Samenvatting
Distributielogistiek
2022-2023
1
,Hoorcollege 1: Transportgeografie en goederenvervoer
1 Rol van de distributie in de globalisering
Groei van het BNP
Globalisering
o productiesystemen: geografische locatie van productie versus consumptie (<-> near-shoring)
o distributiesystemen: EDC vs RDC
Afgeleide vraag vs. geïntegreerde vraag
o
Materials management = productie
Physical distribution = transport
1.1 Globalisering
globalisering = op globale wereldschaal gaan organiseren
o Bv productie in lage loonlanden en consumptie ver gelegen van productiesites. Dus gevolg van
produceren in Azië en consumeren in Europa, die goederen moeten dus getransporteerd worden.
o Dus de globalisering heeft ervoor gezorgd dat er enorme toename is gekomen in vraag naar
transport. Hoe krijgen we die goederen van plaats productie naar plaats consumptie.
De logistiek is enorm veranderd door de globalisering.
o Door de geografische spreiding is er een stijging in de export
Twee gevolgen:
o Productiesystemen = groei in BNP
Door de groei in de economieën, kwam er een gelijkmatige groei in de transportvraag
door de scheiding van productie en consumptie
<-> Near-shoring = Bedrijven doen terug dichtbij productie of assemblage om transport te
verminderen maar ook om onzekerheid te verminderen
o Distributiesystemen = reorganisatie van distributienetwerk
Distributienetwerk wil zeggen van waar gaan we onze goederen opslaan en van waaruit
gaan we verdelen. Als je van hier naar Antwerpen rijdt, zie warehouses Nike, daar ligt
europees distributiecentrum (EDC) 1 plaats voor heel Europa (of zelf Europa en middel
east) om van daaruit alles te transporteren en verder te verdelen en transporteren.
Dus waar we vroeger meerdere regionale distributiecentra hadden (RDC) hebben we nu
maar op 1 plaats een EDC (want iedere voorraadlocatie is een kost) en dit is dus een
kostenbesparing. Beter om 1 grote distributiecentrum te hebben dan verschillende
kleine. Maar dit brengt wel meer transport met zich mee!!!
o Dus zowel de globalisering als EDC veroorzaken meer transport
2
, 1.2 Afgeleide vraag VS geïntegreerde vraag
Transport is afgeleide vraag
o We hebben dat enkel nodig om product van plaats 1 naar 2 te versturen. Dat transport op zich
heeft geen toegevoegde waarde, het creëert toegevoegde waarde omdat het product dat jij graag
wil bij u thuis af te brengen. Dus vandaar een afgeleide vraag. Het is afgeleid van jouw behoefte
naar wat je nodig hebt.
o Kostprijs is belangrijk als transport te duur is, dan valt de behoefte weg dus is ook weer een
geïntegreerde vraag
Prijs van transport is geïntegreerde vraag
o Als prijs voldoende laag is, is het interessant om iets van verder naar hier te laten vervoeren. Dus
bv productie in Azië en consumptie in Europa, omdat prijs van transport zo laag is en lage lonkost
voor productie, dat maakt het interessant.
o Dus de prijs van transport bepaald ook de behoefte naar transport
1.2.1 Transport als een afgeleide vraag
De afgeleide vraag naar transport is afgeleid van de
hoofdactiviteit die je wou doen
o BV: je hoofdactiviteit is op vakantie gaan, dus daar heb
je transport voor nodig
o BV: iets bestellen op bol.com, om het thuis te krijgen
heb je transport nodig
Bol.com verzend het niet zomaar omdat ze
daar zin in hebben
1.3 Vraag naar goederenvervoer en BBP
Indicatie van transportvolume (groen) gelinkt aan BBP (blauw)
o We linken dus welvaart aan transport =
gelijklopend
o Economie slecht = minder transport
o Economie goed = meer transport want we
gaan meer consumeren/uitgeven
Dus eigenlijk is transport een afgeleide vraag van de
economie
o Maar hierboven waren we het daar niet mee
eens want daar zeiden we dat transport een
geïntegreerde vraag is
Het is omdat ons transport
“goedkoper” is dat we ons zo kunnen
organiseren
transportprijs is lager dan loonkost interessant om te transporteren
Lage transportkost laat ons toe om productie en consumptie te scheiden
We creëren een vraag door de lage kostprijs
3
, Freight intensity = hoeveel de twee gedeeld zijn door elkaar
Eigenlijk willen we economisch groeien zonder dat ons transport in diezelfde mate gaat groeien. Hoe
kunnen we het economisch goed hebben zonder dat we negatieve effecten hebben (files,
milieuvervuiling)
o Want de transport effecten lopen gelijkmatig maar zijn heftiger dan bij BBP
1.4 Ontkoppeling van wereldwijde productie en distributie
Visuele weergave van globalisering of disconnectie van productie en distributie.
Groene bolletjes tellen hoofdproductiecentra voor. De paarse bolletjes stellen de consumptiecentra voor.
Dus je ziet dat die groene en paarse bolletjes ver uit elkaar liggen.
1.5 Vervoersnetwerken en geografische specialisatie
Vroeger = linkerzijde:
o je kon iedere cirkel als continent zien en ieder continent had alle 4 de functies die we daarnet
zagen (Retail, marketing) dus op alle plaatsen produceren voor consumptie die daar nodig is (dus
regionaal)
Vandaag = rechterkant:
o op wereldschaal overgeschakeld.
o Bepaalde regio’s focussen op productie, sommigen op R&D en daardoor creëren we die
goederenstromen.
