Recht
Mogelijke examenvragen met antwoorden:
1. Oefeningen huwelijksvermogensrecht: tot welk vermogen behoren de activa/
passiva?
2. Oefeningen erfrecht: wie erft?
3. Oefeningen erfrecht: successierechten: wie betaalt wat?
Mevrouw X is op 6 mei 2021 na palliatieve zorg in UZA overleden, zonder uiterste
wilsbeschikkingen. Zij laat 3 meerderjarige kinderen na: A, B en C
Haar nalatenschap, na aftrek van alle schulden bestaat uit:
- Roerend vermogen: 300.000 euro
- Onroerend vermogen: 600.000 euro
Hoeveel zal elk van kinderen erven en hoeveel dient elk kind apart te betalen aan
de Liscus?
Roerende goederen: Ieder kind: €100.000,00.
Eerste schijf = €1.500,00
Tweede schijf = €4.500,00
Totaal = €6.000,00
Onroerende goederen: Ieder kind: €200.000,00.
Eerste schijf = €1.500,00
Tweede schijf = €13.500,00
Totaal = €15.000,00
Ieder kind: €6.000,00 + €15.000,00 = €21.000,00 te betalen.
4. Casussen
5. Wat verstaat men onder relatievermogensrecht?
= het geheel van regels dat:
- De vermogensrechtelijke verhoudingen beheerst tussen de partners onderling en
tegenover derden, zowel tijdens de relatie als bij de ontbinding ervan.
6. Bespreek de 2 componenten van het relatievermogensrecht.
- De relatie:
Huwelijksvermogensrecht: regeling van vermogensrechtelijke afspraken tussen
gehuwden. à Uitvoerig beschermingsmechanisme.
Samenlevingsvermogensrecht: duurzame intieme relaties niet geregeld door
het huwelijksvermogensrecht. à Nauwelijks bescherming/ wijzigingen
wetgeving.
- Het vermogen:
Alle activa: roerende en onroerende goederen.
Alle passiva: schulden.
, 7. Welke 3 juridische vormen van samenwonen kent het Belgisch recht? Geef kort
een omschrijving van elke vorm.
- Feitelijk samenwonen: op hetzelfde adres wonen met je partner of andere
derde, geen speciWiek statuut, gemeen recht
- Wettelijk samenwonen: verklaring bij de gemeente afgelegd van wettelijke
samenwoning, gedeeltelijk geregeld Wet 23 november 1998
- Huwelijk: burgerlijk huwelijk: wettelijk stelsel of huwelijkscontract, uitgebreid
geheel van speciWieke normen.
8. Twee partners zijn wettelijk samenwonend: hoeveel vermogens bestaan er? Twee
partners zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel: hoeveel vermogens bestaan er?
Leg kort uit.
- Wettelijk samenwonend: 2 afzonderlijke, gescheiden vermogens.
- Gehuwd onder het wettelijk stelsel: gemeenschappelijk vermogen +
mogelijkheid om regelingen uit te werken ingeval van scheiding of overlijden.
9. Het Belgisch recht kent 3 juridische vormen van samenwoning. Laat de Belgische
grondwet en het EVRM enig onderscheid toe? Leg uit.
Er mag een onderscheid zijn tussen personen die ervoor kiezen om te huwen en zij die
ervoor kiezen om samen te wonen.
Vrije en bewuste keuze moet gerespecteerd worden. Het recht maakt onderscheid op
basis van keuze, dit is niet discriminatoir.
10. Wat verstaat men onder huwelijksvermogensrecht? Bespreek.
= het geheel van regels dat:
- De vermogensrechtelijke verhouding beheerst tussen echtgenoten onderling é n
tegenover derden, zowel tijdens het huwelijk als bij de ontbinding ervan.
11. Het huwelijksvermogensrecht is een ‘lex specialis’. Bespreek.
= speciLieke wetgeving primeert op de algemene wetgeving
De vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk worden:
NIET beheerst door het gemene verbintenissen- en overeenkomstenrecht;
WEL, IN EERSTE INSTANTIE door het huwelijksvermogensrecht;
WANNEER niets is voorzien in de speciWieke wetgeving, valt men terug op de algemene
wetgeving.
12. Welke rechtbank is gebruikelijk en in eerste aanleg bevoegd voor geschillen met
betrekking tot het huwelijksvermogensrecht?
Familierechtbanken.
13. Uit welke 2 pijlers bestaat het huwelijksvermogensrecht?
, - Het primair stelsel.
- Het secundair huwelijksvermogensrecht.
