.........................................................................................................2
Koersvorming opties.......................................................................................................... 3
Les 2 derivaten....................................................................................................................... 4
Optiestrategieën.................................................................................................................4
Les 3 Valutamarkt...................................................................................................................5
Valutamarkten en wisselkoersstelsels................................................................................5
Koopkrachtpariteitstheorie.................................................................................................7
Koers Indicatoren financiële rekening................................................................................7
Prijsindicatoren Monetair beleid.........................................................................................8
Koersvorming termijnmarkt................................................................................................8
Les 4 Valutarisicobeheer........................................................................................................9
Soorten valutarisico...........................................................................................................9
Technische analyse......................................................................................................... 11
Beheersing valuta risico...................................................................................................12
Les 5 renterisicobeheer........................................................................................................13
Euribor............................................................................................................................. 14
Renterisico....................................................................................................................... 15
Interne rente-instrumenten..........................................................................................15
type lening.............................................................................................................. 15
lening structurering.................................................................................................15
Externe rente-instrumenten.........................................................................................15
derivaten................................................................................................................. 15
Begrippenlijst:....................................................................................................................... 16
,Les 1 inleiding derivaten
- Derivaten zijn afgeleide instrumenten van originele financiële titels
- Derivaten zijn met name bedoeld om het risico te verplaatsen, je verlegt het risico
naar degene die de derivaat koopt.
- Optie is het meest simpele derivaat, alle andere derivaten zijn hiervan afgeleid
- Derivaten zijn een zero-sum-game, de winst van de een is het verlies van de ander.
- Opties geven de koper het recht om een bepaald product, zoals aandelen voor een
bepaalde koers te kopen of te verkopen, tegen een vooraf vastgestelde prijs.
- Hiervoor betaal je een premie, dit is de prijs om het optierecht te krijgen
- Call optie; het recht om te kopen tegen een vastgestelde prijs
- Put-optie; het recht om te verkopen tegen een vastgestelde prijs.
- De opties worden ook weer verhandeld tegen de optieprijs of beurskoers.
- De uitoefenprijs of strike price, is de prijs waarvoor gekocht of verkocht mag
worden.
- Een optie bevat altijd 100 aandelen, de premie is per aandeel.
- Opties hebben een beperkte looptijd.
- Amerikaanse type: kunnen op elk moment worden uitgeoefend
- Europese type: kunnen uitsluitend op de expiratiedatum worden uitgeoefend
- In Nederland loopt de optie elke derde vrijdag van de maand af
- In Nederland hebben we het Amerikaanse type optie.
- Bij uitoefenen wijst de beurs een willekeurige schrijver aan om de
afname-/leveringsplicht te doen.
- Uitoefeningen kan er op twee manieren worden geleverd.
- Fysieke aandelen
- Contante verrekenen
- In Nederland is het uitgangspunt fysieke levering
- Je koopt of verkoopt aan de schrijver.
- De schrijver is degene die de optie op de beurs heeft gebracht
- Bij een call moet de schrijver leveren/verkopen
- Bij een put moet de schrijver kopen
- De schrijver ontvangt de optiepremie van de openingsverkoop
- Risico’s van de koper
- Risico dat de gekochte optie expireert zonder van de optie gebruik te maken
- Risico voor de koper is gelimiteerd tot de optiepremie
- Risico schrijver
- De schrijver van putoptie heeft het risico om het aandeel te moeten kopen.
- De Schrijver van de call-optie heeft het risico om het aandeel te moeten
verkopen.
- Ongelimiteerd risico: ongedekt schrijven van opties
- 6 factoren die de koers van een optie bepalen:
- Uitoefenprijs
- Koers onderliggende waarde
- Volatiliteit
- Looptijd
- Rente
, - Verwachte dividend
Koersvorming opties
- Intrinsieke waarde = waarde van optie bij uitoefening = verschil beurskoers en
uitoefenprijs
- in-the-money: optie heeft intrinsieke waarde
- Out of the money, en at the money optie heeft geen intrinsieke waarde
- De intrinsieke waarde van een optie kan nooit negatief zijn.
- Tijdswaarde = prijs die de belegger betaalt voor de kans dat de optie in waarde stijgt.
- Tijdswaarde is het kleinst als:
- optie sterk out-of-the-money is
- optie diep in-the-money is
- Tijdswaarde is maximaal wanneer de optie at the money is
- Wanneer een optie diep in-the-money is gedraagt de optie zich als een aandeel.
- Delta geeft weer hoe de optiepremie zich zal ontwikkelen bij een koersverandering
van onderliggende waarde
- Delta = verandering optie premie / verandering beurskoers onderliggende waarde.