THEMA 2.2
Parodontologie
Bouw en functie parodontium en sonderen
Onderdeel Omschrijving
Dentogingivale vezels van tand naar gingiva
Dento periostale vezels van tand naar bot
Circulaire vezels Liggen in de gingiva om de elementen heen, zijn niet gehecht aan de element
Alveo gingivale vezels Van bot naar gingiva
Interpapillaire vezels: loopt van links naar rechts door de papil
De functie van het parodontium (met alle vezels/structuren)
Functie van parodontium:
o Steun geven aan de gebitselementen
o Functionele krachten worden opgevangen en geabsorbeerd
o Bloedvoorziening
o Sensorische en reflectorische input
o Beschermt het worteloppervlak tegen resorptie
o Zorgt ervoor dat een element geen standsverandering kan ondergaan
1
,De bouw van het parodontium (met alle vezels/structuren)
1. Dentogingivale vezels (van de tand naar vrije gingiva)
2. Alveo gingivale vezels (van het bot van de gingiva toe)
3. Dento periostale vezels (van de tand naar het bot)
4. Vezels van sharpey (van het tand naar bot)
1. Vezels van sharpey: treksterkte element
3. Interpapillaire vezels: van papil naar tegenoverliggende papil
4. Transgingivale vezels: boven alveolaire bot tussen 2 elementen (S-VORM)
7. Transeptale vezels: tussen gingiva van ene element naar element
9. Circulaire vezels: rondom tand
1. Glazuur
2. Sulcus gingivalis
3. Aanhechtingsepitheel
4. Cement-glazuur-grens/aanhechtingsniveau
5. Vrije gingiva
6. Gingivale groeve
7. Aangehechte gingiva
8. Mucogingivale grens
9. Alveolair bot (kaakbot)
10 Orale alveolaire mucosa
11 Wortelcement
12 Pardontaal ligament
13 Oraal epitheel – de uitsteeksels zijn retelijsten
14 Bindweefsel
15 Bindweefselaanhechting
2
, Het klinisch/histologisch beeld van een (on)gezond parodontium
Gezond parodontium Ontstoken parodontium
o Lichtroze kleur o Felle rode kleur
o sinaasappeleffect o Zwelling
o Scherpe papillen die de interdentale o Bloeding bij BOP
ruimtes vullen o Diepe pocket (>3mm)
o Ondiepe pocket (1-3mm) o Tandplaque en –steen aanwezig
o Geen bloeding na sonderen o Recessie
o Gingiva ligt strak tegen de elementen aan o Mobiliteit
o Migratie, wat kan leiden tot kipping
o Botafbraak
o Verlies stevige consistentie
De histologische/ klinische meting met de pocketsonde, onder verschillende omstandigheden
(gezond/ongezond en drukvariaties)
Juiste sondeerdruk= 0,25 N (Newton)
klinische meting:
De punt van de sonde bevindt zich op de eerste aanhechtingepitheel wanneer er op
de juiste sondeerdruk wordt gesondeerd bij een gezond parodontium. Bij een
ongezond parodontium sondeer je in de bindweefselaanechting. Bij een hogere
sondeerdruk zou je door de bindweefselaanhechting kunnen drukken en meet je dus
een diepere pocket dan de pocket daadwerkelijk is (over-treatment).
histologische meting: foto bodem sulcus. De bodem is gesitueerd op het meest
coronale niveau van het aanhechtingsepitheel
Belangrijk bij een pocket meting:
- Evenwijdig met de element
- Sondeerdruk
- Mate van ontsteking in aangrenzende zachte weefsel (hoe meer ontstoken hoe meer je in de
vezel zakt)
- Diameter en vorm van de sondeertip
3
Parodontologie
Bouw en functie parodontium en sonderen
Onderdeel Omschrijving
Dentogingivale vezels van tand naar gingiva
Dento periostale vezels van tand naar bot
Circulaire vezels Liggen in de gingiva om de elementen heen, zijn niet gehecht aan de element
Alveo gingivale vezels Van bot naar gingiva
Interpapillaire vezels: loopt van links naar rechts door de papil
De functie van het parodontium (met alle vezels/structuren)
Functie van parodontium:
o Steun geven aan de gebitselementen
o Functionele krachten worden opgevangen en geabsorbeerd
o Bloedvoorziening
o Sensorische en reflectorische input
o Beschermt het worteloppervlak tegen resorptie
o Zorgt ervoor dat een element geen standsverandering kan ondergaan
1
,De bouw van het parodontium (met alle vezels/structuren)
1. Dentogingivale vezels (van de tand naar vrije gingiva)
2. Alveo gingivale vezels (van het bot van de gingiva toe)
3. Dento periostale vezels (van de tand naar het bot)
4. Vezels van sharpey (van het tand naar bot)
1. Vezels van sharpey: treksterkte element
3. Interpapillaire vezels: van papil naar tegenoverliggende papil
4. Transgingivale vezels: boven alveolaire bot tussen 2 elementen (S-VORM)
7. Transeptale vezels: tussen gingiva van ene element naar element
9. Circulaire vezels: rondom tand
1. Glazuur
2. Sulcus gingivalis
3. Aanhechtingsepitheel
4. Cement-glazuur-grens/aanhechtingsniveau
5. Vrije gingiva
6. Gingivale groeve
7. Aangehechte gingiva
8. Mucogingivale grens
9. Alveolair bot (kaakbot)
10 Orale alveolaire mucosa
11 Wortelcement
12 Pardontaal ligament
13 Oraal epitheel – de uitsteeksels zijn retelijsten
14 Bindweefsel
15 Bindweefselaanhechting
2
, Het klinisch/histologisch beeld van een (on)gezond parodontium
Gezond parodontium Ontstoken parodontium
o Lichtroze kleur o Felle rode kleur
o sinaasappeleffect o Zwelling
o Scherpe papillen die de interdentale o Bloeding bij BOP
ruimtes vullen o Diepe pocket (>3mm)
o Ondiepe pocket (1-3mm) o Tandplaque en –steen aanwezig
o Geen bloeding na sonderen o Recessie
o Gingiva ligt strak tegen de elementen aan o Mobiliteit
o Migratie, wat kan leiden tot kipping
o Botafbraak
o Verlies stevige consistentie
De histologische/ klinische meting met de pocketsonde, onder verschillende omstandigheden
(gezond/ongezond en drukvariaties)
Juiste sondeerdruk= 0,25 N (Newton)
klinische meting:
De punt van de sonde bevindt zich op de eerste aanhechtingepitheel wanneer er op
de juiste sondeerdruk wordt gesondeerd bij een gezond parodontium. Bij een
ongezond parodontium sondeer je in de bindweefselaanechting. Bij een hogere
sondeerdruk zou je door de bindweefselaanhechting kunnen drukken en meet je dus
een diepere pocket dan de pocket daadwerkelijk is (over-treatment).
histologische meting: foto bodem sulcus. De bodem is gesitueerd op het meest
coronale niveau van het aanhechtingsepitheel
Belangrijk bij een pocket meting:
- Evenwijdig met de element
- Sondeerdruk
- Mate van ontsteking in aangrenzende zachte weefsel (hoe meer ontstoken hoe meer je in de
vezel zakt)
- Diameter en vorm van de sondeertip
3