Hoofdstuk 13 : groepen en teams
1. BETEKENIS VAN GROEPSGEDRAG
Groep = twee of meer communicerende en van elkaar afhankelijke individuen die voor
een bepaald doel samenwerken
Team = individuen die van elkaar afhankelijke zijn en samen verantwoordelijk zijn voor
het bereiken van een bepaald collectief doel
Groepsgedrag
Samenwerken :
Omdat elk individu beperkt is in zijn of haar cognitieve of fysieke mogelijkheden
Meer ideeën, meer creativiteit
De productiviteit van de groep moet minstens gelijk zijn aan de soms van de productiviteit
van de individuele leden.
Voorwaarden groepsprestatie :
Gezamenlijk conflicten doormaken (eruit leren)
fase 2 : schikking
Gedragsnormen vaststellen (wat is je rol?)
fase 3 : normering
Pseudogroep = wanneer de groep niet voorbij deze fasen van groepsontwikkeling raakt, komt
ze niet werkelijk tot resultaten. niet effectief of optimaal
2. GROEPSONTWIKKELING
Fase 1 = formering
het ontstaan van de groep. Elkaar leren kennen + doel van de groep te bepalen.
1. BETEKENIS VAN GROEPSGEDRAG
Groep = twee of meer communicerende en van elkaar afhankelijke individuen die voor
een bepaald doel samenwerken
Team = individuen die van elkaar afhankelijke zijn en samen verantwoordelijk zijn voor
het bereiken van een bepaald collectief doel
Groepsgedrag
Samenwerken :
Omdat elk individu beperkt is in zijn of haar cognitieve of fysieke mogelijkheden
Meer ideeën, meer creativiteit
De productiviteit van de groep moet minstens gelijk zijn aan de soms van de productiviteit
van de individuele leden.
Voorwaarden groepsprestatie :
Gezamenlijk conflicten doormaken (eruit leren)
fase 2 : schikking
Gedragsnormen vaststellen (wat is je rol?)
fase 3 : normering
Pseudogroep = wanneer de groep niet voorbij deze fasen van groepsontwikkeling raakt, komt
ze niet werkelijk tot resultaten. niet effectief of optimaal
2. GROEPSONTWIKKELING
Fase 1 = formering
het ontstaan van de groep. Elkaar leren kennen + doel van de groep te bepalen.