Samenvatting 7de Hoofdstuk Elements of Ecology 9th Edition

5




7. Life History
Samenvatting

I NLEIDING

 Life history: het levenspatroon van groei, ontwikkeling en reproductie
 Life history eigenschappen: kenmerken die een effect hebben en worden gereflecteerd in de
levenstabel van een organsime



D E EVOLUTIE VAN LEVENSGESCHIEDENISSEN BEVAT NADELEN

 Organismen ondergaan nadelen in hun levensgeschiedenis eigenschappen die een verband
hebben met reproductie.

 Opgelegd door beperkingen van:
- Fysiologie
- Energie
- Heersende fysische en biotische omgeving

 Bevat conflicterende eisen van voedselbronnen of negatieve correlatie tussen karaktertrekken



R EPRODUCTIE BEVAT ZOWEL VOORDELEN ALS KOSTEN VOOR DE INDIVIDUELE FITNESS

 De gedragsmatige, fysiologische en energetische activiteiten betrokken in de reproductie trekken
een kost uit voor het toekomstig reproductief succes van de ouder in de vorm van verminderende
overleving, voeding en/ of groei.

 Elke vorm van reproductie, aseksueel of seksueel, heeft zijn nadelen
- Aseksueel:
o Kopie van de ouder  goed aangepast aan de huidige omgeving
o Elk individu kan zich voortplanten  hoge populatie groei
o NADEEL: verlies van genetische recombinatie

- Seksueel:
o Genetische variabiliteit  bredere waaier van potentiële responsen op een omgeving
o NADEEL: gespecialiseerde voortplantingsorganen nodig  extra energie nodig
 Vrouwtjes moeten meer energie investeren  grote impact in de evolutie van
de eigenschappen van de levensgeschiedenis

 Sequentiële hermafrodieten: veranderen van mannelijk naar vrouwelijk tijdens een deel van hun
levenscyclus, wanneer dat nodig is voor de voortplanting

, 5


L EEFTIJD BIJ HET VOLWASSEN WORDEN WORDT BEÏNVLOED DOOR PATRONEN VAN LEEFTIJD - SPECIFIEKE
MORTALITEIT

 Natuurlijke selectie zal de leeftijd bij volwassen worden gunstig gezind zijn, wat resulteert in de
leeftijd waarbij het grootste aantal nakomelingen geproduceerd worden over een levensduur van
een individu

 Omgevingsfactoren die resulteren in een verminderde overleving van volwassenen, selecteert
voor vroegere maturatie. En omgekeerd, dat verminderde overleving van juvenielen, selecteert
voor de vertraagde maturatie.

 Er is selectie op individuen die zwanger kunnen worden, afhankelijk van hun leeftijd



R EPRODUCTIEVE INSPANNING IS GELEID DOOR NADELEN TUSSEN VRUCHTBAARHEID EN OVERLEVING

 Een reproductieve inspanning van een individu zou zo moeten functioneren dat het zijn fitness
over zijn levensduur zal maximaliseren

 Optimale reproductieve inspanning, representeert een nadeel tussen huidige en toekomstige
reproductie

 Toewijzing naar de huidige reproductie functioneert om de huidige vruchtbaarheid te verhogen,
maar zal daarbij de parentale overleving verlagen, wat dus resulteert in een verlaagde
toekomstige reproductie

 Fitness is vaak gemaximaliseerd bij intermediaire reproductieve inspanning, voornamelijk voor
organismen die herhaaldelijk in hun levenspanne reproduceren.


E R IS EEN NADEEL TUSSEN HET AANTAL EN DE GROOTTE VAN DE NAKOMELINGEN

 Organismen die veel nakomelingen produceren hebben een minimale investering in elke
nakomeling
- Ze kunnen het permitteren om een groot aantal in de wereld te sturen waarbij er een kans is
dat er enkelen zullen overleven. Hierbij verhogen ze hun parentale fitness, maar verlagen ze
de fitness van hun jongen

 Organismen die enkele jongen produceren, investeren meer in elke nakomeling
- Zulke organismen verhogen de fitness van de jongen, ten nadele van de fitness van de ouders

 Het voedselaanbod bepaalt de grootte van het nageslacht. In de zomer is het ook langer licht, dus
kan men langer naar voedsel zoeken. Daarom vaak ook meer nageslacht dat gevoederd moet
worden in de zomer.

 Door het uitstellen van de voortplanting gaan de vrouwtjes groeien. Hierdoor moet er minder
geïnvesteerd worden in de jongen. Hoe groter de individuen worden, hoe minder kwetsbaar ze
zijn voor predatoren.