1
Inhoudsopgave
Inleiding
...........................................................................................................................................
2
Hoofdstuk
1
:
Wat
is
wetenschappelijk?
(les
1-‐3)
..............................................................................
2
1
Doelstellingen
.........................................................................................................................................
2
2
Wat
is
GEEN
wetenschap?
.......................................................................................................................
2
3
Criteria
voor
een
goed
onderzoek
............................................................................................................
2
OEFENING
..................................................................................................................................................
3
4
Definities
à
worden
nooit
letterlijk
gevraagd
op
het
examen!
Je
moet
ze
kunnen
toepassen
.................
3
5
Interpretatie
van
wetenschappelijkheid
..................................................................................................
5
6
Taalgebruik
.............................................................................................................................................
5
Hoofdstuk
2
:
Wetenschappelijke
informatie
zoeken
(les
4-‐6)
...........................................................
6
1
Doelstellingen
.........................................................................................................................................
6
2.
Waarom?
Hoe?
.......................................................................................................................................
6
3
Oefening
.................................................................................................................................................
8
4
Soorten
kanalen
......................................................................................................................................
9
Hoofdstuk
3
:
Plagiaat
....................................................................................................................
10
Hoofdstuk
4
:
APA
..........................................................................................................................
11
Hoofdstuk
5
:
Artikel
analyse
..........................................................................................................
14
1
Doelstellingen
.......................................................................................................................................
14
2
Opbouw
wetenschappelijk
artikel
.........................................................................................................
14
3
Begrippen
..............................................................................................................................................
16
4
Taal
.......................................................................................................................................................
16
5
Resultaten
.............................................................................................................................................
16
6
Vakjargon
..............................................................................................................................................
17
Hoofdstuk
6
:
Informatie
verwerken
...............................................................................................
17
3
Slecht
opgebouwd
geheugen
.................................................................................................................
18
6
Synthetiseren
........................................................................................................................................
19
7
Te
bespreken
antwoorden
van
examens
................................................................................................
20
7
Synthese
................................................................................................................................................
23
8
Taalgevoeligheid
...................................................................................................................................
23
9
EXAMEN
................................................................................................................................................
24
1
,
Inleiding
Tunnelvisie
vermijden
door
zoveel
mogelijk
verschillende
bronnnen
te
raadplegen.
Hoofdstuk
1
:
Wat
is
wetenschappelijk?
(les
1-‐3)
1
Doelstellingen
2
Wat
is
GEEN
wetenschap?
OM
→
Gebaseerd
op
wetenschap,
alles
staat
al
vast
en
is
dus
niet
gebaseerd
op
:
– Meningen
Bv.
Talkshow
– bovennatuurlijke
/
geloof
– anekdotisch
=
sommige
meningen
om
te
zetten
in
anecdote
Bv.
“Roken
is
niet
gevaarlijk,
mijn
opa
van
82
rookt
al
heel
zijn
leven
en
loop
nog
gezond
rond”
→
toch
is
het
bewezen
dat
roken
slecht
/
ongezond
is.
– oude
wijsheid
Bv.
De
grieken
dachten
dat,...
→
Iets
is
wetenschap
als
het
gefalcifieerd
(=
ontkracht)
kan
worden.
→
Het
kan
verworpen
worden,
door
een
evolutie,
nieuwe
technieken,...
3
Criteria
voor
een
goed
onderzoek
Þ Controleerbaarheid
:
• Je
moet
alles
kunnen
analyseren
van
A
à
Z
(wie,
wat,
waar,
wanneer,…)
Als
dit
niet
het
geval
is
dan
moet
je
zeggen
“mijn
onderzoek
was
beperkt
want…”
• Je
moet
alles
eerlijk
vermelden
Bv.
Uit
een
commercieel
standpunt
ga
je
enkel
de
+
punten
van
een
product
vermelden
en
niet
de
-‐
punten
2
, Þ Betrouwbaarheid
• mate
waarin
bij
herhaling
van
het
onderzoek
onder
dezelfde
omstandigheden
ook
dezelfde
resultaten
worden
gevonden.
Þ Validiteit
• Intern
:
Mate
waarin
methoden
voor
het
verzamelen
van
data
nauwkeurig
meten
wat
ze
zouden
moeten
meten.
à
Meetinstrument
moet
correct
meten
=
super
belangrijk!
• Extern
:
Als
je
niet
veralgemeend
bij
een
bepaald
onderzoek
,
niet
:
Bv.
Je
ondervraagt
enkel
jongere
mensen
maar
zegt
:
“heel
de
Belgische
bevolking…”
Þ Objectiviteit
• Nooit
100
%
objectief
(door
nadruk
te
leggen,
stukken
weglaten,
chantage,…)
Þ Etisch
verantwoord
• <-‐>
Overantwoord
=
concurrent
vraagt
aan
studenten
om
onderzoek
te
doen
bij
een
ander
bedrijf
om
bepaalde
technieken
“te
stelen,….”
!!!
Met
internet
voelt
men
snel
expert,
wat
niet
het
geval
was
vroeger
OEFENING
“De
HR
manager
is
bezorgd
omdat
een
productiemanager
vertelde
dat
er
veel
demotivatie
is
bij
de
arbeiders.
Hij
spreekt
met
een
aantal
arbeiders
en
concludeert
dat
arbeiders
gemotiveerder
zouden
zijn
als
ze
een
hoger
loon
zouden
ontvangen.”
à
wetenschappelijk?
verklaard
dat
een
hoger
loon
voor
motivatie
zal
zorgen?
à
controleerbaarheid?
Hoeveel?
Wie
exact?
At
random
gekozen?
à
betrouwbaarheid?
Welke
omstandigheden?
Sociale
druk?
Anoniem?
à
interne
validiteit
Is
de
vragenlijst
die
hij
gebruikt
wel
gebaseerd
op
een
theoretisch
kader
?
Verbetering
:
“De
HR
manager
is
bezorgd
omdat
een
productiemanager
vertelde
dat
er
veel
demotivatie
is
bij
de
arbeiders.
Hij
spreekt
met
15,
at
random
gekozen,
oudere
arbeiders”
“De
HR
manager
is
bezorgd
omdat
een
productiemanager
vertelde
dat
er
veel
demotivatie
is
bij
de
arbeiders.
Hij
maakt
een
vragenlijst,
plaatst
voldoende
exemplaren
in
de
cafetaria
naast
een
doos
om
anoniem
ingevulde
lijsten
te
deponeren”
4
Definities
à
worden
nooit
letterlijk
gevraagd
op
het
examen!
Je
moet
ze
kunnen
toepassen
Onderzoek:
doelbewust
en
methodisch
zoeken
naar
nieuwe
kennis
in
de
vorm
van
antwoorden
op
vooraf
gestelde
vragen
volgens
een
vooraf
opgesteld
plan
Toegepast
:
Enkel
toegepast
op
de
realiteit,
niet
breed
genoeg
(Bv.
Bedrijfsleven)
Fundamenteel
:
opdoen
van
kennis
voor
het
ontwikkelen
of
uitbreiden
van
wetenschappelijke
theorieën. =
vertrekkend
van
een
theorie
3