HOOFDSTUK 10 → Redoxreacties
paragraaf 1: elektronenoverdracht 67 blz
hoogovens ⇒ worden ijzererts omgezet in het metaal ijzer.
gebeurt met behulp van koolstof → dat in grote oven eerst koolmono-oxide wordt
voor het met ijzererts reageert.
reactievergelijking = Fe2O3 (l) + 3 CO (g) → 2 Fe (l) + 3 CO2 (g)
redoxreactie ⇒ een reactie waarbij elektronen worden overgedragen.
Hoe herkennen?
Mg (s) + 2 H+ (aq) → Mg2+ (aq) + H2 (g)
- Mg-atomen worden → Mg2+-ionen
- Mg-atomen hebben dus elektronen afgestaan.
- H+-ionen worden H2-ionen
- H+-ionen hebben deze elektronen opgenomen.
- Er vindt elektronenoverdracht plaats en het is dus een redoxreactie
LET OP! Je vergelijkt dus de deeltjes voor de pijl en na de pijl.
Geen redox, maar lijkt er wel op:
NaCl (s) → Na+ (aq) + Cl- (aq)
- Je ziet voor de pijl geen lading, na de pijl wel.
- NaCl is een zout!
- Zouten bestaan uit ionen, in dit geval Na+ en Cl-.
- DUS zowel voor als na de pijl zijn er dus Na+ en Cl--ionen aanwezig.
- Geen sprake van elektronenoverdracht.
Het is een oplosvergelijking
Wel redox, maar lijkt niet:
2 Na (s) + Cl2 (g) → 2 NaCl (s)
- voor en na de pijl geen ladingen
- Voor pijl is Na neutraal, na pijl is Na+-ionen ontstaan.
- Cl2 voor pijl is neutraal, na pijl is Cl--ionen ontstaan.
- Na staat dus elektronen af aan Cl en er ontstaat natriumchloride.
DUS als een ongeladen metaal bij reactie betrokken is, zijn er altijd elektronen opgenomen of afgestaan.
paragraaf 1: elektronenoverdracht 67 blz
hoogovens ⇒ worden ijzererts omgezet in het metaal ijzer.
gebeurt met behulp van koolstof → dat in grote oven eerst koolmono-oxide wordt
voor het met ijzererts reageert.
reactievergelijking = Fe2O3 (l) + 3 CO (g) → 2 Fe (l) + 3 CO2 (g)
redoxreactie ⇒ een reactie waarbij elektronen worden overgedragen.
Hoe herkennen?
Mg (s) + 2 H+ (aq) → Mg2+ (aq) + H2 (g)
- Mg-atomen worden → Mg2+-ionen
- Mg-atomen hebben dus elektronen afgestaan.
- H+-ionen worden H2-ionen
- H+-ionen hebben deze elektronen opgenomen.
- Er vindt elektronenoverdracht plaats en het is dus een redoxreactie
LET OP! Je vergelijkt dus de deeltjes voor de pijl en na de pijl.
Geen redox, maar lijkt er wel op:
NaCl (s) → Na+ (aq) + Cl- (aq)
- Je ziet voor de pijl geen lading, na de pijl wel.
- NaCl is een zout!
- Zouten bestaan uit ionen, in dit geval Na+ en Cl-.
- DUS zowel voor als na de pijl zijn er dus Na+ en Cl--ionen aanwezig.
- Geen sprake van elektronenoverdracht.
Het is een oplosvergelijking
Wel redox, maar lijkt niet:
2 Na (s) + Cl2 (g) → 2 NaCl (s)
- voor en na de pijl geen ladingen
- Voor pijl is Na neutraal, na pijl is Na+-ionen ontstaan.
- Cl2 voor pijl is neutraal, na pijl is Cl--ionen ontstaan.
- Na staat dus elektronen af aan Cl en er ontstaat natriumchloride.
DUS als een ongeladen metaal bij reactie betrokken is, zijn er altijd elektronen opgenomen of afgestaan.