Inferentiële Statistiek
5-9-2016
Steekproef generaliseren in de populatie.
Gelden de resultaten uit de steekproef ook voor een wijder geheel, voor de hele
populatie?
Onderzoeksvraag Analyse Conclusie
omzetten
BS: denken in Variabelen en Centrum,- Exact over
variabelen. verbanden. spreidings- en verzamelde data.
associatiematen.
IS: denken in Statistische Toetsen en Met bekende
steekproeven. hypothesen. schatters. (we onzekerheid over
hebben een idee de populatie.
over de kans dat hij De conclusie hoeft
klopt, maar altijd niet waar te zijn.
onzekerheid). Hoe
groot is de kans dat
de resultaten bij
andere steekproef
anders was
geweest. Zorg dat
je zeker weet hoe
groot de
onzekerheid is.
Inferentiële statistiek: Intuïtief
Een zak met snoepjes, komen alle kleuren even vaak voor?
Grafiekje maken en tellen, blijkt: er zijn veel meer gele snoepjes en andere kleuren
dan de zwarte. Ze stoppen er meer gele snoepjes in, zodat deze beter verkopen. Dit
is je theorie. Maar een zakje is geen geschikte steekproef.
‘Percentage gele snoepjes in de steekproef’ --> Kansvariabele
‘Snoepzakje’ --> steekproef
‘Verdeling van de steekproeven’ --> Steekproevenverdeling
‘Gemiddelde van de steekproefverdeling = (zelfde als) waarde in de populatie.
Gemiddelde = populatiewaarde (parameter).
De steekproef verdeling is verbonden aan de populatie, en het gemiddelde is dan
zelfde als de waarde in de populatie.
1