Palliatieve zorg
Palliatieve zorg houdt in: de zorg die gegeven wordt aan cliënten
wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.
Terminale zorg houdt in: de zorg die gegeven wordt wanneer de
zorgvrager naar verwachting nog maximaal 3 maanden te leven heeft.
Palliatie in de stervensfase houdt in: de stervensfase is jouw
handelen vooral gericht op comfort en verlichting van lijden van de
zorgvrager, Maar ook aandacht voor de naasten is tijdens deze fase erg
belangrijk.
Na zorg houdt in: Deze fase begint na het overlijden van de zorgvrager.
Je verleende nazorg om bij te dragen aan de rouwverwerking van de
nabestaanden.
Wanneer je palliatieve zorg verleend probeer je de kwaliteit van leven te
verbeteren. Je voorkomt en verlicht het lijden zoveel mogelijk van de
zorgvrager, maar ook van zijn naasten. Daarbij heb je aandacht voor
symptomen In de 4 domeinen:
1 Lichamelijk
Hierbij hoort: pijn en vermoeidheid
2 Psychisch
Hierbij hoort: depressie en angst
3 Sociaal
Hierbij hoort: zorgen maken om naasten en eenzaamheid
4 Spiritueel
Hierbij hoort: levensvragen en afscheid nemen van naasten
Communicatie
Soms stelt de contactpersoon het om prijs om inzicht te krijgen In het
cliëntendossier. Hiervoor kan de zorgvrager toestemming geven. Leg aan
de contactpersoon uit hoe hij dit dossier kan inzien.
Daarnaast kun je afspreken om een schriftje te gebruiken om te
communiceren met de naasten van de zorgvrager. Hierin kun je
opschrijven wat er is gebeurd. De zorgvrager moet ook hier toestemming
voor geven.
Naast het goed observeren en rapporteren, is het ook belangrijk dat je met
collega’s durft te reflecteren op de palliatieve zorg. Zoek naar dingen die
beter kunnen. Hierdoor kun je de zorg voor een zorgvrager nog beter
maken.
, Palliatieve zorg verleen je niet alleen, maar met een heel team. Om zo
goed mogelijk zorg te kunnen verlenen. Observeer je goed en koppel je
jouw bevindingen terug aan je collega's.
Dit doe je om familie het beste te steunen. Je kunt het beste emotionele
en praktische steun bieden en informatie geven. Ga het gesprek aan met
een met een naasten van de zorgvrager, een vraag wat je voor hen kunt
betekenen. Wanneer zij overbelast worden, kun jij of een collega een deel
van de zorg overnemen. Ook kun je praktische steun bieden door
bijvoorbeeld een extra bed voor familie te regelen.
Vocht en voeding
In de laatste levensfase kan de zorgvrager geen trek meer hebben in eten
en drinken. Stel hiervan de oorzaak vast in een gesprek met de
zorgvrager. Wanneer het onderdeel is van het stervensproces, kan dit
confronterend zijn voor naasten.
Geen trek meer hebben in eten en drinken kan horen bij het
stervensproces. Als het lichaam gaat sterven, gaan de organen minder
goed werken. Ook de spijsvertering werkt vertraagd. Het lichaam kan vaak
geen voedsel meer verteren. De zorgvrager heeft hierdoor geen trek meer
en kan zelfs misselijk worden. Het lichaam geeft zelf aan dat eten en
drinken niet meer nodig is.
Naasten willen graag goed voor hun dierbare zorgen als een zorgvrager.
Als een zorgvrager geen eten of drinken meer aanneemt, kunnen naasten
zich machteloos voelen. Ook zijn zij misschien bang dat hun dierbare
honger en dorst krijgen als hij niet meer eet of drinkt. Leg hen uit dat een
zorgvrager niet meer eet, Geen honger meer heeft, Omdat het lichaam
geen voedsel kan verteren. Hij kan wel een dorstgevoel hebben. Dit
verdwijnt na een paar dagen. Ook dit hoort bij het stervensproces.
Er zijn een aantal andere dingen die Je kunt doen om de zorgvrager zo
comfortabel mogelijk te maken. Een droge mond kun je bijvoorbeeld
doorkomen door het gebruik van bevochtiging, gel en bevochtigende
wattenstaafjes.
De stervensfase
Dus stervensfase is de fase die direct voorafgaat aan het overlijden. De
dood dient zich onafwendbaar aan en de zorgvrager zal naar verwachting
binnen enkele dagen overlijden.
