1
Samenvatting: Parodontale Therapie en
Inleiding tot de Dento-Alveolaire
Heelkunde: Alternatieve Parodontale
Therapie:
Doelstelling parodontale therapie:
• Primaire doelstelling:
o Verwijderen van supragingivale biofilm en mondhygiëne instructies
o Verwijderen van subgingivale biofilm
o Eliminatie van risicofactoren (doel op lange termijn)
▪ Genetische predispositie
• Niet te wijzigen
▪ Rookstop
▪ Systemische aandoeningen
• Secundaire doelstelling:
o Bloedingsreductie
o Pocketreductie
o Klinische aanhechtingswinst
• Ultieme doelstelling:
o Tandbehoud
Doelstellingen op microbieel vlak:
• Biofilm voor therapie:
o Biofilm heeft een zekere structuur
▪ Vooral bacteriën uit het oranje en rode complex
o Film is resistent aan antibiotica en antiseptica
o 108 bacteriën
• Biofilm direct na therapie (na SRP):
o Aantal bacteriën zal dalen
o Na SRP zijn er 105 bacteriën
▪ Na therapie blijven er bacteriën aanwezig
• Restanten kunnen leiden tot restdefecten
• Biofilm 1 week na therapie:
o Aantal bacteriën is opnieuw gestegen tot 107 bacteriën
o Er zijn minder paro-bacteriën aanwezig en meer benigne bacteriën
▪ Benigne bacteriën onderdrukken de paro-bacteriën
▪ Ecosysteem is aangepast
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie
, 2
Biologische breedte:
• Bestaat uit 3 lagen
o Verticale massa tandvlees van bot tot vrije marginale rand
• Van apicaal naar coronaal:
o 1 mm bindweefsellaag met insererende vezels
o 1 mm aanhechtingsepitheel
o 1 mm sulcus
Klinisch effect van parodontale therapie:
• In een gezonde situatie is er een biologische breedte van 3 mm
o Verticale massa tandvlees rondom de tand
▪ Van bot tot marginale gingiva
• Na initiële therapie:
o Pocketreductie
▪ 1/3 door aanhechtingswinst
▪ 2/3 door recessie van het tandvlees
o Bloedingsreductie
o Aanhechtingswinst
Stellen van accurate diagnose:
• Pocketmeting:
o Lage specificiteit, hoge sensitiviteit
o Meten van botniveau
• Plaque-index:
o Plaque-index bij goede mondhygiëne is lager dan 15%
o Plaque-index bij normale poetser is lager dan 25%
• BoP-index:
o BoP-index na SRP zou lager moeten zijn dan 30%
▪ Indien hogere BoP-index is er een hoger risico op recidiverende parodontitis
• Radiografisch onderzoek:
o Hoge specificiteit, lage sensitiviteit
▪ RX is vaak onderschatting van botniveau
• Komt door overprojectie
Prognose van elementen:
• Secure-prognose (S):
o Element wordt behouden
• Doubtful-prognose (D):
o Elementen met pockets van 6 mm
▪ In combinatie met andere factoren zal de I-prognose toegekend worden aan
het element
• Irrational-to-treat-prognose (I):
o Element is verloren
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie
, 3
A Long-Term Survey of Tooth Loss in 600 Treated Periodontal Patients (Hirschfeld, 1978):
• Doel:
o Graad van tandbehoud bij paro-patiënten met nabehandeling
• Populatie:
o 600 paro-patiënten met minstens 15 jaar recall
▪ Gemiddelde recall-tijd was 22 jaar
• Methode:
o Tijdens onderzoek werden patiënten onderverdeeld in:
▪ Well-maintained groep met 0-3 tanden verloren
▪ Downhill groep met 4-9 tanden verloren
▪ Extreme downhill groep met 10-23 tanden verloren
o Patiënten kregen nazorg op 4 of 6 maandintervallen
▪ Patiënten kregen individuele therapie waar nodig
• Resultaten:
o Frequentie van tandverlies per groep:
▪ 300 patiënten hadden geen tanden verloren
▪ 199 patiënten hadden 1-3 tanden verloren
▪ 76 patiënten hadden 4-9 tanden verloren
▪ 25 patiënten hadden 10-23 tanden verloren
o Frequentie van verlies van type tand per groep:
▪ Molaren gingen meer verloren dan andere soorten
• Geldt voor elke groep
▪ Opmerking:
• Mandibulaire snijtanden gingen veel verloren in de extreme
downhill groep
• Grote symmetrische gelijkheid tussen links en rechts
• Conclusie:
o Minder dan 0.1 tanden gaan verloren per patiënt per jaar
o Hoe slechter de initiële prognose, hoe meer tanden verloren
o Molaar-type tanden gingen meer verloren dan andere types
o Er is grote symmetrische gelijkheid bij tandverlies
Natural History of Periodontal Disease in Man (Loe, 1986):
• Doel:
o Onderzoek van de initiatie, progressierate van parodontale aandoeningen in een
populatie zonder preventie en verzorging
• Populatie:
o 480 mannelijke patiënten
▪ Onderzocht gedurende 15 jaar
o Onderverdeling van patiënten in:
▪ Snelle progressie van parodontitis
▪ Matige progressie van parodontitis
▪ Geen progressie van parodontitis (wel gingivitis)
• Conclusie:
o 0.3 tanden gaan verloren per patiënt per jaar
o Initiatie en progressie van parodontitis is sterk individueel verschillend
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie
Samenvatting: Parodontale Therapie en
