100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Celbiologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
71
Geüpload op
19-07-2023
Geschreven in
2021/2022

Uitgebreide samenvatting van het vak celbiologie die gegeven wordt aan Karel de Grote hogeschool in het eerste jaar biomedische laboratoriumtechnologie en chemie. Ik behaalde een 17/20 voor dit vak tijdens de eerste zit.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
19 juli 2023
Aantal pagina's
71
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Celbiologie 1ste jaar
1 Cellulaire bouwstenen
1.1 Chemische binding
Een element = een substantie die niet door chemische reacties kan ontbonden worden

− C, H, O en N vormen samen 96% van alle organische materiaal
− P, S, Ca en K nemen een groot deel van de overige 4% voor hun rekening

Een verbinding = een substantie die bestaat uit twee of meer verschillende elementen, in een vaste
verhouding.

Een emergente eigenschap = wanneer de samenstelling van twee elementen van een lager
hiërarchisch niveau andere karakteristieken heeft dan de elementen afzonderlijk.

De 2 sterkste bindingen :

− Een covalente binding : twee atomen delen een paar elektronen.
− Een ionische binding : 1 van de twee atomen pikt één elektron van het andere atoom → beide
atomen worden ionen die vanwege hun tegengestelde lading aantrekken. = zouten

Covalente binding Ionische binding




Zwakkere binding :

− Een waterstofbinding = een chemische binding tussen moleculen die essentieel zijn voor de
werking van de cel.
Bv : H-bruggen tussen 2 moleculen water gebeurd doordat de zuurstof harder trekt aan de
2 elektronen van de beide waterstoffen met als gevolg dat de zuurstof negatiever geladen
is en de 2 waterstoffen positiever geladen. Zo kunnen er H-bruggen gevormd worden tussen
een waterstof van het ene molecule en een zuurstof van het andere molecule.

,1.2 Koolstof
= veruit de belangrijkste en meest voorkomende atoom in levende cellen.

Bevat 6 elektronen

− In grondtoestand : 1s2 2s2 2px1 2py1 2pz0
− Wanneer het een covalente binding aangaat : 1s2 2s1 2px1 2py1 2pz1

Bezit 4 hybride sp3-orbitalen die elk een enkelvoudige binding aangaan met een s-orbitaal van een
H-atoom.

1.3 Vorm moleculen
Moleculen bestaande uit 2 atomen = lineair

Moleculen met meerdere atomen = meer ingewikkelde vormen

− Worden bepaald door de positie van de orbitalen van de atomen
− Bv : H2o = V-vormig, CH4 = tetrahendron-vormig

De vorm van de biologische moleculen is belangrijk voor de herkenning en de daaropvolgende
responsen.

Endorfinen = natuurlijke signaalmoleculen

− Morfine, heroïne en andere bedwelmende middelen lijken hier qua structuur sterk op en
kunnen de gemoedsgesteldheid en de pijnperceptie beïnvloeden.

1.4 Chemische reacties
− Er worden chemische bindingen gevormd en gebroken

De reagentia = de uitgangspunten

Het product = het resultaat

Bv : 2 H2 + O2 → 2 H2O

Reagentia Product

De meeste reacties zijn omkeerbaar.

− De twee reacties lopen aan eenzelfde tempo, en de concentratie aan reagentia en
producten blijft gelijk.
− = een chemisch evenwicht = een dynamisch evenwicht : de reactie loopt nog steeds door
maar zonder merkbaar effect.

,1.5 Water
De 4 merkwaardige karakteristieken van water
1. Water heeft een hoge cohesie.
2. Water heeft een vermogen om temperatuurschommelingen te bufferen.
3. Water heeft een groot oplossend vermogen.
4. Water zet uit bij het bevriezen.


Cohesie = een maat voor hoe goed moleculen aan elkaar plakken.

Watermoleculen worden bij elkaar gehouden door H-bruggen, deze worden constant gevormd,
verbroken en opnieuw gevormd. Water heeft meer structuur dan andere vloeistoffen → hoge cohesie

➢ Planten kunnen water tegen de zwaartekracht in transporteren
➢ Oppervlaktespanning

Specifieke warmte = de hoeveelheid warmte nodig om 1 g stof 1°C op te warmen.

