Samenvatting Parasitologie en mycologie

Samenvatting Parasitologie en
mycologie
DEEL 1: PARASIETEN
H3: Sporozoa
 Plasmodium (Malaria)




o falciparium, vivax, ovale, malarie, anopheles
o Gastheer: mug  mens
o Sporozoïeten, merozoïeten, trofozoïeten, gamont, macrogameet/microgameet, zygote,
oocyst
o Pathologie: anemie, herhaalde koortsaanvallen, milt opzwellen
o Diagnostiek
 Microscopie
o bloeduitstrijkje  fixeren + Giemsa kleuring  trofozoïeten, schizonten,
gameten
o Dikdruppel  geen fixatie, wel Giemsa kleuring
 QBC (quantitative buffy coat)
o Aspecifieke kleuring van DNA parasiet met acridine oranje + UV
microscoop
 Sneltest: aantonen specifieke P. falciparium antigenen
 Serologie: aantonen antigenen (ELISA; IFAT)
 PCR: genus- en/of species specifieke primers

, Cryprosporidium parvum




o Faeco-orale overdracht (besmet dier, water)
o 1 gastheer (mens, kalveren)
o Ooscyst (zeer infectieus), sporozoïeten, trofozoïeten, schizonten, merozoïeten,
micro-/macrogameten
o Pathologie: diarree (kinderdagverblijven, 1 à 2 weken)
o Diagnostiek: fixeermiddel  ↓ leefbaarheid  minder risico voor laborant
 Microscopie: oocysten
o Eosine-/fysiologisch- zoutpreparaat
o Ziehl Nielsen kleuring (zuurvast)
o Kleuring van Heine (lichtbrekend)
 Enzyme immunoassay: aantonen antigenen
 Moleculaire technieken: PCR of qPCR
 Sneltest

 Toxoplasma




o Gastheer: kat (+ ander landdier)  mens via uitwerpselen of onvoldoende verwarmd
vlees)
o Trofozoïet, cyste, oocyt

, o Pathologie: toxoplasmose
 Gezond persoon: asymptomatisch, soms koorts, vermoeid, hoofpijn
 Foetus: congenitale infectie  icterus, blindheid, miskraam …
 Verminderde afweer: ernstige infecties en hersenabcessen
o Diagnostiek
 Serologie: aantonen antigenen in serum, lumbaalvocht (IgM = recente infectie,
IgG = infectie in het verleden)
 Microscopie: trofozoïet stadium (= acute infectie)
o Lumbaalvocht drogen + fixeren, Giemsa kleuring
o Histologische coupe: weefselcysten, trofozoïeten? DFA of Hematoxyline-
eosine kleuring
 Dierproef/celkweek
 Moleculaire technieken

H4: Rhizopoda/Amoeben/Wortelpotigen
 Entamoeba




o coli, hystolytica
o gastheer = mens  faeco-orale overdracht (water/voedsel)
o cyste, minuta-vorm, hematofage vorm
o pathologie: amoebiasis
 Niet-invasieve stam: asymptomatisch
 Invasieve stam: dysenterie en leverabcessen, chronisch verloop
o Diagnostiek
 Rechtsreeks onderzoek: faeces of punctievocht abces  hematofaag stadium? 
aanwezigheid RBC in cytoplasma
 Lugolkleuring: cysten (1 tot 4 kernen) duidelijker
 Antigen detectie: ELISA of sneltest
 Serologie: invasieve stam
 PCR