GER3 Hoorcollege 3
Hoorcollege 3: Gerontopsychiatrie
1. GERONTOPSYCHIATRIE
1.1. D EFINITIE OUDERPSYCHIATRIE
Psychiatrische zorg aan ouderen
Specifiek vakgebied binnen de psychiatrie
1.2. K ENMERKEN
Psyc. problematiek hangt samen met verouderingsprocessen en kenmerken gekoppeld aan levensfase
Hoge prevalentie van syndromen met (bijkomende) cognitieve stoornissen
Differentiële diagnose depressie-dementie
Bij depressie ligt SC risico tot 3 à 4 keer hoger!
Lichamelijke co-morbiditeit
↑ lichamelijke ziekte, ↑ medicatie-inname (polyfarmacie)
Somatoforme stoornissen = lichamelijke klachten, niet fysiek verklaarbaar
Vertonen samenhang met depressie en angststoornissen
Functionele veranderingen
Zintuigstoornissen (m.n. gehoor), evenwicht, mobiliteit
Samenhang ↓mobiliteit en depressie
Levensfaseproblemen
Verandering van maatschappelijke en sociale rollen en positie
Verkleining van netwerk
Verandering in gezondheid van henzelf en/of naasten → autonomie komt in gedrang
Individueel bepaald
Lichamelijke en psychosociale veranderingen worden door ieder verschillend ervaren
Gevoeligheid voor psychofarmaca, psych. aanpassingsmogelijkheden zijn individueel ≠
1.3. B EHANDELING GERICHT OP
Vermindering van subjectieve klachten
Verdwijnen van de stoornissen
Ontwikkeling/Bevorderen van de zelfstandigheid
o Vaardigheden
o Copingsvaardigheden
Herstel
o Psycho-educatie
o Therapietrouw
Voorlichting
1
Hoorcollege 3: Gerontopsychiatrie
1. GERONTOPSYCHIATRIE
1.1. D EFINITIE OUDERPSYCHIATRIE
Psychiatrische zorg aan ouderen
Specifiek vakgebied binnen de psychiatrie
1.2. K ENMERKEN
Psyc. problematiek hangt samen met verouderingsprocessen en kenmerken gekoppeld aan levensfase
Hoge prevalentie van syndromen met (bijkomende) cognitieve stoornissen
Differentiële diagnose depressie-dementie
Bij depressie ligt SC risico tot 3 à 4 keer hoger!
Lichamelijke co-morbiditeit
↑ lichamelijke ziekte, ↑ medicatie-inname (polyfarmacie)
Somatoforme stoornissen = lichamelijke klachten, niet fysiek verklaarbaar
Vertonen samenhang met depressie en angststoornissen
Functionele veranderingen
Zintuigstoornissen (m.n. gehoor), evenwicht, mobiliteit
Samenhang ↓mobiliteit en depressie
Levensfaseproblemen
Verandering van maatschappelijke en sociale rollen en positie
Verkleining van netwerk
Verandering in gezondheid van henzelf en/of naasten → autonomie komt in gedrang
Individueel bepaald
Lichamelijke en psychosociale veranderingen worden door ieder verschillend ervaren
Gevoeligheid voor psychofarmaca, psych. aanpassingsmogelijkheden zijn individueel ≠
1.3. B EHANDELING GERICHT OP
Vermindering van subjectieve klachten
Verdwijnen van de stoornissen
Ontwikkeling/Bevorderen van de zelfstandigheid
o Vaardigheden
o Copingsvaardigheden
Herstel
o Psycho-educatie
o Therapietrouw
Voorlichting
1