100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 3 en 4 Wijsbegeerte - Tim Heysse

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
18
Geüpload op
25-08-2023
Geschreven in
2022/2023

Geslaagd in eerste zit! Samenvatting Hoofdstuk 3 en 4 (handboek, colleges en slides) Wijsbegeerte door professor Tim Heysse Met de samenvatting kan je makkelijk het open boek gedeelte van het examen oplossen, zonder het handboek nog grondig nodig te hebben! Er staan in de samenvatting ook paginaverwijzing naar het handboek, zodat achtergrondinfo snel en makkelijk terug te vinden is

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
25 augustus 2023
Aantal pagina's
18
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 3: Aristoteles (p. 43-58)
I. Plato en Aristoteles
Ze verschillen niet zo erg én koesteren dezelfde bezwaren
Aristoteles (384-322 vChr)

1. Aristoteles is een heel ander filosoof dan Plato
3 verschillen:
1) Aristoteles heeft meer respect voor feiten
2) Aristoteles heeft meer waardering voor meningen
3) Aristoteles’ opvatting over het einde vd discussie is verschillend van Plato
o Discussie is ‘eeuwig’ < Accepteert Plato NIET: Introduceert ‘de nous’ dat definitief
een einde maakt aan de discussie
o Aristoteles: ‘Einde is altijd voorlopig’
 Voorbeeld van deze houding = Hoe Aristoteles 2 fundamentele principes
beargumenteert die aan de basis liggen vh spreken
1) Principe van contradictie
2) Principe van uitgesloten derde
 Einde is altijd voorlopig  Bewezen door geschiedenis vh principe van
uitgesloten derde

2. Aristoteles heeft 2 bezwaren tegen de Ideeënleer
1) De Ideeënleer verdubbelt de werkelijkheid zonder dat dit volgens Aristoteles iets oplevert
o Er bestaat slechts 1 werkelijkheid
2) Opvatting over taal: Volgens A. maakte Plato onvoldoende onderscheid tss de dingen of de
werkelijkheid en de woorden waarmee we over de dingen of de werkelijkheid spreken
o Plato: ‘Alle woorden zijn eigennamen’
o Aristoteles: ‘Een verschil tss de kenmerken vh woord en de kenmerken vd
werkelijkheid die we met dat woord beschrijven’

o Vb.: ‘Tom is een hond’ – ‘Fifi is een hond’ < 1 algemeen woord ‘hond’ over vele
concrete dingen
o Plato: ‘Hond’ is eigennaam van Idee ‘Hond’ < Eigenschappen vh woord ‘hond’: 1
+ algemeen woord & Toegepast op het ding: 1 + algemeen ding (de Idee ‘Hond’)
o Aristoteles: Eigenschappen woord ≠ eigenschappen ding < Een algemeen
predicaat (‘is een hond’), mr vele concrete dingen (Tom en Fifi)

Hoewel A. kritiek heeft op Plato’s Ideeënleer, zal zijn filosofie in de grond nog dezelfde kenmerken
hbb als Plato’s filosofie
Logisch  A.’ kritiek van P.’ opvatting over taal is niet radicaal genoeg

II. Drie functionele distincties
1. Het principe van contradictie en de opvatting over taal
Volgens A. is het meest fundamentele principe vh spreken het principe van contradictie
 Gaat uit v/e zeer beperkte opvatting over taal
 Hij vindt maar een zeer beperkt deel vd taal interessant
o Geen aandacht vr de hele taal zoals die in het alledaags leven functioneert
 Een bezwaar tegen het principe van contradictie is dat we toch tegelijk kunnen zeggen ‘Dit is
een bank’ en ‘Dit is geen bank’: Beide zinnen kunnen tegelijk waar zijn
o A. aanvaardt het principe toch, want zegt dat de woorden vn onze taal
ondubbelzinnig zijn


16

, o Gelooft dat we taal ondubbelzinnig kunnen maken door de verschillende
betekenissen nauwkeurig te onderscheiden
Aristoteles beschouwt alleen mr deel vh taalgebruik en bekijkt taal in een kunstmatige vorm ( P.)

2. Substantie en accident
Principe van contradictie
 Andere benadering tss Plato en Aristoteles
 A.’ analyse in 3 stappen
1) Verschillende soorten predikaten: Er zijn verschillende dingen die men v/e onderwerp
kan zeggen
o Dan ook: Verschillende soorten dingen (of ‘realiteiten’ of ‘zijnden’)
o Het woord ‘zijn’ wordt op een verschillende manier gebruikt
o Ontologie is de leer vh zijn, de leer vd algemene eigenschappen vd dingen
2) Fundamenteel onderscheid tss 1 soort en alle andere soorten < Substantie
a. Substantie verwijst nr een bepaald iets
b. Substantie is iets wat een ding niet kan missen zonder op te houden te zijn wat
het is
Het zijn ‘accidenten’
3) Onderscheid maken tss de manier van ‘zijn’ vd substantie en die vd andere soorten
predikaten
o Substantie in de primaire vorm van zijn

