Hoofdstuk 7: Nucleofiele substitutie van
alkylhalogenide
Organische verbindingen elektronegatief atoom/ elektronen zuigende groep
gebonden aan sp3 gehybridiseerd C-atoom groep II
Substituent veroorzaakt polaire binding in molecule : halogeen atoom partieel
– lading + C atoom partieel + lading
In substitutiereactie elektronegatieve/ elektronen zuigende groep vervangen
door andere groep leavinggroep = loskomende groep = groep die
vervangen wordt
Nucleofiele substitutiereactie = wanneer groep die leaving groep vervangt
nucleofiel is
Verbinding uit groep II ook in staat eliminatiereacties ondergaan
elektronegatieve atoom/ elekronen zuigende groep + waterstof atoom naburig
koolstofatoom geëlimineerd
Leaving groep = halogenide (F, Cl, Br, I ) goede leaving groep start studie
substitutiereacties bij alkylhalogenides
7.1 Mechanisme van een SN2 reactie
2 verschillende mechanismen die aanleiding geven tot substitutiereactie
beiden vervangt nucleofiel leaving-groep beiden gesymboliseerd door SN
Reactiemechanisme stap voor stap beschrijven hoe reagentia omgezet
wordt in reactie producten opgesteld op basis van experimentele feiten
7.1.1 Experimentele feiten voor het mechanisme van een S N2 reactie
Snelheid onderstaande nucleofiele substitutiereactie bepaald door
concentratie beide reagentia
v ~ alkylhalogenide nucleofiel of v = k alkylhalogenide nucleofiel
1
,K = snelheidsconstante 2e orde reactie zowel alkylhalogenide en nucleofiel
betrokken bij snelheidsbepalende stap mechanisme (S= substitutie, N= nucleofiel
reagens, 2 = 2e orde)
Verdere experimentele feiten die van toepassing zijn op deze S N2 reacties zijn:
1) Alkylgroep groter / wanneer H-atoom uit Br-methaan vervangen worden door
methylgroepen snelheid substitutiereactie met welbepaald nucleofiel
afnemen
2) Bij dergelijke substitutiereactie verandering configuratie ter hoogte van C-
atoom kan vastgesteld worden bij asymmetrisch C-atoom (=C-atoom dat 4
verschillende atomen/ atoomgroepen bind)
7.1.2 Het mechanisme voor een SN2 reactie
Nucleofiel aangetrokken door partieel + lading op C-atoom aan
halogeenatoom gebonden
Terwijl nucleofiel nadert C-atoom + vormen binding C- halogeen binding
wordt gebroken
1 stapsreactie / geconcentreerde reactie vormen en breken bindingen =
gelijktijdig + geen intermediairen gevormd
Alkylhalogenide + nucleofiel maken deel uit van transitietoestand 1
stapsmechanisme snelheid reactie hangt van beide concentraties af
2
, Nucleofiel valt aan aan achterzijde C-atoom dat leaving-groep bevat +
vervangt deze
Omdat het nucleofiel langs achterzijde aanvalt aanval bemoeilijkt door
‘bulky’ substituenten op koolstofatoom bulky substituenten = substituenten
veel ruimte innemen + daardoor voor sterische hindering zorgen
Verklaart reactiviteitsvolgorde van alkylhalogenides in S N2 reactie:
Drie alkylgroepen van tertiair alkylhalogenide ommogelijk voor nucleofiel om
tertiair koolstofatoom dicht te benaderen + binding vormen Tertiaire
alkylhalogenides niet in staat SN2 reacties te ondergaan
3
alkylhalogenide
Organische verbindingen elektronegatief atoom/ elektronen zuigende groep
gebonden aan sp3 gehybridiseerd C-atoom groep II
Substituent veroorzaakt polaire binding in molecule : halogeen atoom partieel
– lading + C atoom partieel + lading
In substitutiereactie elektronegatieve/ elektronen zuigende groep vervangen
door andere groep leavinggroep = loskomende groep = groep die
vervangen wordt
Nucleofiele substitutiereactie = wanneer groep die leaving groep vervangt
nucleofiel is
Verbinding uit groep II ook in staat eliminatiereacties ondergaan
elektronegatieve atoom/ elekronen zuigende groep + waterstof atoom naburig
koolstofatoom geëlimineerd
Leaving groep = halogenide (F, Cl, Br, I ) goede leaving groep start studie
substitutiereacties bij alkylhalogenides
7.1 Mechanisme van een SN2 reactie
2 verschillende mechanismen die aanleiding geven tot substitutiereactie
beiden vervangt nucleofiel leaving-groep beiden gesymboliseerd door SN
Reactiemechanisme stap voor stap beschrijven hoe reagentia omgezet
wordt in reactie producten opgesteld op basis van experimentele feiten
7.1.1 Experimentele feiten voor het mechanisme van een S N2 reactie
Snelheid onderstaande nucleofiele substitutiereactie bepaald door
concentratie beide reagentia
v ~ alkylhalogenide nucleofiel of v = k alkylhalogenide nucleofiel
1
,K = snelheidsconstante 2e orde reactie zowel alkylhalogenide en nucleofiel
betrokken bij snelheidsbepalende stap mechanisme (S= substitutie, N= nucleofiel
reagens, 2 = 2e orde)
Verdere experimentele feiten die van toepassing zijn op deze S N2 reacties zijn:
1) Alkylgroep groter / wanneer H-atoom uit Br-methaan vervangen worden door
methylgroepen snelheid substitutiereactie met welbepaald nucleofiel
afnemen
2) Bij dergelijke substitutiereactie verandering configuratie ter hoogte van C-
atoom kan vastgesteld worden bij asymmetrisch C-atoom (=C-atoom dat 4
verschillende atomen/ atoomgroepen bind)
7.1.2 Het mechanisme voor een SN2 reactie
Nucleofiel aangetrokken door partieel + lading op C-atoom aan
halogeenatoom gebonden
Terwijl nucleofiel nadert C-atoom + vormen binding C- halogeen binding
wordt gebroken
1 stapsreactie / geconcentreerde reactie vormen en breken bindingen =
gelijktijdig + geen intermediairen gevormd
Alkylhalogenide + nucleofiel maken deel uit van transitietoestand 1
stapsmechanisme snelheid reactie hangt van beide concentraties af
2
, Nucleofiel valt aan aan achterzijde C-atoom dat leaving-groep bevat +
vervangt deze
Omdat het nucleofiel langs achterzijde aanvalt aanval bemoeilijkt door
‘bulky’ substituenten op koolstofatoom bulky substituenten = substituenten
veel ruimte innemen + daardoor voor sterische hindering zorgen
Verklaart reactiviteitsvolgorde van alkylhalogenides in S N2 reactie:
Drie alkylgroepen van tertiair alkylhalogenide ommogelijk voor nucleofiel om
tertiair koolstofatoom dicht te benaderen + binding vormen Tertiaire
alkylhalogenides niet in staat SN2 reacties te ondergaan
3