Hoofdstuk 3: Voordelen van samenwerken
Samenwerking tussen gezinnen, sectoren, landen
̶ Waarom is onderlinge afhankelijkheid de norm?
̶ Mensen zijn beter af als ze specialiseren en met elkaar handel drijven.
̶ Wat bepaalt het patroon van productie en handel?
̶ Productie- en handelspatronen weerspiegelen verschillen in
opportuniteitskosten.
Handel en specialisatie
̶ Specialisatie verhoogt de totale kennis => hogere productiviteit
̶ Specialisatie kan niet zonder handel (ik kan specialiseren in onderzoek omdat ik mijn
kennis kan ruilen voor voedsel, kledij en onderdak)
̶ Zonder handel zou ik dus zelfvoorzienend moeten zijn (OMG)
Dus handel => specialisatie => productiviteit => productie
EEN PARABEL VOOR DE MODERNE ECONOMIE
̶ Stel je voor . . .
̶ Er zijn slechts twee goederen: aardappelen en vlees
̶ En slechts twee mensen: een aardappelboer en een veehouder
̶ Wat moet de boer produceren?
̶ Wat moet de veehouder produceren?
Waarom zouden ze handel drijven?
Productiemogelijkheden boer – veehouder
60 min en 20 min zijn de productiekosten
Veehouder kan vlees rapper produceren, en de aardappelen ook
, Waarom zou de veehouder handel drijven en niet gewoon alles zelf doen omdat je het beter
doet
Als ze specialiseren en handel drijven zal de veehouder toch beter zijn
8KG/ 32KG & 24KG/ 48KG -> dit is eigenlijk de productiemogelijkhedengrens
Individuele Productiemogelijkheden
̶ Laten we kijken naar volledige onafhankelijkheid
̶ Door elkaar te negeren:
‒ Kan ieder consumeren wat hij produceert.
‒ De productiemogelijkhedencurve wordt dan ook de
consumptiemogelijkhedencurve.
̶ Zonder handel nemen de economische voordelen af
Productiemogelijkhedencurve = consumptiemogelijkhedencurve -> als je geen handel drijft
kan je enkel maar consumeren wat je zelf produceert
Productiemogelijkhedengrens boer
Zonder handel kunnen alle punten op de curve punt A is slechts een vb
Productiemogelijkhedengrens veehouder
Punt B ook een vb van een punt -> ongeveer in het midden
Specialisatie en handel
̶ De boer en de veehouder specialiseren zich en drijven handel
̶ Beide specialiseren zich in het product waarvoor ze relatief het best geschikt zijn en
verhandelen daarna hun productie
̶ De boer moet aardappelen kweken
Samenwerking tussen gezinnen, sectoren, landen
̶ Waarom is onderlinge afhankelijkheid de norm?
̶ Mensen zijn beter af als ze specialiseren en met elkaar handel drijven.
̶ Wat bepaalt het patroon van productie en handel?
̶ Productie- en handelspatronen weerspiegelen verschillen in
opportuniteitskosten.
Handel en specialisatie
̶ Specialisatie verhoogt de totale kennis => hogere productiviteit
̶ Specialisatie kan niet zonder handel (ik kan specialiseren in onderzoek omdat ik mijn
kennis kan ruilen voor voedsel, kledij en onderdak)
̶ Zonder handel zou ik dus zelfvoorzienend moeten zijn (OMG)
Dus handel => specialisatie => productiviteit => productie
EEN PARABEL VOOR DE MODERNE ECONOMIE
̶ Stel je voor . . .
̶ Er zijn slechts twee goederen: aardappelen en vlees
̶ En slechts twee mensen: een aardappelboer en een veehouder
̶ Wat moet de boer produceren?
̶ Wat moet de veehouder produceren?
Waarom zouden ze handel drijven?
Productiemogelijkheden boer – veehouder
60 min en 20 min zijn de productiekosten
Veehouder kan vlees rapper produceren, en de aardappelen ook
, Waarom zou de veehouder handel drijven en niet gewoon alles zelf doen omdat je het beter
doet
Als ze specialiseren en handel drijven zal de veehouder toch beter zijn
8KG/ 32KG & 24KG/ 48KG -> dit is eigenlijk de productiemogelijkhedengrens
Individuele Productiemogelijkheden
̶ Laten we kijken naar volledige onafhankelijkheid
̶ Door elkaar te negeren:
‒ Kan ieder consumeren wat hij produceert.
‒ De productiemogelijkhedencurve wordt dan ook de
consumptiemogelijkhedencurve.
̶ Zonder handel nemen de economische voordelen af
Productiemogelijkhedencurve = consumptiemogelijkhedencurve -> als je geen handel drijft
kan je enkel maar consumeren wat je zelf produceert
Productiemogelijkhedengrens boer
Zonder handel kunnen alle punten op de curve punt A is slechts een vb
Productiemogelijkhedengrens veehouder
Punt B ook een vb van een punt -> ongeveer in het midden
Specialisatie en handel
̶ De boer en de veehouder specialiseren zich en drijven handel
̶ Beide specialiseren zich in het product waarvoor ze relatief het best geschikt zijn en
verhandelen daarna hun productie
̶ De boer moet aardappelen kweken