ZELFSTUDIE WEEK 1 (1 SEPTEMBER 2016): DE BEWIJSVRAAG
De rechter moet in het kader van art. 350 Sv. beoordelen of de verdachte het tenlastegelegde feit
heeft gepleegd. Maar hoe doet de rechter dat? En waarom gaat dat soms mis?
Onderwerpen:
Danziger et. al. (2011). Extraneous factors in judicial decisions. PNAS, (2011), 6889-6892.
Einhorn, H.J. & Hogarth, R.M. (1986). Judging probable cause. Psychological Bulletin, 99(1), 3-
19.
Remijn, C.A.C. & Crombag, H.F.M. (2007). Heuristics in causal reasoning and their influence
on eyewitness testimony. Psychology, crime & law, (2007), 202-211.
Englich et. al. (2014). Playing Dice With Criminal Sentences: The Influence of Irrelevant
Anchors on Experts’ Judical Decision Making. Personality and social psychology bulletin,
(2005), 188-200.
Rassin, E. (2016). Rational thinking promotes suspect-friendly legal decision making. Applied
Cognitive Psychology, 460-464.
Saks, M.J. & Koehler (2005). The Coming Paradigm Shift in Forensic Identification Science.
Review, (2005), 892-895.
Danziger et. al. (2011). Extraneous factors in judicial decisions. PNAS, (2011), 6889-6892.
In dit artikel wordt de vraag gesteld of de uitkomst van rechtszaken uitsluitend gebaseerd zijn op
wetten en feiten. Juridisch formalisme houdt in dat rechters juridisch redeneren op feiten van een
zaak in een rationele, mechanische en deliberatieve wijze. Echter stellen realisten dat
psychologische, politieke en sociale factoren uitspraken ook beïnvloeden. Het maken van herhaalde
beslissingen verhoogt de waarschijnlijkheid voor rechters en vereenvoudigd hun besluit.
In dit onderzoek werd gekeken naar de tijd waarop een gevangene zijn aanvraag behandeld werd en
de positie in de opeenvolging van besluiten van die dag. Er is gekeken op welke tijdstippen de
rechters zich moe voelen en koffie- of etenspauze houden. In hoorcollege werd ook benoemd dat
men zich na de pauze (na een volle maag) positiever gedraagt en dus meer mensen vrij spreekt. Door
deze pauzes kan de stemming verbeteren. Er wordt gekeken of dit invloed heeft op het oordeel van
de rechter.
Zoals in de grafiek hiernaast te zien is, is:
Het aantal gunstige uitspraken voor
gevangenen (bijvoorbeeld eerder vrij
gesproken worden) is het grootst aan het begin
van de werkdag of na een pauze (in plaats van
aan het einde van de dag);
Er is steeds een dalende lijn te zien (dus steeds
minder gunstige uitspraken, meer richting de
status quo) tot aan de pauze;
Dan begint de lijn weer op het beginpunt (dus
na de pauze) van gunstige uitspraken voor
gevangenen.
Het is dus voor het oordeel het meest gunstig (voor de verdachte) als de dag net begint of de
rechter net pauze heeft gehad.
Conclusie: de bevindingen uit dit onderzoek suggereren dat rechterlijke uitspraken kunnen worden
beïnvloed door externe variabelen (eten en pauze) die geen invloed zouden moeten hebben op
gerechtelijke beslissingen. Advies: pauzes nemen tussen de beslissingen.
1