9. Interacties tussen soorten,
populatiedynamica en natuurlijke
selectie
Samenvatting
INLEIDING
Centraal voor de interactie van soorten is de vraag naar basis bronnen die nodig zijn voor groei en
reproductie
Competitie voor bronnen binnen een habitat kan intens worden, waarbij het bekomen van dit
habitat door de ene soort de toegankelijkheid van de andere soort gaat reduceren
Interacties die mutueel gunstig zijn voor beide partijen zijn alomtegenwoordig en staan in
verband met voeding, beschutting, verdediging en reproductie
INTERACTIE TUSSEN SOORTEN KAN GECLASSIFICEERD WORDEN ONDER HUN ONDERLINGE EFFECTEN
Door het positieve effect van een bepaalde soort aan te duiden met +, en het nadelige effect met
-, en geen effect met 0, kunnen we een classificatie ontwikkelen van positieve interacties tussen 2
samen voorkomende soorten
TABEL 13.1!
- Neutraal: 00
- Commensalisme: 0+
- Mutualisme: ++
- Amensalisme: 0-
- Competitie: --
- Predatie/Parasitisme/Parasitoidisme: +-
=> ZELF VOORBEELDEN GEVEN!!!!
Commensalisme: -> cum mensa: aan dezelfde tafel. Is niet volledig 0, maar heeft erg
klein effect op de gastheer. Het heeft wel een groot effect op
de plant (in het geval van de klimop (hoewel twijfelgeval. Blijft in de
winter groen en kan meer wind vangen, wat een gevaar wordt voor
de boom) of op de koereiger (in het geval van de buffel)
Competitie: -> specialisatie nodig voor bepaalde voedselbron. Indien toch
interesse in andere voedselbron die door meer soorten wordt
verkozen, moet de soort een alternatieve voedingsbron kiezen
waarbij deze de sterkste is