Signaleren
Palliatieve zorg houdt in: de zorg die gegeven wordt aan cliënten
wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.
Terminale zorg houdt in: de zorg die gegeven wordt wanneer de
zorgvrager naar verwachting nog maximaal 3 maanden te leven heeft.
Palliatie in de stervensfase houdt in: de stervensfase is jouw
handelen vooral gericht op comfort en verlichting van lijden van de
zorgvrager, Maar ook aandacht voor de naasten is tijdens deze fase erg
belangrijk.
Na zorg houdt in: Deze fase begint na het overlijden van de zorgvrager.
Je verleende nazorg om bij te dragen aan de rouwverwerking van de
nabestaanden.
Wanneer je palliatieve zorg verleend probeer je de kwaliteit van leven te
verbeteren. Je voorkomt en verlicht het lijden zoveel mogelijk van de
zorgvrager, maar ook van zijn naasten. Daarbij heb je aandacht voor
symptomen In de 4 domeinen:
1 Lichamelijk
Hierbij hoort: pijn en vermoeidheid
2 Psychisch
Hierbij hoort: depressie en angst
3 Sociaal
Hierbij hoort: zorgen maken om naasten en eenzaamheid
4 Spiritueel
Hierbij hoort: levensvragen en afscheid nemen van naasten
Communicatie
Soms stelt de contactpersoon het om prijs om inzicht te krijgen In het
cliëntendossier. Hiervoor kan de zorgvrager toestemming geven. Leg aan
de contactpersoon uit hoe hij dit dossier kan inzien.
Daarnaast kun je afspreken om een schriftje te gebruiken om te
communiceren met de naasten van de zorgvrager. Hierin kun je
opschrijven wat er is gebeurd. De zorgvrager moet ook hier toestemming
voor geven.
Naast het goed observeren en rapporteren, is het ook belangrijk dat je met
collega’s durft te reflecteren op de palliatieve zorg. Zoek naar dingen die
beter kunnen. Hierdoor kun je de zorg voor een zorgvrager nog beter
maken.
, Palliatieve zorg verleen je niet alleen, maar met een heel team. Om zo
goed mogelijk zorg te kunnen verlenen. Observeer je goed en koppel je
jouw bevindingen terug aan je collega's.
Dit doe je om familie het beste te steunen. Je kunt het beste emotionele
en praktische steun bieden en informatie geven. Ga het gesprek aan met
een met een naasten van de zorgvrager, een vraag wat je voor hen kunt
betekenen. Wanneer zij overbelast worden, kun jij of een collega een deel
van de zorg overnemen. Ook kun je praktische steun bieden door
bijvoorbeeld een extra bed voor familie te regelen.
Vocht en voeding
In de laatste levensfase kan de zorgvrager geen trek meer hebben in eten
en drinken. Stel hiervan de oorzaak vast in een gesprek met de
zorgvrager. Wanneer het onderdeel is van het stervensproces, kan dit
confronterend zijn voor naasten.
Geen trek meer hebben in eten en drinken kan horen bij het
stervensproces. Als het lichaam gaat sterven, gaan de organen minder
goed werken. Ook de spijsvertering werkt vertraagd. Het lichaam kan vaak
geen voedsel meer verteren. De zorgvrager heeft hierdoor geen trek meer
en kan zelfs misselijk worden. Het lichaam geeft zelf aan dat eten en
drinken niet meer nodig is.
Naasten willen graag goed voor hun dierbare zorgen als een zorgvrager.
Als een zorgvrager geen eten of drinken meer aanneemt, kunnen naasten
zich machteloos voelen. Ook zijn zij misschien bang dat hun dierbare
honger en dorst krijgen als hij niet meer eet of drinkt. Leg hen uit dat een
zorgvrager niet meer eet, Geen honger meer heeft, Omdat het lichaam
geen voedsel kan verteren. Hij kan wel een dorstgevoel hebben. Dit
verdwijnt na een paar dagen. Ook dit hoort bij het stervensproces.
Er zijn een aantal andere dingen die Je kunt doen om de zorgvrager zo
comfortabel mogelijk te maken. Een droge mond kun je bijvoorbeeld
doorkomen door het gebruik van bevochtiging, gel en bevochtigende
wattenstaafjes.
De stervensfase
Dus stervensfase is de fase die direct voorafgaat aan het overlijden. De
dood dient zich onafwendbaar aan en de zorgvrager zal naar verwachting
binnen enkele dagen overlijden.
Signaleren
