zorgthema 4: anatomie
Het cardiovasculaire stelsel: bloed
Inleiding bloedvatenstelsel
Hele lichaam communiceert via chemische stoffen met uitwendig milieu
Snelle uitwerking chemische stoffen door gebruik van bloedvatenstelsel als inwendig
transportnetwerk
Bloedvatenstelsel vergelijkbaar met centrale verwarming
Circulerende vloeistof: water of bloed
Pomp: waterpomp of hart
Buizennetwerk: buizen of bloedvaten
Functies en eigenschappen
Bloed
is een gespecialiseerd type bindweefsel met cellen in een vloeibare matrix
Functies
Transport
o Van opgeloste gassen (O2 vanuit longen en CO2 vanuit weefsels),
o Voedingsstoffen vanuit en naar GI kanaal,
o Hormonen vanuit endocriene cellen naar doelcellen
o Afvalproducten van stofwisseling naar nieren voor uitscheiding
Stabilisering pH
o Stabilisering pH - neutralisatie zuren in bloed
o Stabilisering ionenconcentraties via diffusie tussen interstitiële vloeistoffen heft tekort of
overmaat aan ionen op (vb.: calcium of kalium)
Beperking vochtverlies
o Bloed bevat enzymen en factoren die bloedstollingsproces in gang zetten bij
beschadiging bloedvatwanden
Verdediging
o Tegen gifstoffen en ziekteverwekkers
o Bloed vervoert witte bloedcellen (WBC)
Gespecialiseerde cellen die infecties bestrijden of afvalstoffen verwijderen
o Bloed voert ook antistoffen aan
Gespecialiseerde eiwitten die binnendringende organismen of lichaamsvreemde
verbindingen aanvallen
Stabilisering lichaamstemperatuur
o Bloed vervoert de warmte die gevormd wordt door skeletspieren
o Cf. thermoregulatie
De samenstelling van bloed
Bindweefsel bestaande uit:
o Vloeibare matrix (= plasma)
Bevat opgeloste eiwitten
o Verschillende typen bloedcellen en bloedfragmenten
Rode bloedcellen (RBC): erythrocyten
Vervoer O2 en CO2
Witte bloedcellen (WBC): leucocyten
Afweer
Plaatjes: thrombocyten
Bloedstolling
1
, De samenstelling van bloed
Hematopoëse
o Vorming vaste bloedbestanddelen
o Twee typen stamcellen: de myeloïde en de lymfoïde stamcellen zijn
verantwoordelijk voor alle typen cellen
2
,
Vol bloed
o Gevormd door het bloedplasma en
de vaste bloedbestanddelen
o Volume:
± 8% lichaamsgewicht
5 – 6 liter bij volwassen mannen
4 – 5 liter bij volwassen dames
o Kan gescheiden (gefractioneerd)
worden voor onderzoek
Bloedafname en –onderzoek
Veneuze bloedname (veneuze punctie)
o Meest frequent
o Oppervlakkig gelegen vene
Makkelijk te lokaliseren, dunne wanden, lage bloeddruk snelle heling
prikwonde
Capillaire bloedname
o Cf. glycemiecontrole
Arteriële bloedname (arteriële punctie)
o “bloedgas” – veelal ter controle van gaswisseling bij de longen
o Arteria radialis of arteria femoralis
Eigenschappen:
T°: ± 38°C
Viscositeit: 5 x zo stroperig als water
pH: tussen 7,35 – 7,45
pH 7,35 – 7,45
CO₂ 35 – 45 mm Hg
O₂ 75 – 100 mm Hg
HCO₃⁻ 22- 26 mmol/l
O₂ saturatie 95 – 99 %
Plasma
Samenstelling plasma
Vormt 46 – 63% van volume vol bloed
Water vormt 93% van volume plasma
Samenstelling lijkt op interstitiële vloeistof
o Concentraties ionen (elektrolyten) vrijwel gelijk voortdurende uitwisseling
water, ionen, kleine opgeloste stoffen tussen beide vloeistoffen
Samenstelling lijkt op interstitiële vloeistof
o Verschillen:
Concentraties ademhalingsgassen (O2 en CO2)
Stofwisselingsactiviteiten van cellen
Eiwitconcentratie
Plasma-eiwitten zijn te groot om doorheen capillair te diffunderen
Plasma-eiwitten
Plasma bevat grote hoeveelheden opgeloste eiwitten
o lever
lever vormt 90% van alle plasma-eiwitten
leveraandoeningen leiden dan ook tot wijzigingen in samenstelling en
functionele eigenschappen van het bloed
3
, o Elke 100 ml plasma bevat ± 7gr eiwitten
o Uitsluitend aanwezig in bloedsomloop omwille van hun grootte – kunnen niet
doorheen capillairwand
o Albuminen, globulinen en fibrinogeen
o Albuminen
60% alle plasma-eiwitten
Grootste bijdrage aan osmotische druk bloedplasma
o Globulinen
35% plasma-eiwitten
Antistoffen en transporteiwitten
Antistoffen = immunoglobulinen vallen lichaamsvreemde
eiwitten en pathogenen aan
Transporteiwitten binden zich aan kleine ionen, hormonen, enz.
