DEEL I: HOOFDSTUK 1
(Openbaar) bestuur = de uitvoerende macht op federaal en regionaal niveau, provincies en
gemeenten, bijzondere gemeentelijke diensten.
Eenzijdige beslissing = een beslissing zonder akkoord van de tegenpartij.
Individuele/beschikkende bestuurlijke beslissingen = beslissingen die een individueel persoon of
een groep betreffen. (Individuele draagwijdte)
Reglementaire bestuurlijke beslissingen = beslissingen die voor iedereen gelden die onder de
beslissing valt. (algemene draagwijdte)
Jurisdictionele beslissingen = uitspraken door administratieve rechtbanken.
Materiële handeling = een handeling zonder rechtsgevolgen.
Administratieve rechtshandeling = handelingen die rechtsgevolgen hebben en rechten en
verplichtingen creëren.
Uitvoerbare beslissingen = beslissingen die derden binden, zonder het akkoord van de betrokkene.
Deze beslissingen zijn genomen door een administratieve overheid.
Uitvoerbaar bij voorbaat = administratieve overheid mag haar eenzijdige beslissing ten uitvoer
leggen zonder vooraf door de rechter de wettigheid van haar beslissing te horen erkennen.
Ambtshalve tot gedwongen uitvoering = administratieve overheid kan de burger in principe tot
uitvoering van haar beslissing dwingen.
Rechtverlenend = je krijgt het recht om iets te doen.
Niet-rechtverlenend = het recht wordt geweigerd.
Discretionaire bevoegdheid = de wetgever laat het bestuur een zekere keuze/beleidsvrijheid bij het
nemen van een beslissing .
Gebonden bevoegdheid = het bestuur heeft geen keuze/beleidsvrijheid bij het nemen van een
beslissing.
Administratieve sanctie = een middel voor de bestuurlijke overheid om zelf op te treden tegen
inbreuken op haar voorschriften in plaats van de sanctionering over te laten een de strafrechter.
Preventieve veiligheidsmaatregel = het bestuur neemt een passende preventieve
veiligheidsmaatregel telkens de openbare orde, rust, veiligheid of gezondheid gevaar loopt. Deze
maatregel veronderstel niet noodzakelijk een inbreuk op een rechtsregel. Deze maatregel bestraft
niet, maar wil beschermen en duurt zolang het risico bestaat.
DEEL I: HOOFDSTUK 3
Algemene beginselen behoorlijk bestuur (ABBB) = ongeschreven rechtsregels die door de rechter
worden geformuleerd en die het bestuur in acht moet nemen bij het uitoefenen van haar
administratieve functies.
Procedurele of vormelijke beginselen = zijn gericht op het besluitvormingsproces, maar beïnvloeden
niet noodzakelijkerwijze het uiteindelijke resultaat.
Inhoudelijke of materiële beginselen = beïnvloeden wel noodzakelijkerwijze de eigenlijke beslissing.
(Openbaar) bestuur = de uitvoerende macht op federaal en regionaal niveau, provincies en
gemeenten, bijzondere gemeentelijke diensten.
Eenzijdige beslissing = een beslissing zonder akkoord van de tegenpartij.
Individuele/beschikkende bestuurlijke beslissingen = beslissingen die een individueel persoon of
een groep betreffen. (Individuele draagwijdte)
Reglementaire bestuurlijke beslissingen = beslissingen die voor iedereen gelden die onder de
beslissing valt. (algemene draagwijdte)
Jurisdictionele beslissingen = uitspraken door administratieve rechtbanken.
Materiële handeling = een handeling zonder rechtsgevolgen.
Administratieve rechtshandeling = handelingen die rechtsgevolgen hebben en rechten en
verplichtingen creëren.
Uitvoerbare beslissingen = beslissingen die derden binden, zonder het akkoord van de betrokkene.
Deze beslissingen zijn genomen door een administratieve overheid.
Uitvoerbaar bij voorbaat = administratieve overheid mag haar eenzijdige beslissing ten uitvoer
leggen zonder vooraf door de rechter de wettigheid van haar beslissing te horen erkennen.
Ambtshalve tot gedwongen uitvoering = administratieve overheid kan de burger in principe tot
uitvoering van haar beslissing dwingen.
Rechtverlenend = je krijgt het recht om iets te doen.
Niet-rechtverlenend = het recht wordt geweigerd.
Discretionaire bevoegdheid = de wetgever laat het bestuur een zekere keuze/beleidsvrijheid bij het
nemen van een beslissing .
Gebonden bevoegdheid = het bestuur heeft geen keuze/beleidsvrijheid bij het nemen van een
beslissing.
Administratieve sanctie = een middel voor de bestuurlijke overheid om zelf op te treden tegen
inbreuken op haar voorschriften in plaats van de sanctionering over te laten een de strafrechter.
Preventieve veiligheidsmaatregel = het bestuur neemt een passende preventieve
veiligheidsmaatregel telkens de openbare orde, rust, veiligheid of gezondheid gevaar loopt. Deze
maatregel veronderstel niet noodzakelijk een inbreuk op een rechtsregel. Deze maatregel bestraft
niet, maar wil beschermen en duurt zolang het risico bestaat.
DEEL I: HOOFDSTUK 3
Algemene beginselen behoorlijk bestuur (ABBB) = ongeschreven rechtsregels die door de rechter
worden geformuleerd en die het bestuur in acht moet nemen bij het uitoefenen van haar
administratieve functies.
Procedurele of vormelijke beginselen = zijn gericht op het besluitvormingsproces, maar beïnvloeden
niet noodzakelijkerwijze het uiteindelijke resultaat.
Inhoudelijke of materiële beginselen = beïnvloeden wel noodzakelijkerwijze de eigenlijke beslissing.