7. ADL en IADL
- Prevalentie en Incidentie:
7.1: casus
7.2 Prevalentie en Incidentie:
Beperkingen in het functioneren bij ouderen kunnen ontstaan door chronische progressieve
ziekten of acute gebeurtenissen. Bij de jongste ouderen (65–75 jaar) is 70% van de
beperkingen gerelateerd aan acute gebeurtenissen, terwijl bij de oudste ouderen dit in 70%
van de gevallen gerelateerd is aan chronische ziekten. In de middengroep is de verdeling
ongeveer fiftyfifty.
7.2.1 Prevalentie en Incidentie bij Thuiswonende Ouderen:
● Prevalentie: Het aantal mensen dat
op een bepaald moment
beperkingen in functioneren
ervaart.
● Incidentie: Het aantal nieuwe
mensen met beperkingen in
functioneren gedurende een
bepaalde periode.
● Prevalentie van beperkingen
in lichamelijk functioneren
neemt toe met de leeftijd.
● Mannen hebben rond 10%
ADL-beperkingen op
80-jarige leeftijd, terwijl
vrouwen ongeveer 30%
hebben.
● Incidentie van nieuwe
beperkingen is ongeveer
20–30% per jaar.
7.2.2 Prevalentie en Incidentie bij In Ziekenhuis Opgenomen Ouderen:
● Ouderen in het ziekenhuis zijn onderverdeeld in acuut opgenomen en gepland
opgenomen groepen.
, ● Prevalentie van beperkingen bij opname is ongeveer 50% bij acuut opgenomen
ouderen en 20% bij gepland opgenomen ouderen.
● Incidentie van functieverlies is hoger bij ziekenhuisopname dan bij thuiswonende
ouderen. Drie maanden na opname heeft 30% van acuut opgenomen ouderen nieuwe
ADL-beperkingen, tegenover ongeveer 10% bij gepland opgenomen ouderen.
7.2.3 Prevalentie en Incidentie bij Verpleeghuisbewoners:
● Hoog, maar exacte cijfers ontbreken.
● Beperkingen in functioneren zijn vaak de reden voor opname op een somatische
afdeling.
7.2.4 Achteruitgang in Functioneren als Tekenen van Naderend Levenseinde:
● Mensen in het laatste levensjaar
ervaren vaak beperkingen in het
functioneren.
● Functieverlies wordt beschouwd
als een prognostische factor voor
het naderende levenseinde.
● Verschillende patronen van
achteruitgang in functioneren zijn
zichtbaar bij mensen met kanker,
orgaanfalen en kwetsbaarheid.
7.3 Anatomie en Fysieke Functies:
7.3.1 Ontstaan van Beperkingen in
Functioneren: Een Complexe
Interactie:
● Beperkingen in functioneren zijn
vaak klinische tekenen van
verminderde spiermassa in
combinatie met onderliggende
oorzaken en geriatrische problemen (geheugenproblemen, depressie, duizeligheid,
angst om te vallen).
● Belangrijk voor verpleegkundigen is het in kaart brengen van onderliggende oorzaken,
restcapaciteit en preventieve mogelijkheden.
● Ouderen kunnen verschillende aandoeningen en/of functieproblemen op andere
domeinen hebben, zoals cognitieve en stemmingsproblemen.
7.3.2 Cardiovasculair Systeem:
- Prevalentie en Incidentie:
7.1: casus
7.2 Prevalentie en Incidentie:
Beperkingen in het functioneren bij ouderen kunnen ontstaan door chronische progressieve
ziekten of acute gebeurtenissen. Bij de jongste ouderen (65–75 jaar) is 70% van de
beperkingen gerelateerd aan acute gebeurtenissen, terwijl bij de oudste ouderen dit in 70%
van de gevallen gerelateerd is aan chronische ziekten. In de middengroep is de verdeling
ongeveer fiftyfifty.
7.2.1 Prevalentie en Incidentie bij Thuiswonende Ouderen:
● Prevalentie: Het aantal mensen dat
op een bepaald moment
beperkingen in functioneren
ervaart.
● Incidentie: Het aantal nieuwe
mensen met beperkingen in
functioneren gedurende een
bepaalde periode.
● Prevalentie van beperkingen
in lichamelijk functioneren
neemt toe met de leeftijd.
● Mannen hebben rond 10%
ADL-beperkingen op
80-jarige leeftijd, terwijl
vrouwen ongeveer 30%
hebben.
● Incidentie van nieuwe
beperkingen is ongeveer
20–30% per jaar.
7.2.2 Prevalentie en Incidentie bij In Ziekenhuis Opgenomen Ouderen:
● Ouderen in het ziekenhuis zijn onderverdeeld in acuut opgenomen en gepland
opgenomen groepen.
, ● Prevalentie van beperkingen bij opname is ongeveer 50% bij acuut opgenomen
ouderen en 20% bij gepland opgenomen ouderen.
● Incidentie van functieverlies is hoger bij ziekenhuisopname dan bij thuiswonende
ouderen. Drie maanden na opname heeft 30% van acuut opgenomen ouderen nieuwe
ADL-beperkingen, tegenover ongeveer 10% bij gepland opgenomen ouderen.
7.2.3 Prevalentie en Incidentie bij Verpleeghuisbewoners:
● Hoog, maar exacte cijfers ontbreken.
● Beperkingen in functioneren zijn vaak de reden voor opname op een somatische
afdeling.
7.2.4 Achteruitgang in Functioneren als Tekenen van Naderend Levenseinde:
● Mensen in het laatste levensjaar
ervaren vaak beperkingen in het
functioneren.
● Functieverlies wordt beschouwd
als een prognostische factor voor
het naderende levenseinde.
● Verschillende patronen van
achteruitgang in functioneren zijn
zichtbaar bij mensen met kanker,
orgaanfalen en kwetsbaarheid.
7.3 Anatomie en Fysieke Functies:
7.3.1 Ontstaan van Beperkingen in
Functioneren: Een Complexe
Interactie:
● Beperkingen in functioneren zijn
vaak klinische tekenen van
verminderde spiermassa in
combinatie met onderliggende
oorzaken en geriatrische problemen (geheugenproblemen, depressie, duizeligheid,
angst om te vallen).
● Belangrijk voor verpleegkundigen is het in kaart brengen van onderliggende oorzaken,
restcapaciteit en preventieve mogelijkheden.
● Ouderen kunnen verschillende aandoeningen en/of functieproblemen op andere
domeinen hebben, zoals cognitieve en stemmingsproblemen.
7.3.2 Cardiovasculair Systeem: