H11 Schenk- en erfbelasting
§11.1 Inleiding
De schenkbelasting en de erfbelasting zijn beide opgenomen in de Successiewet
Art 1 SW
Erfbelasting wordt geheven over alles wat iemand verkrijgt van iemand die op het
moment van zijn overlijden in Nederland woonde.
Schenkbelasting wordt geheven over alles wat door schenking wordt verkregen van
iemand die op het tijdstip van de schenking in Nederland woonde.
§11.2 Fiscale woonplaats
Zowel voor de schenkbelasting als voor de erfbelasting is vereist dat de schenker of
erflater in Nederland woont Art 1 lid 1 en 2 SW. Een Nederlander die in Nederland
heeft gewoond en binnen 10 jaar na zijn emigratie is overleden of een schenking
heeft gedaan, wordt geacht nog steeds in Nederland te wonen en is de ontvanger
schenkbelasting of erfbelasting verschuldigd in Nederland Art 3 lid 1 SW. Naast
deze 10-jaarstermijn kent de wet ook nog een 1-jaarsfictie. Op grond van deze fictie
is een schenking altijd belast met Nederlandse schenkbelasting als een schenker
binnen 1 jaar na emigratie uit Nederland een schenking doet, ook a is de schenker
niet de Nederlandse nationaliteit heeft art 3 lid 2 SW. De werking van deze
woonplaatsficties kan leiden tot dubbele belastingheffing, namelijk in Nederland en
het woonland. Om dubbele belastingheffing te vermijden heeft Nederland een aantal
erfbelastingverdragen gestolen.
§11.3 De tarieven
De tarieven voor de schenk- en erfbelasting zijn gelijk. De successiewet kent drie
tariefgroepen, met elk twee tariefschijven art 24 lid 1 SW
Het begrip partner
In art 5a AWR is een algemeen partnerbegrip opgenomen voor alle belastingwetten.
In de successiewet wordt van dit partnerbegrip gedeeltelijk afgeweken art 1a SW.
Voor schenk- en erfbelasting worden de volgende personen als partners aangemerkt:
-Gehuwden, mits zij niet zijn gescheiden van tafel en bed
-Personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan
-Ongehuwd samenwonenden (met of zonder samenlevingscontract), mits zij voldoen
aan de volgende eisen (bij overleiden 6 maanden en bij schenking 2 jaar voldoen
aan deze eisen)
* Beiden meerderjarig
* Hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten waarin een wederzijdse
zorgverplichting is vastgelegd Het vereiste van een samenlevingscontract in Art 1a
lid c SW geldt niet voor personen die tot het tijdstip van schenking of overlijden
gedurende 5 jaar (5-jaareis staan ingeschreven op hetzelfde woonadres art 1a lid 3
SW.
* Zij hebben een duurzame gemeenschappelijke huishouding gevoerd en stonden
gedurende deze periode op hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie
personen.
* zij zijn geen bloedverwanten (ouder en kind) Het vereiste dat de samenwoners
geen bloedverwanten zijn in Art 1a lid d SW geldt niet als er sprake is van mantelzorg
art 1a lid 4 SW.
§11.1 Inleiding
De schenkbelasting en de erfbelasting zijn beide opgenomen in de Successiewet
Art 1 SW
Erfbelasting wordt geheven over alles wat iemand verkrijgt van iemand die op het
moment van zijn overlijden in Nederland woonde.
Schenkbelasting wordt geheven over alles wat door schenking wordt verkregen van
iemand die op het tijdstip van de schenking in Nederland woonde.
§11.2 Fiscale woonplaats
Zowel voor de schenkbelasting als voor de erfbelasting is vereist dat de schenker of
erflater in Nederland woont Art 1 lid 1 en 2 SW. Een Nederlander die in Nederland
heeft gewoond en binnen 10 jaar na zijn emigratie is overleden of een schenking
heeft gedaan, wordt geacht nog steeds in Nederland te wonen en is de ontvanger
schenkbelasting of erfbelasting verschuldigd in Nederland Art 3 lid 1 SW. Naast
deze 10-jaarstermijn kent de wet ook nog een 1-jaarsfictie. Op grond van deze fictie
is een schenking altijd belast met Nederlandse schenkbelasting als een schenker
binnen 1 jaar na emigratie uit Nederland een schenking doet, ook a is de schenker
niet de Nederlandse nationaliteit heeft art 3 lid 2 SW. De werking van deze
woonplaatsficties kan leiden tot dubbele belastingheffing, namelijk in Nederland en
het woonland. Om dubbele belastingheffing te vermijden heeft Nederland een aantal
erfbelastingverdragen gestolen.
§11.3 De tarieven
De tarieven voor de schenk- en erfbelasting zijn gelijk. De successiewet kent drie
tariefgroepen, met elk twee tariefschijven art 24 lid 1 SW
Het begrip partner
In art 5a AWR is een algemeen partnerbegrip opgenomen voor alle belastingwetten.
In de successiewet wordt van dit partnerbegrip gedeeltelijk afgeweken art 1a SW.
Voor schenk- en erfbelasting worden de volgende personen als partners aangemerkt:
-Gehuwden, mits zij niet zijn gescheiden van tafel en bed
-Personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan
-Ongehuwd samenwonenden (met of zonder samenlevingscontract), mits zij voldoen
aan de volgende eisen (bij overleiden 6 maanden en bij schenking 2 jaar voldoen
aan deze eisen)
* Beiden meerderjarig
* Hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten waarin een wederzijdse
zorgverplichting is vastgelegd Het vereiste van een samenlevingscontract in Art 1a
lid c SW geldt niet voor personen die tot het tijdstip van schenking of overlijden
gedurende 5 jaar (5-jaareis staan ingeschreven op hetzelfde woonadres art 1a lid 3
SW.
* Zij hebben een duurzame gemeenschappelijke huishouding gevoerd en stonden
gedurende deze periode op hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie
personen.
* zij zijn geen bloedverwanten (ouder en kind) Het vereiste dat de samenwoners
geen bloedverwanten zijn in Art 1a lid d SW geldt niet als er sprake is van mantelzorg
art 1a lid 4 SW.
