Inhoud
Marx en het ontstaan van het socialisme...........................................................................................1
Vroegsocialisme..............................................................................................................................1
Economische theorieën..................................................................................................................1
Hegel’s dialectiek............................................................................................................................2
Revolutie.........................................................................................................................................3
Wat na de revolutie?.......................................................................................................................3
Marx als activist..............................................................................................................................3
Anarchisme.....................................................................................................................................4
Marx en het ontstaan van het socialisme
Marx heeft 3 inspiratiebronnen:
1. Vroegsocialisme
2. Economische theorieën
3. Hegel’s dialectiek
Vroegsocialisme
Wetenschappelijk socialisme versus utopisch socialisme?
Marx besefte dat er veel goede ideeën waren, maar het probleem is dat deze ideeën zijn op
wenselijkheden, moralisme.
o Wat we nodig hebben is een accurate analyse van kapitalisme.
Begrijpen, alleen wetenschappelijk kunnen we de zaken veranderen.
o Marx dacht dat hij aan wetenschap deed
Ideologie= verblinde de mensen
Marx doet het omgekeerde
Economische theorieën
Arbeidswaardenleer (ricardo)
o Wat is de waarde van arbeid
Marx= ‘arbeid is iets dat waarde creëert, door te werken produceer je iets, krijg je winst van.’
o Maar in het kapitalisme is het probleem dat je het maakt voor iemand anders, niet
jezelf.
o ‘Arbeid is uniek.’
o Essentie van uitbuiting= werken voor iemand anders.
o Ben je eigenlijk vrij? Als je moet werken voor te overleven.
Verplichte arbeid te kopen.
Naarmate de rechten verhogen, naarmate de winst daalt.
, o Uitbuiting word relatief genoemd volgens Marx.
Hegel’s dialectiek
Hegel startte van absolute idealisme.
Marx= dit klopt langs geen kanten. Als je iets wilt begrijpen van de maatschappij moet je beginnen
met de voeten op de grond.
Historisch materialisme
o Heel specifieke evolutie en in elk stadium zie je dat er bepaalde klassen tegenover
elkaar staan.
o Historisch antropologisch materialisme van verleden, heden en zelfs toekomst.
Evolutie en vooruitgang
o Op een bepaald moment zal deze spanning plaatsvinden en opgegeven in een nieuwe
synthese.
Klassenstrijd
o De motor van de samenleving.
o Tegenover elkaar op verschillende vlakken
1) productieverhouding= onderbouw, machinerie
2bovenbouw
Onderbouw & Bovenbouw
o Onderbouw= productieverhouding
o Bovenbouw= Geheel van instituties van politieke, wetgeving die de economische
onderbouw weerspiegelen.
o Marx= niet het bewustzijn van mensen hun maatschappelijk bestaan bepaald maar
omgekeerd, het maatschappelijk bestaan bepaald het bewustzijn.
Mensen kunnen maar denken over bepaalde zaken door de maatschappelijke
structuur.
Vraag: komen we in een tijdperk waarin het systeem van het leven geen
antwoorden meer bied? Alleen via oorlogen evolueren?
Hebben we genoeg elementen om er iets over te zeggen en is het
ideale zelfs beter in werkelijkheid?
Omgekeerde van Hegel.
Geschiedenis = opeenvolging van economische stadia
o Die altijd naar beter en meer (niet altijd in aantal)
Vond dat de burgerij iets fantastisch gedaan hadden= regime opgekuist, vooruitgang
Vooruitgang is alleen beperkend voor een bepaalde groep in de maatschappij.
Marx en het ontstaan van het socialisme...........................................................................................1
Vroegsocialisme..............................................................................................................................1
Economische theorieën..................................................................................................................1
Hegel’s dialectiek............................................................................................................................2
Revolutie.........................................................................................................................................3
Wat na de revolutie?.......................................................................................................................3
Marx als activist..............................................................................................................................3
Anarchisme.....................................................................................................................................4
Marx en het ontstaan van het socialisme
Marx heeft 3 inspiratiebronnen:
1. Vroegsocialisme
2. Economische theorieën
3. Hegel’s dialectiek
Vroegsocialisme
Wetenschappelijk socialisme versus utopisch socialisme?
Marx besefte dat er veel goede ideeën waren, maar het probleem is dat deze ideeën zijn op
wenselijkheden, moralisme.
o Wat we nodig hebben is een accurate analyse van kapitalisme.
Begrijpen, alleen wetenschappelijk kunnen we de zaken veranderen.
o Marx dacht dat hij aan wetenschap deed
Ideologie= verblinde de mensen
Marx doet het omgekeerde
Economische theorieën
Arbeidswaardenleer (ricardo)
o Wat is de waarde van arbeid
Marx= ‘arbeid is iets dat waarde creëert, door te werken produceer je iets, krijg je winst van.’
o Maar in het kapitalisme is het probleem dat je het maakt voor iemand anders, niet
jezelf.
o ‘Arbeid is uniek.’
o Essentie van uitbuiting= werken voor iemand anders.
o Ben je eigenlijk vrij? Als je moet werken voor te overleven.
Verplichte arbeid te kopen.
Naarmate de rechten verhogen, naarmate de winst daalt.
, o Uitbuiting word relatief genoemd volgens Marx.
Hegel’s dialectiek
Hegel startte van absolute idealisme.
Marx= dit klopt langs geen kanten. Als je iets wilt begrijpen van de maatschappij moet je beginnen
met de voeten op de grond.
Historisch materialisme
o Heel specifieke evolutie en in elk stadium zie je dat er bepaalde klassen tegenover
elkaar staan.
o Historisch antropologisch materialisme van verleden, heden en zelfs toekomst.
Evolutie en vooruitgang
o Op een bepaald moment zal deze spanning plaatsvinden en opgegeven in een nieuwe
synthese.
Klassenstrijd
o De motor van de samenleving.
o Tegenover elkaar op verschillende vlakken
1) productieverhouding= onderbouw, machinerie
2bovenbouw
Onderbouw & Bovenbouw
o Onderbouw= productieverhouding
o Bovenbouw= Geheel van instituties van politieke, wetgeving die de economische
onderbouw weerspiegelen.
o Marx= niet het bewustzijn van mensen hun maatschappelijk bestaan bepaald maar
omgekeerd, het maatschappelijk bestaan bepaald het bewustzijn.
Mensen kunnen maar denken over bepaalde zaken door de maatschappelijke
structuur.
Vraag: komen we in een tijdperk waarin het systeem van het leven geen
antwoorden meer bied? Alleen via oorlogen evolueren?
Hebben we genoeg elementen om er iets over te zeggen en is het
ideale zelfs beter in werkelijkheid?
Omgekeerde van Hegel.
Geschiedenis = opeenvolging van economische stadia
o Die altijd naar beter en meer (niet altijd in aantal)
Vond dat de burgerij iets fantastisch gedaan hadden= regime opgekuist, vooruitgang
Vooruitgang is alleen beperkend voor een bepaalde groep in de maatschappij.