Accident
1. Veranderen ≠ niet werkelijk iets nieuws
2. Ontstaan = materie krijgt vorm
o Dus materie en vorm niet ontstaan
o Geen schepping/geen creatie van iets nieuws
 “Alle dingen hbb altijd al bestaan” = Eeuwig
- Verschillend (wereld)beeld
- Vb.: Instagram bestaat nog mr 10j mr heeft nu impact op ons leven (advertenties bij
verkiezingen (politieke manipulatie), DUS: Nu zullen er ook zaken ontstaan, die pas over 10-
15j impact zullen hbb op ons leven
 Wetenschap alleen omwille vd kennis (cognitieve interesse)
- Vb.: Het leven vn roddelblaadjes (je kan wel lezen over het leven vn Beyonce, mr je kan haar
leven nt veranderen)
Niet om in te kunnen grijpen (nt manipulatieve interesse)
(Geneeskunde = verzorgen, niet geneeskunde)

Wat volgt hier nu uit? “Alle dingen hbb altijd al bestaan”

3. Vorm of essentie en materie
Substantie is veranderlijk; Accidenten zijn veranderlijke eigenschappen
Sommige substanties is zekere zin samengesteld
Alle veranderlijke substanties bestaan uit 2 delen: De stof waaruit en de structuur volgens de welke
ze gemaakt zijn  A. noemt dit de ‘materie’ en ‘vorm’ of ‘essentie’

Materie en vormen
 Geen fysische componenten
 Vorm = niet alleen uiterlijke vorm
 Relatieve begrippen


17

, Vorm of essentie is wat de materie tot dat ding maakt; Het is ‘dat wat bestaan is’ of ‘dat wat zijn is’
voor dat ding  Vorm of essentie is het algemene aspect & Materie is de bron vn individuele
kenmerken

Wat betekent het te zijn? Wnr is iets reëel of werkelijk?
1) Substantie is datgene in een concreet ding waarvan accidenten kunnen veranderen zonder
dat het ophoudt te zijn wat het is – Principe van duurzaamheid
2) Substantie is wat alle individuen gemeenschappelijk hebben
3) Substantie is ook wat geen enkel individu helemaal heeft < Essentie nooit in zuivere vorm te
vinden

Iets bestaat in de mate dat het zijn eigen wezen ontplooit  Zijn potenties realiseert in en door zijn
activiteiten

4. Act en potentie
Principe van contradictie = Onhoudbaar
 Iedere verandering veronderstelt 3 elementen
1) De vroegere eigenschap
2) De nieuwe eigenschap
3) Iets blijvends dat de verandering ondergaat = De realiteit, die vroeger een eigenschap
bezat, mr ook al geschikt was om de nieuwe eigenschap te ontvangen

Ieder bestaand ding is een zijnde-in-act, mr als het ding veranderlijk is, heeft het de mogelijkheid
anders te w dan wat het nu in act is; Uit het zijnde-in-aanleg of in-potentie ontstaat het zijnde-in-act

A.: Elke veranderlijke substantie is tegelijk zijnde-in-act en in-potentie, mr niet tov hetzelfde
A. verbindt ‘potentie’ en ‘act’ met onderscheid tss materie en stof (zie p. 50)

Hoe vat hij verandering precies op: Verandering vertrekt v/e potentie (vb.: Als water vn koud nr
warm w, dan had water al potentie vn warm w – potentie zit er al in) < Naar onze mening wat is in
act (verwarmen/vuur, muziek/muziek leraar)  Veranderingen is ontwikkelen van iets wat er al is

III. Kan Aristoteles aan Plato ontsnappen?
1. Essentialisme
‘Materie’ en ‘vorm’ = Verschillende aspecten vd concrete dingen ( Plato: De Idee op zich bestaat)
MAAR: Toch niet fundamenteel verschillend van Plato:
1) A.: Er blijft een band bestaan tss bestaan, werkelijk of reëel zijn en het algemene
o Zijn < Algemeen
o Schijnen < Bijzonder
2) A. verwijst met term ‘essentie’ toch nr een toestand waarin alles volledig gerealiseerd,
volmaakt, oorspronkelijk en onbezoedeld is
o Zoals bij Plato 2 rijen:
 Zijn, algemeen, oorspronkelijk of authentiek
 Verschijnen, bijzonder, secundair

Ook opvatting kennis leunt aan bij die van Plato – 2 eigenschappen van kennis
1) Wetenschap veronderstelt kennis vh algemene of het ene
2) De essentie v/e wezen is wat het van binnenuit maakt to dit bepaalde wezen, zodat het niet
anders kan zijn dan wat het is  Hierdoor ontheven aan toevalligheid en bezit het een
zekere noodzakelijkheid  Wetenschap is de kennis vh noodzakelijke en het onveranderlijke



18

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
ElleWoods2709 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
334
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
109
Documenten
72
Laatst verkocht
10 uur geleden

4,5

30 beoordelingen

5
17
4
12
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen