Samenvatting klopto 1.3 MS, parkinson en meniere

Klopto 1.3 MS, Parkinson en Méniere
MS (multiple sclerose):
- MS begint meestal tussen het 20e en 30e levensjaar
- Is een autoimuunziekte waarbij het lichaam zich zelf aanvalt.
- Het probleem ligt bij de zenuwen, de myeline hier omheen verdwijnt.
- Bij 80% van de patiënten begint de ziekte met een relapsingremitting (RRMS) vorm
- Er zijn hierbij ‘schubs’ met ontstekingreacties in het CZS aanwezig
- Bij 80 % van de MS patiënten komt één of dubbelzijdige neuritis optica tijdens het
beloop van de ziekte voor.

Centraal zenuwstelsel: myeline komt van oligodendrocyten
Perifireer zenuwstelsel: cellen van Schwann

Myeline (witte plekken in ruggenmerg) zorgt ervoor dat de actiepotencialen sneller gaan.

Dendriet: hier moet een signaal doorgegeven worden. Dit gaat door een Axon, hier zitten
allemaal elektrische kanaaltjes in die dicht en open gaan als reactie op het
membraanpoteniaal.
- In een ongemyeliniseerde axon (5,5 km per uur) zorgen de elektrische Na+ en K+
kanaaltjes voor het doorgeven van het actiepotentiaal. Hierdoor blijft het voltage
gelijk. De snelheid is laag omdat de verplaatsing van de
ionen en het openen van de kanalen over de gehele axon
tijd kost.
- In een gemyeliniseerde axon (200 km per uur) blijft het
voltage door de elektrische kanaaltjes gelijk. De
actiepotentialen vinden alleen plaats bij de insnoeringen
van Ranvier, waardoor het actiepotentiaal snel over het
axon springt.

- Bij MS worden oligodendrocyten en de axonen aangetast.
- Het meest waarschijnlijk is het dat het myeline wordt aangevallen door het
afweersysteem van het lichaam.
- De ontstekingsreacties die hierbij ontstaan tasten ook de neuronen aan.
- Met name aantasting van de axonen verklaart de neurologische verschijnselen. De
verbindingen tussen de hersengebieden en doelorganen worden verbroken.
- Het probleem zit bij MS dus in het brein en in het CZS.

Bloed-hersenbarrière:
- gliacellen zijn cellen die in het zenuwstelsel voorkomen en de neuronen verzorgen
- Astrocyten zijn de meest voorkomende gliacellen in het CZS en zorgen voor de bloed
hersenbarrière
- Deze plakken het bloedvat af en zorgen ervoor dat er geen bacteriën bijkomen.
- Tight junctions tussen de endotheel cellen zorgen voor een barrière die leukocyten
tegenhoudt.
- Bij MS lijken deze tight junctions onvoldoende te functioneren. Leukocyten kunnen
naar het hersenweefsel.
- de bloed hersenbarrière functioneert niet meer naar behoren doordat de tight
junctions zijn aangedaan

, Dit gebeurt er met de olygondrycyten.

- Cytotoxische T-lymfocyt is in staat direct myeline en axon aan te vallen
- Axon reageert door meer Na+ kanalen te produceren. Hierdoor volgt enig herstel
- Ook kan de verbinding verbroken raken waardoor het verloren gaat.

Twee symptonen MS:
- Multiple Sclerose klachten als gevolg van de ontsteking
- Multiple Sclerose klachten als gevolg van myeline- en axonbeschadiging

Als gevolg van ontsteking:
- Ontstekingen bij MS bevinden zich rondom de bloedvaten
- Ontstekingen zorgen voor een lichte zwelling in het zenuwweefsel.
- De prikkelgeleiding tussen de zenuwcellen in de hersenen raakt
verstoord.
- Een ontstekingsperiode wordt een ‘relaps’, een ‘exacerbatie’, een
‘terugval’ of een ‘schub’ (zomaar iets laten vallen of zelf vallen
doordat het uit het CZS niet meer kan worden aangestuurd)
genoemd.
- In de regel komt de ontsteking na enkele weken tot rust.
- Tijdens een schub wordt ook het myeline beschadigd.

Relapse: het afweersysteem begint met een ontsteking, na een dag of 3 is
dit voorbij. Het herstel kan weken tot jaren duren