STEDEN IN HET ALGEMEEN
Kenmerken van een stad:
• Grote aantallen mensen
o Positief vanwege ‘kritische massa’ (er zijn zoveel mensen dat er genoeg mensen zijn die hele
specialistische vaardigheden hebben of een zeldzame hobby);
o Negatief vanwege bestuurbaarheid.
• Hoge dichtheid (nodig om hoge aantallen te kunnen huisvesten)
o Positief vanwege concentratie van productiviteit;
o Negatief vanwege leefbaarheid, anonimiteit, verstopping.
• Grote diversiteit
o Positief vanwege specialisatie en culturele diversiteit;
o Negatief vanwege mogelijke spanningen tussen opvattingen en gedrag, onzekerheid door
onbekendheid.
Je kan een stad op twee manieren bekijken:
• Van bovenaf (top-down): Functionalistisch, modernistisch: vorm volgt functie, grootschaligheid,
scheiding van functies (wonen, werken, recreëren, transport, zie voorbeeld van de Bijlmer),
slagvaardig. Een voorbeeld zijn de stedelijke planners Le Corbusiers en Gehl.
• Van onderen (bottom-up): Traditionalistisch: menselijke maat, kleinschaligheid, functiemenging,
‘duurzaam’
Verschillende perspectieven om naar een onderwerp te kijken:
• Publiek – privaat;
• Sociaal – fysiek;
• Objectief – subjectief;
• Intern – extern.
Suburbanisering = de trek van mensen naar het gebied buiten de stad. Hier is namelijk ruimte, groen en rust te
vinden, wat ontbreekt in het stadscentrum.
Stedelijke vernieuwing = hoogopgeleiden en andere goede invloeden (creatievelingen) proberen te lokken
naar de stad. Zij zorgen namelijk voor een goede naam (jaren 90).
Stedelijke planning = De systematische voorbereiding van beleidsvormende en uitvoerende handelingen, die
gericht zijn op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde en op het organiseren van deze interventies.
Beleid = alle maatregelen die genomen worden door een bestuurlijke instantie gericht op de sturing van een
bepaalde maatschappelijke ontwikkeling. Bij beleid over veiligheid gaat het veelal over de aanpak van risico’s,
terwijl focussen op positieve aspecten en deze versterken ook zeer belangrijk is.
Ontwikkeling steden:
• Eerste steden in Mesopotamië doordat de oogst goed was en daardoor ambachttaken ontstonden;
• Stadslucht maakt vrij: horigen werden burgers en gingen zelf steden beschermen en inrichten i.p.v. de
landheer;
• Industrialisering: in de stad was werk te vinden.
Tönnies: ‘gemeinschaft: sterke gemeenschapsbanden en saamhorigheid, geshellschaft: sterk economische
binding en concurrentie’.
Durkheim: ‘mechanische samenleving: grote (automatische) gelijkheid tussen mensen, organische
samenleving: afhankelijkheden tussen mensen.’
Urban way of life = stedelingen leven een anoniem en oppervlakkig bestaan.
1