– anders uitscheiden via nieren of slecht oplossen in H2O
o Fibrinogeen
Bloedstolling fibrinogeenmoleculen reageren met elkaar en worden
omgezet tot lange onoplosbare strengen fibrine
Fibrinestrengen vormen raamwerk bloedklonter
Na verwijdering fibrine uit plasma = serum
o Lever
Lever vormt 90% van alle plasma-eiwitten
Leveraandoeningen leiden dan ook tot wijzigingen in samenstelling en
functionele eigenschappen van het bloed (vb.: stollingsstoornissen)
plasma donatie
Naast het doneren van bloed kan er ook plasma gedoneerd worden.
In plaats van vol bloed te doneren wordt je bloed door een speciale machine gestuurd en
het plasma wordt zo van de andere bloedcellen gescheiden.
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen (RBC)
Meest talrijke bloedcellen (99,9%)
Bevatten kleurstof hemoglobine (Hb)
o Binding en vervoer van O2 en CO2
Relatieve hoeveelheid RBC
1/3e van alle lichaamscellen
o Bepaling hematocriet (# RBC/µl)
Volwassen man: 5,4 miljoen RBC/µl
Volwassen vrouw: 4,8 miljoen RBC/µl
1 druppel bloed bevat ± 260 miljoen RBC
Hematocriet
o Volumepercentage cellen in vol bloed
o Na centrifugering bloedmonster
Neerslaan vaste elementen
o Hematocrietwaarde
Volwassen man: 46% (40-54)
Volwassen vrouw: 42% (37-47)
Aka: volume packed red cells of packed cell volume
4
Het cardiovasculaire stelsel: bloed
Inleiding bloedvatenstelsel
Hele lichaam communiceert via chemische stoffen met uitwendig milieu
Snelle uitwerking chemische stoffen door gebruik van bloedvatenstelsel als inwendig
transportnetwerk
Bloedvatenstelsel vergelijkbaar met centrale verwarming
Circulerende vloeistof: water of bloed
Pomp: waterpomp of hart
Buizennetwerk: buizen of bloedvaten
Functies en eigenschappen
Bloed
is een gespecialiseerd type bindweefsel met cellen in een vloeibare matrix
Functies
Transport
o Van opgeloste gassen (O2 vanuit longen en CO2 vanuit weefsels),
o Voedingsstoffen vanuit en naar GI kanaal,
o Hormonen vanuit endocriene cellen naar doelcellen
o Afvalproducten van stofwisseling naar nieren voor uitscheiding
Stabilisering pH
o Stabilisering pH - neutralisatie zuren in bloed
o Stabilisering ionenconcentraties via diffusie tussen interstitiële vloeistoffen heft tekort of
overmaat aan ionen op (vb.: calcium of kalium)
Beperking vochtverlies
o Bloed bevat enzymen en factoren die bloedstollingsproces in gang zetten bij
beschadiging bloedvatwanden
Verdediging
o Tegen gifstoffen en ziekteverwekkers
o Bloed vervoert witte bloedcellen (WBC)
Gespecialiseerde cellen die infecties bestrijden of afvalstoffen verwijderen
o Bloed voert ook antistoffen aan
Gespecialiseerde eiwitten die binnendringende organismen of lichaamsvreemde
verbindingen aanvallen
Stabilisering lichaamstemperatuur
o Bloed vervoert de warmte die gevormd wordt door skeletspieren
o Cf. thermoregulatie
De samenstelling van bloed
Bindweefsel bestaande uit:
o Vloeibare matrix (= plasma)
Bevat opgeloste eiwitten
o Verschillende typen bloedcellen en bloedfragmenten
Rode bloedcellen (RBC): erythrocyten
Vervoer O2 en CO2
Witte bloedcellen (WBC): leucocyten
Afweer
Plaatjes: thrombocyten
Bloedstolling
1
, De samenstelling van bloed
Hematopoëse
o Vorming vaste bloedbestanddelen
o Twee typen stamcellen: de myeloïde en de lymfoïde stamcellen zijn
verantwoordelijk voor alle typen cellen
2
,
Vol bloed
