Tekst “Het klein verzet” Tine Hens
Vraag: Wat kunnen we leren uit het verleden om naar
een betere toekomst te evolueren?
Extra inspiratie rondom het onderwerp:
- Wat als kleinschaligheid meer toekomst heeft?
- Wat als de grootte er niet toe doet?
- Zullen “kleine verzetten” een verschil maken in de hedendaagse
economie?
, Noa Vervisch 2BAsw
Samenvatting boek:
Ik heb het boek Het klein verzet van Tine Hens gelezen. Volgens mij kwam de
aantrekking naar dit boek toen ik las op de achterkant dat het over een
wereldreis ging. De aanleiding van Tine haar wereldreis door Europa was
gebaseerd op verbazing over zaken die we evident vinden, maar waar we wel
bedenkingen bij hebben. Bijvoorbeeld over het feit dat we op elk moment in het
jaar kiwi’s in de winkels vinden ( zowel in de zomer als winter) of over de
overvloed aan spullen in de winkels.(pg 14-15) Tine zelf heeft vooral bedenkingen
over hoe wij burgers de economische groei als enige mogelijkheid beschouwen.
Ze heeft in dit boek allemaal verhalen verzameld over mensen die kleine acties
hebben ondernomen om zich te verzetten tegen onrecht, ongelijkheid en
onderdrukking van de huidige economie in hun gemeenschap.
Ze vraagt haar af wat er zou gebeuren moesten we met zijn allen beslissen dat de
economie ons niet bepaalt, maar dat wij zelf de economie zijn. Zouden we dan
een kans hebben om de economie te herveroveren?
In het hoofdstuk "De droom" vertrok de auteur op reis door Europa, op zoek naar
een alternatief voor de hedendaagse economie. In het boek schrijft ze verhalen
over mensen die kleine initiatieven oprichten over heel Europa. Al rap was het mij
duidelijk dat ze met dit boek de middeleeuwse commons terug leven wil
inblazen.
Ze begon haar reis in Londen, waar de industriële revolutie in 1750 ontstond (pg
30). Dit is het verhaal van Clare, ze is een journaliste die vooral een andere
economie en sociale werkelijkheid in beeld wil brengen. Tine bezoekt samen met
Clare een patchwork farm, waar ze op iedere stukjes groen (parkjes of paadjes)
gebruiken om groenten te kweken. Deze worden verkocht aan lokale
producenten en de bewoners van de stad. Dit is een voorbeeld van een
kleinschalige lokale economie.
Hoofdstuk “de plant”. Tine passeert tijdens haar reis passeert in Griekenland (pg
92) en Portugal (pg 114), bij hen gaan de burgerinitiatieven niet rondom
tijdsinvulling of hobbys’ maar het zijn initiatieven om burgers te helpen overleven
in de huidige economie.
Een herhalend probleem is dat niet elk initiatief een succes is of. Soms botst men
op een verbod van de overheid. Zo hadden burgers in Porto (Portugal) aan het
stadsbestuur gevraagd om een leegstaand schoolgebouw te mogen gebruiken
om een centrum voor sociale voorzieningen op te starten. Dit heeft hun lokale
sociale economie vormgegeven. Ze startten een fietsenatelier, een huiswerkklas,
een buurtcentrum, een fitnessruimte en een restaurant waar
voedseloverschotten van de markt gekookt werden. De overheid was niet
akkoord met het opgerichte initiatief en gaf de burgers 3 maanden om het