14. Wat verstaan we onder primair huwelijksvermogensstelsel?
Het primair stelsel regelt op eenvormige en dwingende wijze de minimale rechten en
verplichtingen van de echtgenoten, zowel onderling als in hun verhouding met derden.
Het is van toepassing op alle echtgenoten, door het enkele feit van het huwelijk.
15. Geef de 3 krachtlijnen van het primair stelsel.
- 1e krachtlijn : gelijkheid tussen de echtgenoten.
- 2e krachtlijn: solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming van het
gezinsleven.
- 3e krachtlijn: behoud van de zelfstandigheid van ieder van de echtgenoten.
16. Op wie en wanneer is het primair huwelijksvermogensrecht van toepassing en
geef de 3 krachtlijnen van het primair huwelijksvermogensrecht.
Het primair stelsel regelt op eenvormige en dwingende wijze de minimale rechten en
verplichtingen van de echtgenoten, zowel onderling als in hun verhouding met derden.
Het is van toepassing op alle echtgenoten, door het enkele feit van het huwelijk.
- 1e krachtlijn : gelijkheid tussen de echtgenoten.
- 2e krachtlijn: solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming van het
gezinsleven.
- 3e krachtlijn: behoud van de zelfstandigheid van ieder van de echtgenoten.
17. Artikel 215 §1, 1° BW luidt als volgt:
‘De ene echtgenoot kan zonder instemming van de andere niet onder bezwarende
titel of om niet onder de levende beschikken over de rechten die hij bezit op het
onroerend goed dat het gezin tot voornaamste woning dient, noch dat goed met
hypotheek bezwaren.’
Bespreek dit artikel aan de hand van de krachtlijn(en) uit het primair
huwelijksstelsel.
Hij kan zonder die instemming evenmin onder bezwarende titel of om niet onder de
levenden beschikken over het huisraad dat aanwezig is in het goed dat het gezin tot
voornaamste woning dient, noch dat huisraad in pand geven.
Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige redenen
weigert, kan de andere echtgenoot zich door de [familierechtbank] laten machtigen om
de handelingen alleen te verrichten.
18. Bespreek de 3 essentië le verschijningsvormen van de minimale solidaritiet
tussen de echtgenoten en de bescherming van het gezinsleven.
Mogelijke examenvragen met antwoorden:
1. Oefeningen huwelijksvermogensrecht: tot welk vermogen behoren de activa/
passiva?
2. Oefeningen erfrecht: wie erft?
3. Oefeningen erfrecht: successierechten: wie betaalt wat?
Mevrouw X is op 6 mei 2021 na palliatieve zorg in UZA overleden, zonder uiterste
wilsbeschikkingen. Zij laat 3 meerderjarige kinderen na: A, B en C
Haar nalatenschap, na aftrek van alle schulden bestaat uit:
- Roerend vermogen: 300.000 euro
- Onroerend vermogen: 600.000 euro
Hoeveel zal elk van kinderen erven en hoeveel dient elk kind apart te betalen aan
de Liscus?
Roerende goederen: Ieder kind: €100.000,00.
Eerste schijf = €1.500,00
Tweede schijf = €4.500,00
Totaal = €6.000,00
Onroerende goederen: Ieder kind: €200.000,00.
Eerste schijf = €1.500,00
Tweede schijf = €13.500,00
Totaal = €15.000,00
Ieder kind: €6.000,00 + €15.000,00 = €21.000,00 te betalen.
4. Casussen
5. Wat verstaat men onder relatievermogensrecht?
= het geheel van regels dat:
- De vermogensrechtelijke verhoudingen beheerst tussen de partners onderling en
tegenover derden, zowel tijdens de relatie als bij de ontbinding ervan.
6. Bespreek de 2 componenten van het relatievermogensrecht.
- De relatie:
Huwelijksvermogensrecht: regeling van vermogensrechtelijke afspraken tussen
gehuwden. à Uitvoerig beschermingsmechanisme.
Samenlevingsvermogensrecht: duurzame intieme relaties niet geregeld door
het huwelijksvermogensrecht. à Nauwelijks bescherming/ wijzigingen
wetgeving.
- Het vermogen:
Alle activa: roerende en onroerende goederen.
Alle passiva: schulden.
, 7. Welke 3 juridische vormen van samenwonen kent het Belgisch recht? Geef kort
een omschrijving van elke vorm.
