Toolbox Marktkennis
Verschillende soorten vastgoed:
● Residentieel vastgoed
● Toerisme vastgoed
● Transport Vastgoed
● Retail vastgoed
● …
Vastgoed met een slechtere EPC (D, E, F,...) wordt goedkoper → binnen de 5 jaar moet de
EPC verbeterd worden naar minimum C.
Verschillende soorten woningen:
● Woning
● Appartement
● Cohousing
● Zorgwonen
● …
Examen:
De vraag naar huurwoningen stijgt → de huurprijzen stijgen, er is te weinig aanbod op
de huurmarkt.
1
, 1. Eindgebruiker-eigenaar
1.1. Vraagperspectief
Cyclus:
Er is geen beweging stilstand!
2
,Waarom kiezen mensen voor een verhuizing?
Kan opgedeeld worden in 4 categorieën
1. Kwantitatief ⇒ meer oppervlakte, meer kamers.
2. Kwalitatief ⇒ technische eisen, imago (beter zichtbaar)
3. Locatie ⇒ woon-werkverkeer, openbaar vervoer
4. Financieel
Er is vraag naar een woning, maar is er wel een aanbod?
● De vastgoedwereld draait rond vraag en aanbod.
Probleem: De vraag kan heel dynamisch zijn, maar het aanbod is heel statisch.
● Een vraag komt redelijk snel, maar een aanbod kan redelijk lang duren.
Bijvoorbeeld: corona ⇒ Mensen wilden een huis met tuin, terras, en meer kamers ⇒ de
vraag stijgt maar aanbod blijft hetzelfde ⇒ prijzen stijgen.
1.2. Woningprijs
Ability & willingness
Ability = kan ik het kopen?
● Eigen middelen
● Hypothecaire lening
○ Hypothecair = je gaat je onroerend goed als waarborg/onderpand
inzetten om je lening te krijgen.
● Verhouding eigen middelen/hypothecaire lening is afhankelijk van:
○ Leeftijd
○ Gezinstoestand
○ Ingeschatte inkomensevolutie
○ Spaar snelheid
○ Toevalligheden (erfenis)
Willingness = wil ik het kopen?
Ability
Wat bepaalt de woningprijs?
● Besteedbaar budget (ability)
● Wil ik kopen? (willingness)
● Vraag en aanbod
De rentes stijgen, waardoor het besteedbaar budget zal dalen.
➔ Meer dan 90% van startende eigenaars jonger dan 45 jaar → hypothecaire lening
➔ Slechts 10% van de kopers vanaf 65 jaar → hypothecaire lening
➔ Totaal 78% van de aankopen/bouwen → hypothecaire lening
➔ Verhouding EM – HL verschilt sterk ifv leeftijd
3
, Beschikbaar inkomen/woonquote/ontleningscapaciteit
De ontleningscapaciteit bepaalt hoeveel men kan lenen.
● Inkomen
○ Besteedbaar inkomen → woonquote
○ Fiscaliteit
○ Premies?
● Uitgaven
○ Interestvoet
○ Fiscaliteit
○ Hypotheek type
Tot 1 jaar geleden was er sprake van historisch lage intrestvoeten op een hypothecaire
lening.
Hoe komt het dat de intrestvoet zoveel stijgt de laatste tijd?
- Inflatie
- Rentes
- Woningprijzen
Af betalingslast versus woonquote:
● Af betalingsratio = initiële af betaling hypotheek in verhouding tot het inkomen.
○ Verschilt niet substantieel door de recente tijd → stabiel tot licht stijgend.
● Woonquote = De verhouding af betaling/huur + woonkosten tussen en inkomen.
○ Maximaal 30% van inkomen
4
Verschillende soorten vastgoed:
● Residentieel vastgoed
● Toerisme vastgoed
● Transport Vastgoed
● Retail vastgoed
● …
Vastgoed met een slechtere EPC (D, E, F,...) wordt goedkoper → binnen de 5 jaar moet de
EPC verbeterd worden naar minimum C.
Verschillende soorten woningen:
● Woning
● Appartement
● Cohousing
● Zorgwonen
● …
Examen:
De vraag naar huurwoningen stijgt → de huurprijzen stijgen, er is te weinig aanbod op
de huurmarkt.
1
, 1. Eindgebruiker-eigenaar
1.1. Vraagperspectief
Cyclus:
Er is geen beweging stilstand!
2
,Waarom kiezen mensen voor een verhuizing?
Kan opgedeeld worden in 4 categorieën
1. Kwantitatief ⇒ meer oppervlakte, meer kamers.
2. Kwalitatief ⇒ technische eisen, imago (beter zichtbaar)
3. Locatie ⇒ woon-werkverkeer, openbaar vervoer
4. Financieel
Er is vraag naar een woning, maar is er wel een aanbod?
● De vastgoedwereld draait rond vraag en aanbod.
Probleem: De vraag kan heel dynamisch zijn, maar het aanbod is heel statisch.
● Een vraag komt redelijk snel, maar een aanbod kan redelijk lang duren.
Bijvoorbeeld: corona ⇒ Mensen wilden een huis met tuin, terras, en meer kamers ⇒ de
vraag stijgt maar aanbod blijft hetzelfde ⇒ prijzen stijgen.
1.2. Woningprijs
Ability & willingness
Ability = kan ik het kopen?
● Eigen middelen
● Hypothecaire lening
○ Hypothecair = je gaat je onroerend goed als waarborg/onderpand
inzetten om je lening te krijgen.
● Verhouding eigen middelen/hypothecaire lening is afhankelijk van:
○ Leeftijd
○ Gezinstoestand
○ Ingeschatte inkomensevolutie
○ Spaar snelheid
○ Toevalligheden (erfenis)
Willingness = wil ik het kopen?
Ability
Wat bepaalt de woningprijs?
● Besteedbaar budget (ability)
● Wil ik kopen? (willingness)
● Vraag en aanbod
De rentes stijgen, waardoor het besteedbaar budget zal dalen.
➔ Meer dan 90% van startende eigenaars jonger dan 45 jaar → hypothecaire lening
➔ Slechts 10% van de kopers vanaf 65 jaar → hypothecaire lening
➔ Totaal 78% van de aankopen/bouwen → hypothecaire lening
➔ Verhouding EM – HL verschilt sterk ifv leeftijd
3
, Beschikbaar inkomen/woonquote/ontleningscapaciteit
De ontleningscapaciteit bepaalt hoeveel men kan lenen.
● Inkomen
○ Besteedbaar inkomen → woonquote
○ Fiscaliteit
○ Premies?
● Uitgaven
○ Interestvoet
○ Fiscaliteit
○ Hypotheek type
Tot 1 jaar geleden was er sprake van historisch lage intrestvoeten op een hypothecaire
lening.
Hoe komt het dat de intrestvoet zoveel stijgt de laatste tijd?
- Inflatie
- Rentes
- Woningprijzen
Af betalingslast versus woonquote:
● Af betalingsratio = initiële af betaling hypotheek in verhouding tot het inkomen.
○ Verschilt niet substantieel door de recente tijd → stabiel tot licht stijgend.
● Woonquote = De verhouding af betaling/huur + woonkosten tussen en inkomen.
○ Maximaal 30% van inkomen
4