− Water heeft een hoge specifieke warmte
➢ Grote hoeveelheden water op aarde slaan de warmte van de zon overdag en in de
zomer op, en geven die weer geleidelijk af ’s nachts en in de winter. → de
temperatuur op aarde wordt gehouden tussen limieten die voor het leven
aanvaardbaar zijn.

Verdampingswarmte = de hoeveelheid warmte nodig om 1 g stof om te zetten van vloeistof naar
gas.

− Water heeft een hoge verdampingswarmte
➢ Groot gedeelte van de zonnewarmte → verdamping van water → aarde warmt niet
te snel op.
➢ Evapotranspiratie zorgt er voor dat organismen niet oververhitten

Water heeft een lagere densiteit (= dichtheid) in vaste toestand dan in vloeibare toestand. → zet uit

Water is het meest veelzijdige solvent : het kan stoffen oplossen door ze te ontbinden in hun
samengestelde ionen of door polaire moleculen volledig te omgeven

− Hydrofiel = stoffen met een speciale affiniteit voor water → meestal ionische of polaire
substanties
− Hydrofoob = stoffen die geen affiniteit voor water vertonen → door het voorkomen van niet-
polaire bindingen (bv bij vetten : de bindingen tussen C en H)

De dissociatie van water = een fenomeen waarbij een waterstofatoom, betrokken in een
waterstofbinding tussen 2 H2O-moleculen, van molecule verhuisd.

− Er ontstaat een hydronium ion (H3O+) en een hydroxide ion (OH-)

2 H2O → H3O+ + OH-

, − Verkort :

H2O → H+ + OH-

Waterstof-ionen zijn bijzonder reactief : veranderingen in hun concentraties kunnen de cel drastisch
beïnvloeden. Concentraties van beide zijn in zuiver water normaal gelijk, deze balans kan
verbroken worden door de toevoeging van H+ en OH-

Zuren = producten die H+-ionen aan de oplossing toevoegen.

Basen = stoffen die OH--ionen toevoegen of H+-ionen binden waardoor een overschot aan OH-
ontstaat

De pH meet de concentratie aan H+-ionen.

− pH 7 = neutraal
− pH 0 - 7 = zuur milieu
− pH 7 - 14 = basisch milieu
− = logaritmische schaal dus : oplossing met pH 3 is 1000x zuurder dan een oplossing met pH
6

De interne pH van biologische vloeistoffen (pH tussen 6 en 8, uitgez. Maagzuur) wordt constant
gehouden door buffers (= stoffen die de concentraties H+ en OH- stabiliseren)

Koolzuur (H2CO3) = een buffer die bijdraagt tot de stabiliteit van de bloed-pH (7,4)

HCO3- + H+ ⇌ H2CO3 ⇌ CO2 + H2O

H+-ionen komen terecht in het bloed → pH ↓ → H+ wordt weggevangen in het bloed → HCO3- wordt
omgezet in CO2 → wordt via de longen uitgeademd
Dus : Door de aanpassing van de ademhaling kan er op een snelle manier invloed worden
uitgeoefend op de zuurgraad van het bloed.
Nieren zijn in staat HCO3- aan te maken → duurt uren tot dagen en heeft dus tijd nodig om goed te
gaan werken


Door toename van de ademhalingsfrequentie → concentratie aan CO2 ↓ → pH ↑
Dus : hyperventilatie leidt tot respiratoire alkalose
Er ontstaat een metabole acidose indien er zuren aan het bloed worden toegevoegd. Hetzelfde geldt
als er waterstofcarbonaatverlies (HCO3-) is (diarree).


Zure neerslag = wanneer de pH van de regen, sneeuw of mist lager is dan 5,6

− = één van de belangrijkste bedreigingen van het leven op aarde
− Oorzaken : aanwezigheid van zwaveloxiden en stikstofoxiden
− Bron : verbranding van fossiele brandstoffen in de industrie en door auto’s
€20,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
nereacpena

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
nereacpena Karel de Grote-Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen