Vraag 1
Moeten Jo en Els voor de inkomsten 2021, aangifte 2022, één gezamenlijke aangifte,
twee aangiftes indienen of mogen ze kiezen?
1 aangifte 2 aangiftes Keuze 1 of
2 aangifte
Jo en Els wonen sinds 2020 feitelijk samen en zijn in 2021
in het huwelijksbootje gestapt x
Jo en Els wonen sinds 2020 wettelijk samen x
Jo en Els wonen in 2021 feitelijk samen x
Jo en Els wonen sinds 2020 wettelijk samen en zijn in x
2021 in het huwelijksbootje gestapt
LET OP !! Keuze 1 of 2 is enkel van toepassing als je echtgenote is overleden.
Vraag 2a
Tine is een 21-jarige studente FV aan HOGENT, academiejaar 2021-2022. Gedurende de
week verblijft ze op kot in Gent, in het weekend keert ze terug naar haar mama in Lokeren,
waar ze ook gedomicilieerd is. Op zaterdag heeft ze een studentenjob bij Colruyt waarmee
ze 3.200,00 euro verdiende. Tine haar mama Anja is wettelijk samenwonend met Tom. Tine
is een kind uit de vorige relatie van Anja. Zij ontvangt van haar vader een onderhoudsgeld
van 300 euro/maand. Het koppel Anja en Tom heeft ook samen een zoontje: Arthur (2 j).
Tom heeft een netto globaal belastbaar inkomen van 28.500,00 euro.
Anja heeft een netto globaal belastbaar inkomen van 44.000,00 euro.
Gevraagd:
Is Tine ten laste in het gezin van Anja en Tom en waarom (of waarom niet)? Welke
voorwaarden moeten daarvoor voldaan zijn?
Hoeveel bedragen haar netto-bestaansmiddelen?
Motiveer goed je antwoord (geef ook aan hoeveel haar nettobestaansmiddelen mogen
bedragen om ten laste te zijn)!
Zet kruisje
Tine is Ten laste x
Niet ten laste
Motivatie:
Tine maakt deel uit van het gezin van x
Tine en Tom
Tine maakt geen deel uit van het gezin
van Tine en Tom
Tine is financiëel afhankelijk x
Tine is financiëel onafhankelijk
, Voorwaarden voor ten laste:
- 1/1/AJ woonplaats
- Financiëel afhankelijk € 152,00
- Oorsprong bezoldiging
Hoeveel mogen haar nettobestaansmiddelen maximaal zijn om te laste te blijven?
€ 3410
Haar nettobestaansmiddelen bedragen (berekening):
NBM € 152 < €3 410
Netto onderhoudsgeld:
€ 3 600 - € 3 410 = 190
€ 190 x 20% = € 38
€ 190 - € 38 = € 152
Netto beroepsinkomen:
€ 3 200 - € 2 840 = € 360
€ 360 x 20% (min 470) = 470
€ 360 - € 470 = € 0,00
Vraag 2b
Hoeveel bedraagt de belastingvrije som en de toeslag op de belastingvrije som van Tom en
van Anja? Geef telkens de fiscaal meest optimale oplossing en geef indien nodig een korte
toelichting bij jouw keuze.
BVS + toeslag per persoon
TOM ANJA (hoogste inkomen dus hier toepassen)
9 050 (BVS) 9 050 (BVS)
+ 4 240 (2 KTL)
+ 610 ( < 3 jaar)
= 9 050 = 13 900
Moest Tom nu gehandicapt zijn, moet het bedrag dan bij hem toegepast worden.
Vraag 2c
Bereken de personenbelasting op het netto globaal belastbaar inkomen van Anja
NGBI: 44 000
PB: 44 000 – 41 360 = € 2 640 x 50 % = € 1 320
S3: € 15 386 + € 1 320 = € 16 706
Bereken de personenbelasting op de belastingvrije som van Anja
BVS: 13 900
PB: 13 900 – 13 540 = € 360 x 40 % = € 144
S2: 3 586 + 144 = €3 730
DUS € 16 706 - € 3 730 = € 12 976
Bereken de personenbelasting op het netto globaal belastbaar inkomen van Tom