o Gevormd door het bloedplasma en
de vaste bloedbestanddelen
o Volume:
± 8% lichaamsgewicht
5 – 6 liter bij volwassen mannen
4 – 5 liter bij volwassen dames
o Kan gescheiden (gefractioneerd)
worden voor onderzoek
Bloedafname en –onderzoek
Veneuze bloedname (veneuze punctie)
o Meest frequent
o Oppervlakkig gelegen vene
Makkelijk te lokaliseren, dunne wanden, lage bloeddruk snelle heling
prikwonde
Capillaire bloedname
o Cf. glycemiecontrole
Arteriële bloedname (arteriële punctie)
o “bloedgas” – veelal ter controle van gaswisseling bij de longen
o Arteria radialis of arteria femoralis
Eigenschappen:
T°: ± 38°C
Viscositeit: 5 x zo stroperig als water
pH: tussen 7,35 – 7,45
pH 7,35 – 7,45
CO₂ 35 – 45 mm Hg
O₂ 75 – 100 mm Hg
HCO₃⁻ 22- 26 mmol/l
O₂ saturatie 95 – 99 %
Plasma
Samenstelling plasma
Vormt 46 – 63% van volume vol bloed
Water vormt 93% van volume plasma
Samenstelling lijkt op interstitiële vloeistof
o Concentraties ionen (elektrolyten) vrijwel gelijk voortdurende uitwisseling
water, ionen, kleine opgeloste stoffen tussen beide vloeistoffen
Samenstelling lijkt op interstitiële vloeistof
o Verschillen:
Concentraties ademhalingsgassen (O2 en CO2)
Stofwisselingsactiviteiten van cellen
Eiwitconcentratie
Plasma-eiwitten zijn te groot om doorheen capillair te diffunderen
Plasma-eiwitten
Plasma bevat grote hoeveelheden opgeloste eiwitten
o lever
lever vormt 90% van alle plasma-eiwitten
leveraandoeningen leiden dan ook tot wijzigingen in samenstelling en
functionele eigenschappen van het bloed
3
, o Elke 100 ml plasma bevat ± 7gr eiwitten
o Uitsluitend aanwezig in bloedsomloop omwille van hun grootte – kunnen niet
doorheen capillairwand
o Albuminen, globulinen en fibrinogeen
o Albuminen
60% alle plasma-eiwitten
Grootste bijdrage aan osmotische druk bloedplasma
o Globulinen
35% plasma-eiwitten
Antistoffen en transporteiwitten
Antistoffen = immunoglobulinen vallen lichaamsvreemde
eiwitten en pathogenen aan
Transporteiwitten binden zich aan kleine ionen, hormonen, enz.
– anders uitscheiden via nieren of slecht oplossen in H2O
o Fibrinogeen
Bloedstolling fibrinogeenmoleculen reageren met elkaar en worden
omgezet tot lange onoplosbare strengen fibrine
Fibrinestrengen vormen raamwerk bloedklonter
Na verwijdering fibrine uit plasma = serum
o Lever
Lever vormt 90% van alle plasma-eiwitten
Leveraandoeningen leiden dan ook tot wijzigingen in samenstelling en
functionele eigenschappen van het bloed (vb.: stollingsstoornissen)
plasma donatie
Naast het doneren van bloed kan er ook plasma gedoneerd worden.
In plaats van vol bloed te doneren wordt je bloed door een speciale machine gestuurd en
het plasma wordt zo van de andere bloedcellen gescheiden.
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen (RBC)
Meest talrijke bloedcellen (99,9%)
Bevatten kleurstof hemoglobine (Hb)
o Binding en vervoer van O2 en CO2
Relatieve hoeveelheid RBC
1/3e van alle lichaamscellen
o Bepaling hematocriet (# RBC/µl)
Volwassen man: 5,4 miljoen RBC/µl
Volwassen vrouw: 4,8 miljoen RBC/µl
1 druppel bloed bevat ± 260 miljoen RBC
Hematocriet
o Volumepercentage cellen in vol bloed
o Na centrifugering bloedmonster
Neerslaan vaste elementen
o Hematocrietwaarde
Volwassen man: 46% (40-54)
Volwassen vrouw: 42% (37-47)
Aka: volume packed red cells of packed cell volume
4