4
Distributielogistiek
2022-2023
1
,Hoorcollege 1: Transportgeografie en goederenvervoer
1 Rol van de distributie in de globalisering
Groei van het BNP
Globalisering
o productiesystemen: geografische locatie van productie versus consumptie (<-> near-shoring)
o distributiesystemen: EDC vs RDC
Afgeleide vraag vs. geïntegreerde vraag
o
Materials management = productie
Physical distribution = transport
1.1 Globalisering
globalisering = op globale wereldschaal gaan organiseren
o Bv productie in lage loonlanden en consumptie ver gelegen van productiesites. Dus gevolg van
produceren in Azië en consumeren in Europa, die goederen moeten dus getransporteerd worden.
o Dus de globalisering heeft ervoor gezorgd dat er enorme toename is gekomen in vraag naar
transport. Hoe krijgen we die goederen van plaats productie naar plaats consumptie.
De logistiek is enorm veranderd door de globalisering.
o Door de geografische spreiding is er een stijging in de export
Twee gevolgen:
o Productiesystemen = groei in BNP
Door de groei in de economieën, kwam er een gelijkmatige groei in de transportvraag
door de scheiding van productie en consumptie
<-> Near-shoring = Bedrijven doen terug dichtbij productie of assemblage om transport te
verminderen maar ook om onzekerheid te verminderen
o Distributiesystemen = reorganisatie van distributienetwerk
Distributienetwerk wil zeggen van waar gaan we onze goederen opslaan en van waaruit
gaan we verdelen. Als je van hier naar Antwerpen rijdt, zie warehouses Nike, daar ligt
europees distributiecentrum (EDC) 1 plaats voor heel Europa (of zelf Europa en middel
east) om van daaruit alles te transporteren en verder te verdelen en transporteren.
Dus waar we vroeger meerdere regionale distributiecentra hadden (RDC) hebben we nu
maar op 1 plaats een EDC (want iedere voorraadlocatie is een kost) en dit is dus een
kostenbesparing. Beter om 1 grote distributiecentrum te hebben dan verschillende
kleine. Maar dit brengt wel meer transport met zich mee!!!
o Dus zowel de globalisering als EDC veroorzaken meer transport
2
, 1.2 Afgeleide vraag VS geïntegreerde vraag
Transport is afgeleide vraag
o We hebben dat enkel nodig om product van plaats 1 naar 2 te versturen. Dat transport op zich
heeft geen toegevoegde waarde, het creëert toegevoegde waarde omdat het product dat jij graag
wil bij u thuis af te brengen. Dus vandaar een afgeleide vraag. Het is afgeleid van jouw behoefte
naar wat je nodig hebt.
o Kostprijs is belangrijk als transport te duur is, dan valt de behoefte weg dus is ook weer een
geïntegreerde vraag
Prijs van transport is geïntegreerde vraag
o Als prijs voldoende laag is, is het interessant om iets van verder naar hier te laten vervoeren. Dus
bv productie in Azië en consumptie in Europa, omdat prijs van transport zo laag is en lage lonkost
voor productie, dat maakt het interessant.
o Dus de prijs van transport bepaald ook de behoefte naar transport
1.2.1 Transport als een afgeleide vraag
De afgeleide vraag naar transport is afgeleid van de
hoofdactiviteit die je wou doen
o BV: je hoofdactiviteit is op vakantie gaan, dus daar heb
je transport voor nodig
o BV: iets bestellen op bol.com, om het thuis te krijgen
heb je transport nodig
Bol.com verzend het niet zomaar omdat ze
daar zin in hebben
1.3 Vraag naar goederenvervoer en BBP
Indicatie van transportvolume (groen) gelinkt aan BBP (blauw)
o We linken dus welvaart aan transport =
gelijklopend
o Economie slecht = minder transport
o Economie goed = meer transport want we
gaan meer consumeren/uitgeven
Dus eigenlijk is transport een afgeleide vraag van de
economie
o Maar hierboven waren we het daar niet mee
eens want daar zeiden we dat transport een
geïntegreerde vraag is
Het is omdat ons transport
“goedkoper” is dat we ons zo kunnen
organiseren
transportprijs is lager dan loonkost interessant om te transporteren
Lage transportkost laat ons toe om productie en consumptie te scheiden
We creëren een vraag door de lage kostprijs
3
, Freight intensity = hoeveel de twee gedeeld zijn door elkaar
Eigenlijk willen we economisch groeien zonder dat ons transport in diezelfde mate gaat groeien. Hoe
kunnen we het economisch goed hebben zonder dat we negatieve effecten hebben (files,
milieuvervuiling)
o Want de transport effecten lopen gelijkmatig maar zijn heftiger dan bij BBP
1.4 Ontkoppeling van wereldwijde productie en distributie
Visuele weergave van globalisering of disconnectie van productie en distributie.
Groene bolletjes tellen hoofdproductiecentra voor. De paarse bolletjes stellen de consumptiecentra voor.
Dus je ziet dat die groene en paarse bolletjes ver uit elkaar liggen.
1.5 Vervoersnetwerken en geografische specialisatie
Vroeger = linkerzijde:
o je kon iedere cirkel als continent zien en ieder continent had alle 4 de functies die we daarnet
zagen (Retail, marketing) dus op alle plaatsen produceren voor consumptie die daar nodig is (dus
regionaal)
Vandaag = rechterkant:
o op wereldschaal overgeschakeld.
o Bepaalde regio’s focussen op productie, sommigen op R&D en daardoor creëren we die
goederenstromen.
4
