H6: Beenderstelsel
Functies van het beenderstelsel
Ondersteuning
- Lichaamsmassa tegen zwaartekracht in
Opslag
- Calciumfosfaat in de vorm van hydroxyl-apatietkristallen in beenmatrix
- Vet in gele beenmerg
Vorming bloedcellen
- In rode beenmerg ofte myleoide weefsel
Bescherming welke weefsel
Beweging via hefboomwerking
Macroscopische kenmerken van beenderen
4 typen: lange, korte, platte en onregelmatige beenderen
Diafyse: schacht
Epifyse: eindstuk
Substantia compacta: compact beendweefsel
Substantia spongiosa: spongieus beenweefsel
Medulaire holte:
- Endost(eum): inwendig beenvlies
- Medulla: merg
Periost(eum): uitwendig beenvlies
Gewrichtskraakbeen
Microscopische kenmerken van beenderen: periost(eum)
2 lagen:
Buitenste vezelige laag: bindweefsel
Binnenste cellulair laag: osteoblasten en osteoclasten
Is onderbroken voor doorgang bloedvaten en zenuwen
Functies:
Isolatie van bot
Groei en herstel van bot: kan er de cellen voor leveren
Aanhechtingsplaats pezen, ligamenten en gewrichtskapsel
Microscopische kenmerken van beenderen: substantia
Substantia compacta: grote draagkracht in een richting
, Osteon of systeem van Havers: de functionele eenheid van het BS
- Centraal kanaal van Havers
- Verbindingskanalen van Volkman
- Lamellae: lamellen van matrix met calciumfosfaat en collagene vezels
- Lacunae: lacunes met botcellen
o Canaliculi: verbinden lacunes met elkaar en bevatten cytoplasma-uitlopers van
botcellen
Substantia spongiosa: beperkte draagkracht in vele richtingen
Trabeculae: botbalkjes
MC: Wat is de kleinste functionele eenheid van het spierstelsel?
Sarcomeer (sarco: vlees = spier)
Osteon (os: beenderen =beenderstelsel)
Neuron (zenuwcellen)
Nefron (ivm. Nieren)
Microscopische kenmerken van beenderen: endost(eum)
1 cellulair laag:
Osteoblasten en osteoclasten
Functies:
Groei en herstel van bot: kan er de cellen voor leveren
Microscopische kenmerken van beenderen: cellen
Osteoblasten
Ossificatie: productie matrix en afzetting calciumzouten
Worden osteocyten zodra omgeven door gecalcificeerde matrix
Osteocyten
Volwassene botcellen
Handhaven de matrix
Osteoclasten (vormen aparte klasse cellen terwijl osteoblasten voorlopercellen zijn van osteocyten)
Osteolyse: lossen matrix op via zuren en enzymen
Resorptie: stellen opgeloste mineralen vrij in bloedsoploop
Botvorming door ossificatie en appositie
Ossificatie:
= is het proces van verbening, waarbij andere weefseltypes door beenweefsel worden vervangen
2 types: intramembraneuze en enchondrale verbening
Vinden beide plaats tussen de leeftijd van 6 weken en 25 jaar
Functies van het beenderstelsel
Ondersteuning
- Lichaamsmassa tegen zwaartekracht in
Opslag
- Calciumfosfaat in de vorm van hydroxyl-apatietkristallen in beenmatrix
- Vet in gele beenmerg
Vorming bloedcellen
- In rode beenmerg ofte myleoide weefsel
Bescherming welke weefsel
Beweging via hefboomwerking
Macroscopische kenmerken van beenderen
4 typen: lange, korte, platte en onregelmatige beenderen
Diafyse: schacht
Epifyse: eindstuk
Substantia compacta: compact beendweefsel
Substantia spongiosa: spongieus beenweefsel
Medulaire holte:
- Endost(eum): inwendig beenvlies
- Medulla: merg
Periost(eum): uitwendig beenvlies
Gewrichtskraakbeen
Microscopische kenmerken van beenderen: periost(eum)
2 lagen:
Buitenste vezelige laag: bindweefsel
Binnenste cellulair laag: osteoblasten en osteoclasten
Is onderbroken voor doorgang bloedvaten en zenuwen
Functies:
Isolatie van bot
Groei en herstel van bot: kan er de cellen voor leveren
Aanhechtingsplaats pezen, ligamenten en gewrichtskapsel
Microscopische kenmerken van beenderen: substantia
Substantia compacta: grote draagkracht in een richting
, Osteon of systeem van Havers: de functionele eenheid van het BS
- Centraal kanaal van Havers
- Verbindingskanalen van Volkman
- Lamellae: lamellen van matrix met calciumfosfaat en collagene vezels
- Lacunae: lacunes met botcellen
o Canaliculi: verbinden lacunes met elkaar en bevatten cytoplasma-uitlopers van
botcellen
Substantia spongiosa: beperkte draagkracht in vele richtingen
Trabeculae: botbalkjes
MC: Wat is de kleinste functionele eenheid van het spierstelsel?
Sarcomeer (sarco: vlees = spier)
Osteon (os: beenderen =beenderstelsel)
Neuron (zenuwcellen)
Nefron (ivm. Nieren)
Microscopische kenmerken van beenderen: endost(eum)
1 cellulair laag:
Osteoblasten en osteoclasten
Functies:
Groei en herstel van bot: kan er de cellen voor leveren
Microscopische kenmerken van beenderen: cellen
Osteoblasten
Ossificatie: productie matrix en afzetting calciumzouten
Worden osteocyten zodra omgeven door gecalcificeerde matrix
Osteocyten
Volwassene botcellen
Handhaven de matrix
Osteoclasten (vormen aparte klasse cellen terwijl osteoblasten voorlopercellen zijn van osteocyten)
Osteolyse: lossen matrix op via zuren en enzymen
Resorptie: stellen opgeloste mineralen vrij in bloedsoploop
Botvorming door ossificatie en appositie
Ossificatie:
= is het proces van verbening, waarbij andere weefseltypes door beenweefsel worden vervangen
2 types: intramembraneuze en enchondrale verbening
Vinden beide plaats tussen de leeftijd van 6 weken en 25 jaar