Inleiding tot de Dento-Alveolaire
Heelkunde: Alternatieve Parodontale
Therapie:
Doelstelling parodontale therapie:
• Primaire doelstelling:
o Verwijderen van supragingivale biofilm en mondhygiëne instructies
o Verwijderen van subgingivale biofilm
o Eliminatie van risicofactoren (doel op lange termijn)
▪ Genetische predispositie
• Niet te wijzigen
▪ Rookstop
▪ Systemische aandoeningen
• Secundaire doelstelling:
o Bloedingsreductie
o Pocketreductie
o Klinische aanhechtingswinst
• Ultieme doelstelling:
o Tandbehoud
Doelstellingen op microbieel vlak:
• Biofilm voor therapie:
o Biofilm heeft een zekere structuur
▪ Vooral bacteriën uit het oranje en rode complex
o Film is resistent aan antibiotica en antiseptica
o 108 bacteriën
• Biofilm direct na therapie (na SRP):
o Aantal bacteriën zal dalen
o Na SRP zijn er 105 bacteriën
▪ Na therapie blijven er bacteriën aanwezig
• Restanten kunnen leiden tot restdefecten
• Biofilm 1 week na therapie:
o Aantal bacteriën is opnieuw gestegen tot 107 bacteriën
o Er zijn minder paro-bacteriën aanwezig en meer benigne bacteriën
▪ Benigne bacteriën onderdrukken de paro-bacteriën
▪ Ecosysteem is aangepast
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie
, 2
Biologische breedte:
• Bestaat uit 3 lagen
o Verticale massa tandvlees van bot tot vrije marginale rand
• Van apicaal naar coronaal:
o 1 mm bindweefsellaag met insererende vezels
o 1 mm aanhechtingsepitheel
o 1 mm sulcus
Klinisch effect van parodontale therapie:
• In een gezonde situatie is er een biologische breedte van 3 mm
o Verticale massa tandvlees rondom de tand
▪ Van bot tot marginale gingiva
• Na initiële therapie:
o Pocketreductie
▪ 1/3 door aanhechtingswinst
▪ 2/3 door recessie van het tandvlees
o Bloedingsreductie
o Aanhechtingswinst
Stellen van accurate diagnose:
• Pocketmeting:
o Lage specificiteit, hoge sensitiviteit
o Meten van botniveau
• Plaque-index:
o Plaque-index bij goede mondhygiëne is lager dan 15%
o Plaque-index bij normale poetser is lager dan 25%
• BoP-index:
o BoP-index na SRP zou lager moeten zijn dan 30%
▪ Indien hogere BoP-index is er een hoger risico op recidiverende parodontitis
• Radiografisch onderzoek:
o Hoge specificiteit, lage sensitiviteit
▪ RX is vaak onderschatting van botniveau
• Komt door overprojectie
Prognose van elementen:
• Secure-prognose (S):
o Element wordt behouden
• Doubtful-prognose (D):
o Elementen met pockets van 6 mm
▪ In combinatie met andere factoren zal de I-prognose toegekend worden aan
het element
• Irrational-to-treat-prognose (I):
o Element is verloren
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie
, 3
A Long-Term Survey of Tooth Loss in 600 Treated Periodontal Patients (Hirschfeld, 1978):
• Doel:
o Graad van tandbehoud bij paro-patiënten met nabehandeling
• Populatie:
o 600 paro-patiënten met minstens 15 jaar recall
▪ Gemiddelde recall-tijd was 22 jaar
• Methode:
o Tijdens onderzoek werden patiënten onderverdeeld in:
▪ Well-maintained groep met 0-3 tanden verloren
▪ Downhill groep met 4-9 tanden verloren
▪ Extreme downhill groep met 10-23 tanden verloren
o Patiënten kregen nazorg op 4 of 6 maandintervallen
▪ Patiënten kregen individuele therapie waar nodig
• Resultaten:
o Frequentie van tandverlies per groep:
▪ 300 patiënten hadden geen tanden verloren
▪ 199 patiënten hadden 1-3 tanden verloren
▪ 76 patiënten hadden 4-9 tanden verloren
▪ 25 patiënten hadden 10-23 tanden verloren
o Frequentie van verlies van type tand per groep:
▪ Molaren gingen meer verloren dan andere soorten
• Geldt voor elke groep
▪ Opmerking:
• Mandibulaire snijtanden gingen veel verloren in de extreme
downhill groep
• Grote symmetrische gelijkheid tussen links en rechts
• Conclusie:
o Minder dan 0.1 tanden gaan verloren per patiënt per jaar
o Hoe slechter de initiële prognose, hoe meer tanden verloren
o Molaar-type tanden gingen meer verloren dan andere types
o Er is grote symmetrische gelijkheid bij tandverlies
Natural History of Periodontal Disease in Man (Loe, 1986):
• Doel:
o Onderzoek van de initiatie, progressierate van parodontale aandoeningen in een
populatie zonder preventie en verzorging
• Populatie:
o 480 mannelijke patiënten
▪ Onderzocht gedurende 15 jaar
o Onderverdeling van patiënten in:
▪ Snelle progressie van parodontitis
▪ Matige progressie van parodontitis
▪ Geen progressie van parodontitis (wel gingivitis)
• Conclusie:
o 0.3 tanden gaan verloren per patiënt per jaar
o Initiatie en progressie van parodontitis is sterk individueel verschillend
Samenvatting: Parodontale Therapie en Inleiding tot de Dento-Alveolaire Heelkunde:
Chirurgische Parodontale Therapie