- Feitelijk samenwonen: op hetzelfde adres wonen met je partner of andere
derde, geen speciWiek statuut, gemeen recht
- Wettelijk samenwonen: verklaring bij de gemeente afgelegd van wettelijke
samenwoning, gedeeltelijk geregeld Wet 23 november 1998
- Huwelijk: burgerlijk huwelijk: wettelijk stelsel of huwelijkscontract, uitgebreid
geheel van speciWieke normen.
8. Twee partners zijn wettelijk samenwonend: hoeveel vermogens bestaan er? Twee
partners zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel: hoeveel vermogens bestaan er?
Leg kort uit.
- Wettelijk samenwonend: 2 afzonderlijke, gescheiden vermogens.
- Gehuwd onder het wettelijk stelsel: gemeenschappelijk vermogen +
mogelijkheid om regelingen uit te werken ingeval van scheiding of overlijden.
9. Het Belgisch recht kent 3 juridische vormen van samenwoning. Laat de Belgische
grondwet en het EVRM enig onderscheid toe? Leg uit.
Er mag een onderscheid zijn tussen personen die ervoor kiezen om te huwen en zij die
ervoor kiezen om samen te wonen.
Vrije en bewuste keuze moet gerespecteerd worden. Het recht maakt onderscheid op
basis van keuze, dit is niet discriminatoir.
10. Wat verstaat men onder huwelijksvermogensrecht? Bespreek.
= het geheel van regels dat:
- De vermogensrechtelijke verhouding beheerst tussen echtgenoten onderling é n
tegenover derden, zowel tijdens het huwelijk als bij de ontbinding ervan.
11. Het huwelijksvermogensrecht is een ‘lex specialis’. Bespreek.
= speciLieke wetgeving primeert op de algemene wetgeving
De vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk worden:
NIET beheerst door het gemene verbintenissen- en overeenkomstenrecht;
WEL, IN EERSTE INSTANTIE door het huwelijksvermogensrecht;
WANNEER niets is voorzien in de speciWieke wetgeving, valt men terug op de algemene
wetgeving.
12. Welke rechtbank is gebruikelijk en in eerste aanleg bevoegd voor geschillen met
betrekking tot het huwelijksvermogensrecht?
Familierechtbanken.
13. Uit welke 2 pijlers bestaat het huwelijksvermogensrecht?
, - Het primair stelsel.
- Het secundair huwelijksvermogensrecht.
14. Wat verstaan we onder primair huwelijksvermogensstelsel?
Het primair stelsel regelt op eenvormige en dwingende wijze de minimale rechten en
verplichtingen van de echtgenoten, zowel onderling als in hun verhouding met derden.
Het is van toepassing op alle echtgenoten, door het enkele feit van het huwelijk.
15. Geef de 3 krachtlijnen van het primair stelsel.
- 1e krachtlijn : gelijkheid tussen de echtgenoten.
- 2e krachtlijn: solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming van het
gezinsleven.
- 3e krachtlijn: behoud van de zelfstandigheid van ieder van de echtgenoten.
16. Op wie en wanneer is het primair huwelijksvermogensrecht van toepassing en
geef de 3 krachtlijnen van het primair huwelijksvermogensrecht.
Het primair stelsel regelt op eenvormige en dwingende wijze de minimale rechten en
verplichtingen van de echtgenoten, zowel onderling als in hun verhouding met derden.
Het is van toepassing op alle echtgenoten, door het enkele feit van het huwelijk.
- 1e krachtlijn : gelijkheid tussen de echtgenoten.
- 2e krachtlijn: solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming van het
gezinsleven.
- 3e krachtlijn: behoud van de zelfstandigheid van ieder van de echtgenoten.
17. Artikel 215 §1, 1° BW luidt als volgt:
‘De ene echtgenoot kan zonder instemming van de andere niet onder bezwarende
titel of om niet onder de levende beschikken over de rechten die hij bezit op het
onroerend goed dat het gezin tot voornaamste woning dient, noch dat goed met
hypotheek bezwaren.’
Bespreek dit artikel aan de hand van de krachtlijn(en) uit het primair
huwelijksstelsel.
Hij kan zonder die instemming evenmin onder bezwarende titel of om niet onder de
levenden beschikken over het huisraad dat aanwezig is in het goed dat het gezin tot
voornaamste woning dient, noch dat huisraad in pand geven.
Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige redenen
weigert, kan de andere echtgenoot zich door de [familierechtbank] laten machtigen om
de handelingen alleen te verrichten.
18. Bespreek de 3 essentië le verschijningsvormen van de minimale solidaritiet
tussen de echtgenoten en de bescherming van het gezinsleven.
