1. Inleiding
Pijn = vitale parameter
= waarschuwingssysteem
Pijn kan leiden tot vertraging geneesproces
verhoging kans op morbiditeit en mortaliteit
“Pijn is een onplezierige, sensorische of emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke
weefselbeschadiging of die beschreven wordt in termen van weefselbeschadiging”
Þ pijn heeft emotionele component
Þ er hoeft geen aantoonbare weefselbeschadiging zijn om pijn te beleven
“Pijn is wat de PT zegt dat het is en treedt op wanneer dat de PT zegt dat het optreedt”
Þ pijn is moeilijk objectief te meten door de belevingscomponent
2. Terminologie
Analgesie Pijnbestrijding
Analgetica Middel ter bestrijding van pijn
Morbiditeit #personen binnen populatie die binnen bepaald tijdsbestek aan bepaalde
ziekte lijden
Mortaliteit #personen binnen populatie die binnen bepaald tijdsbestek aan bepaalde
ziekte overlijden
Þ verhouding #mensen die sterven over #mensen met ziekte
Nociceptor Receptor die bij stimulering een gewaarwording van pijn teweegbrengt
3. De pijnroute
Bron van pijn + prikkeling pijnreceptor
Prikkel: chemisch – thermaal – elektrisch – ischemisch
Sensorische paden + ruggenmerg
Autonome ZS wordt geactiveerd
Sensoriosch gebied hersenschors
Pijn wordt ontvangen in hypothalamus
Hypothalamus
Bewustwording en integratie vinden hier plaats
Interpretatie van de pijn in de hersenschors Þ reacties en reflexen worden geactiveerd
, 4. Theoretische concepten
4.1. Het pijnmodel van Loeser
Dit model verbindt de lichamelijk, psychische en gedragscomponenten van pijn met elkaar
Nociceptie: pijnprikkel
Drempel wordt bepaald door persoonlijke omstandigheden & analgetica
Pijngewaarwording: pijndrempel wordt overschreden
Pijnbeleving: subjectief/emotioneel element
Gedrag: de beleving van pijn uit zich in gedrag
Pijnbeleving en gedrag wordt beïnvloed door factoren zoals ziekte, leeftijd, eerdere
pijnervaringen, stress, persoonlijkheid,…
4.2. De poorttheorie (Melzack en Wall, 1965)
Principes: De wijze waarop iemand pijn ervaart kan worden beïnvloed
Poortmechanismen in het ZS beheersen de overdracht van pijn
Þ poort is open = pijn bereikt bewustzijn
Er zijn 3 neurologsiche mechanisen die invloed hebben op het openen/sluiten van de poort:
1. Activiteit in de dikke en dunne zenuwvezels die pijnprikkels geleiden
® pijnprikkels lopen langs dunne vezels
® dikke zenuwvezels sluiten de poort voor de pijnprikkels
® principe voor massage, acupressuur, TENS,…
2. De prikkels uit de hersenstam die het gevoel van pijn beïnvloeden
® voldoende of te veel prikkels: de hersenstam zendt prikkels uit om de poort te sluiten
® geen of onvoldoende prikkels: poort blijft openstaan Þ prikkels worden doorgegeven
® principe voor afleidingstechnieken, visualisatie,…
3. De activiteiten in de hersenschors en thalamus
® gedachten, emoties en herinneringen kunnen pijnprikkels oproepen
® vroegere pijnervaringen beïnvloeden de manier waarop de zorgvrager op pijn reageert
® principe voor ontspanningstechnieke, PCA, pijnpreventie,…