H3 Raamwerk Wet IB
§3.2 Belastingplicht
§3.2.1 Inleiding
Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Alle inwoners van
Nederland zijn belastingplichtig voor de inkomstenbelasting (binnenlandse
belastingplichtigen). Binnenlandse belastingplichtigen moeten inkomstenbelasting
betalen over hun inkomen, waar ter wereld ze dat ook hebben genoten.
Binnenlandse belastingplicht ontstaat door het wonen in Nederland. Het genieten van
inkomen is geen voorwaarde voor het aannemen van binnenlandse belastingplicht.
Naast de binnenlands belastingplichtigen zijn ook de mensen die niet in Nederland
wonen maar wel in Nederland inkomen genieten, belastingplichtig (art. 2.1 Wet IB).
Ze zijn slechts belastingplichtig over het inkomen dat ze in Nederland hebben
genoten. (Oorsprongsbeginsel)
§3.2.2 Invloed belastingverdragen
het hanteren van twee verschillende heffingsbeginselen kan leiden tot dubbele
belastingheffing. (Woonplaatsbeginsel en oorsprongsbeginsel), want beide landen
belasten het totale inkomen van hun inwoner en het binnenlandse deel van de niet-
inwoner. Zo wordt het inkomen dat niet in het eigen land wordt genoten, dubbel
belast. Die dubbele belastingheffing kan via een belastingverdrag tussen landen
worden uitgesloten via een regeling. Die regeling houdt in dat beide landen
afspreken wie van hen over de verschillende inkomensbestanddelen belasting mag
heffen. In het algemeen past de woonstaat een evenredige vermindering toe op de
verschuldigde belasting.
§3.2.3 Woonplaats
De woonplaats wordt bepaald aan de hand van feitelijke omstandigheden (art 4
AWR). Er moet gekeken worden naar de plaatst waar het sociaal en economisch
middelpunt van iemands leven ligt. (Woonplaatsgezin, waar lopen de
betaalrekeningen). Echter kent de wet IB twee woonplaatsficties (art 2.2 Wet IB)
Joske, 28 jaar oud, is geëmigreerd naar Amerika. Ze woonde in bij haar moeder
dei in Nederland achterbleef. Ze keert na 8 maanden weer terug naar Nederland
omdat ze heimwee heeft. Ze gaat weer bij haar moeder inwonen. Hoe zit het
met de belastingplicht van Joske in Nederland?
Gedurende haar afwezigheid was Joske niet binnenlands belastingplichtig omdat ze
toen in Amerika woonde. Omdat Joske gedurende haar afwezigheid in een ander
land woonde, geldt de jaarfictie niet.
§3.3 Inkomen en tarieven
§3.3.1 Inleiding
IB gaat uit van het drieboxenstelsel, waarbij in elk van de boxen per kalenderjaar een
afzonderlijk belastbaar inkomen wordt berekend (art 2.3 wet IB). Belastingtarieven
van de boxen zijn niet hetzelfde.
Het uiteindelijk verschuldigde bedrag kan verminderd worden met bepaalde
heffingskortingen die gelden voor binnenlandse belastingplichtigen. Het bedrag wat
hiervoor uitkomt, kan weer de voorheffing (dividendbelasting, loonheffing) in
mindering komen.
§3.2 Belastingplicht
§3.2.1 Inleiding
Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Alle inwoners van
Nederland zijn belastingplichtig voor de inkomstenbelasting (binnenlandse
belastingplichtigen). Binnenlandse belastingplichtigen moeten inkomstenbelasting
betalen over hun inkomen, waar ter wereld ze dat ook hebben genoten.
Binnenlandse belastingplicht ontstaat door het wonen in Nederland. Het genieten van
inkomen is geen voorwaarde voor het aannemen van binnenlandse belastingplicht.
Naast de binnenlands belastingplichtigen zijn ook de mensen die niet in Nederland
wonen maar wel in Nederland inkomen genieten, belastingplichtig (art. 2.1 Wet IB).
Ze zijn slechts belastingplichtig over het inkomen dat ze in Nederland hebben
genoten. (Oorsprongsbeginsel)
§3.2.2 Invloed belastingverdragen
het hanteren van twee verschillende heffingsbeginselen kan leiden tot dubbele
belastingheffing. (Woonplaatsbeginsel en oorsprongsbeginsel), want beide landen
belasten het totale inkomen van hun inwoner en het binnenlandse deel van de niet-
inwoner. Zo wordt het inkomen dat niet in het eigen land wordt genoten, dubbel
belast. Die dubbele belastingheffing kan via een belastingverdrag tussen landen
worden uitgesloten via een regeling. Die regeling houdt in dat beide landen
afspreken wie van hen over de verschillende inkomensbestanddelen belasting mag
heffen. In het algemeen past de woonstaat een evenredige vermindering toe op de
verschuldigde belasting.
§3.2.3 Woonplaats
De woonplaats wordt bepaald aan de hand van feitelijke omstandigheden (art 4
AWR). Er moet gekeken worden naar de plaatst waar het sociaal en economisch
middelpunt van iemands leven ligt. (Woonplaatsgezin, waar lopen de
betaalrekeningen). Echter kent de wet IB twee woonplaatsficties (art 2.2 Wet IB)
Joske, 28 jaar oud, is geëmigreerd naar Amerika. Ze woonde in bij haar moeder
dei in Nederland achterbleef. Ze keert na 8 maanden weer terug naar Nederland
omdat ze heimwee heeft. Ze gaat weer bij haar moeder inwonen. Hoe zit het
met de belastingplicht van Joske in Nederland?
Gedurende haar afwezigheid was Joske niet binnenlands belastingplichtig omdat ze
toen in Amerika woonde. Omdat Joske gedurende haar afwezigheid in een ander
land woonde, geldt de jaarfictie niet.
§3.3 Inkomen en tarieven
§3.3.1 Inleiding
IB gaat uit van het drieboxenstelsel, waarbij in elk van de boxen per kalenderjaar een
afzonderlijk belastbaar inkomen wordt berekend (art 2.3 wet IB). Belastingtarieven
van de boxen zijn niet hetzelfde.
Het uiteindelijk verschuldigde bedrag kan verminderd worden met bepaalde
heffingskortingen die gelden voor binnenlandse belastingplichtigen. Het bedrag wat
hiervoor uitkomt, kan weer de voorheffing (dividendbelasting, loonheffing) in
mindering komen.
