100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Sportbiomechanica

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
60
Geüpload op
07-01-2024
Geschreven in
2022/2023

Sportbiomechanica is een vak waarbij er verschillende zaken van een sporter wordt onderzocht en berekend.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
7 januari 2024
Aantal pagina's
60
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Sportbiomechanica
Bio  levende of biologische organismen
Mechanica  studie van krachten en hun effecten
= de studie van krachten en hun effecten op levende systemen

Enkel mechanica van starre objecten en niet-vaste stoffen. Menselijk
lichaam is een star object. Mogelijke vervormingen zijn meestal klein en
gaan niks veranderen aan de grove bewegingen van de ledematen of het
lichaam zelf.
Statica: mechanica van het star object dat in rust is, of aan een constante
snelheid beweegt.
Dynamica: mechanica van een object dat vertraagt of versnelt.
Mechanica van niet-vaste stoffen valt dan uiteen in de mechanica van
gassen (aerodynamica) en vloeistoffen (hydrodynamica).
- Lengte (m)
- Tijd (s)
- Snelheid (m/s)
- Versnelling (m/s2)
- Massa (kg) ≠ gewicht (N)

 Massa
= een maatstaf voor inertie.
 Inertie
= de weerstand die een bepaald voorwerp geeft om zijn
bewegingstoestand te veranderen.
 Gewicht
= de aantrekkingskracht die de aarde uitoefent op een voorwerp.
Kracht uitgedrukt in Newton.


1. Prestaties verbeteren
 Via techniekverbetering  Via trainingsverbetering
- Techniektips geven - Analysesoftware
- Nieuwe techniek uitvinden
 Via materiaalverbetering
- Lichter
- Aerodynamisch

2. Blessures vermijden
 Via techniekaanpassingen
 Via materiaalaanpassingen Pagina 1 van 60

, Krachten

1. Wat zijn krachten?
= trek of duw
= iets wat een object versnelt of vervormt
= iets wat een object doet starten (met een beweging), doet stoppen,
doet versnellen, doet vertragen of doet veranderen van richting
Eenheid van kracht = N (Newton)
1 N = kracht nodig om 1 kg te versnellen tot 1m/s²


2. Hoe beschrijf je een kracht?
 Aangrijpingspunt
= het punt waar de kracht aangrijpt op de kogel.
= punt of oppervlak waarmee de kogelstoter zijn kracht uitoefent op de
kogel, in dit geval dus de handpalm.

 De zin
Als het gaat het om een trekbeweging of een duwbeweging langs de
richting waarin de kracht werkt.

 Vector
= wiskundige voorstelling van iets dat een grootte + een richting heeft.
Grafisch gebruikt men een pijl, die brengt alle vier de eigenschappen
van een kracht in beeld.
1) De lengte van de pijl = de grootte van de kracht
2) Het stokje van de pijl = richting (schuin, recht, omhoog …)
3) Het topje van de pijlpunt = aangrijpingspunt en maakt het ook heel
gemakkelijk om op een tekening te zien op welk object de kracht uitgeoefend
wordt (in ons voorbeeld is dit duidelijk de kogel)
4) En de pijlpunt = de zin


3. Classificatie
 Interne krachten
= krachten die zich afspelen binnenin een object. Krachten die spieren
uitoefenen op botten. Spieren trekken aan botten om ze in beweging te krijgen
.
 Externe krachten
Vb. de kracht die de grond uitoefent op zijn tenen.
Samengevat: Ligt het object dat ons interesseert in onze analyse buiten
een menselijk lichaam, dan zijn we externe krachten aan het bestuderen.
Ligt het object dat ons interesseert binnenin het menselijk lichaam, dan zijn
we interne krachten aan het bestuderen.
Vb. Sporter duwt tegen een groot en zwaar wiel als manier van training. Met zijn ganse
lichaam oefent hij een externe kracht uit op het wiel. En het wiel oefent ook een externe
Pagina 2 van 60
kracht uit op de sporter, anders zou er van training geen sprake kunnen zijn.

,4. Externe krachten
= de krachten die op een object of een lichaam actief zijn en die het
resultaat zijn van een interactie met de omgeving. Dus krachten die
werkzaam zijn op het menselijk lichaam en die zorgen voor een
beweging van dat lichaam.

 Contactkrachten
De meeste krachten waar we mee te maken hebben zijn
contactkrachten. Ze ontstaan wanneer twee objecten elkaar raken.
 Niet-contactkrachten
Een klassiek voorbeeld is de magnetische kracht. Maar met
magnetische krachten hebben we niet zoveel te maken in de sport.


4.1 Zwaartekracht
= de kracht die de aarde uitoefent op elk object of dicht in de buurt
van de aarde.
Massa en gewicht zijn nauw met elkaar verbonden. Concreet, als we de
massa kennen van een voorwerp of een persoon, dan kunnen we snel het
gewicht berekenen. Op aarde is de valversnelling van een voorwerp of
een lichaam gelijk aan 9,81 m/s² (~10) en die valversnelling wordt
aangeduid met de kleine letter g.
Vb. Sumoworstelaar met een massa van 150kg heeft een gewicht van 1500 Newton.



4.2 Contactkrachten
= krachten waarbij er contact is tussen de objecten. De objecten
zijn meestal vaste stoffen, maar vloeistoffen en gassen kunnen ook.

 Normaalkracht
Normaal verwijst naar het feit dat de richting van de pijl (de kracht)
loodrecht op het contactoppervlak loopt.
Vb. Loper: Eerste kracht is de normaalkracht van zijn schoenen.

 Wrijving
De richting van wrijvingskracht loopt evenwijdig met het
contactoppervlak. Wrijving is cruciaal om te kunnen lopen.
Zonder wrijvingskracht zou de loper ter plaatse blijven trappelen.
Vb. Lopen op ijs waar de wrijvingskracht zo goed als nul is.




Pagina 3 van 60

, Wrijving
= kracht die ontstaat wanneer twee oppervlakken parallel ten opzichte
van mekaar bewegen. Het is het resultaat van een interactie tussen de
moleculen van de contactoppervlakken van de voorwerpen die t.o.v.
mekaar willen bewegen.


1. Relatie wrijving – normaalkracht
Wanneer de normaalkracht stijgt, stijgt ook de wrijving. Ze stijgen zelfs
evenredig. Als de normaalkracht verdubbelt, verdubbelt ook de wrijving.

 Eerste conclusie
Wrijvingskracht verloopt evenredig met de normaalkracht en werkt
steeds loodrecht op de normaalkracht.




2. Relatie wrijving – oppervlak
 Tweede conclusie
De grootte van de wrijvingskracht wordt niet beïnvloed door de grootte
van het contactoppervlak.




3. Relatie wrijving – materiaal
Is de grootte van de wrijvingskracht misschien afhankelijk van het soort materiaal
waaruit het object of het oppervlak waarover het object beweegt, bestaat?

 Derde conclusie
Grootte van de wrijvingskracht wordt wel beïnvloed door het materiaal
dat contact maakt. Statische wrijving altijd > dynamische wrijving:
meer kracht moeten leveren op statisch materiaal.




Pagina 4 van 60

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
romyhbs Thomas More Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
27
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
8
Documenten
19
Laatst verkocht
3 weken geleden

4,3

3 beoordelingen

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen