Instuderen hoofdstuk 3 : wieren
A. Enkele vragen aangaande de leerstof
1. De betekenis van wieren kunnen geven
Relatief eenvoudige organismen: gebruiken lichtenergie via
fotosynthese
om koolhydraten te verkrijgen
Behoren niet tot ‘hogere planten’ of ‘landplanten’.
2. Wat zijn de kenmerken van een wier?
Eenvoudige organismen
Geen bladeren, wortels, stengel, bloemen
Eencellig of meercellig
eukaryoot
3. Kunnen weergeven op welke basis de naamgeving van wieren
gebaseerd is.
Uiterlijk
Opbouw
Aanwezigheid v bepaald pigment/stof
4. Kunnen beschrijven waarom wieren belangrijk zijn voor de mens en
voor de opleiding agro – en bio.
Leveranciers v zuurstof
Voedselbron
Medicijn & cosmetica
Biobrandstof (algendiesel)
5. Kunnen verklaren wat algenbloei betekent en het ontstaan ervan
kunnen verklaren.
= explosieve algengroei
1. Nitraten en fosfaten voedingsstoffen algen
2. Veel ⬆️ = snelle groei algen
3. Afbraak vele algen vertroebeling water
4. Afbraak algen door bacteriën die zuurstof opnemen
Gevolg 1: water (tijdelijk) zuurstofloos
Gevolg 2: dood v veel aquatische organismen
6. De voortplanting van een oogwiertje kunnen beschrijven.
Mitose erfelijk materiaal blijft identiek
Reservoir vergroot vorming tweede paar flagellen
Splitsing celkern twee identieke exemplaren
= Gesloten deling (overlangse deling)
1
, 7. Wat is autotroof voor C-verbindingen en heterotroof voor N-
verbindingen?
Autotroof voor C-verbindingen
Opname CO2 + omvorming tot O2 & suiker onder invloed v
lichtenergie
Heterotroof voor N-verbindingen
Opname nitraten, onder vorm v organisch afval
B. Schematiseren
1. De rood omkleurde delen kunnen aanduiden + hun functie kunnen
weergeven.
1
3 2
4
5
6
7
1 = zweepdraad beweging
2 = tweede zweepdraad beweging
3 = stigma licht detecteren (oogvlek)
4 = basaal lichaampje fotoreceptor (licht ontvangen)
5 = contractiële vacuole overtollig water uit cel
6 = chloroplast kleur + fotosynthese
7 = paramylon korrel koolhydraat-opslag
2
A. Enkele vragen aangaande de leerstof
1. De betekenis van wieren kunnen geven
Relatief eenvoudige organismen: gebruiken lichtenergie via
fotosynthese
om koolhydraten te verkrijgen
Behoren niet tot ‘hogere planten’ of ‘landplanten’.
2. Wat zijn de kenmerken van een wier?
Eenvoudige organismen
Geen bladeren, wortels, stengel, bloemen
Eencellig of meercellig
eukaryoot
3. Kunnen weergeven op welke basis de naamgeving van wieren
gebaseerd is.
Uiterlijk
Opbouw
Aanwezigheid v bepaald pigment/stof
4. Kunnen beschrijven waarom wieren belangrijk zijn voor de mens en
voor de opleiding agro – en bio.
Leveranciers v zuurstof
Voedselbron
Medicijn & cosmetica
Biobrandstof (algendiesel)
5. Kunnen verklaren wat algenbloei betekent en het ontstaan ervan
kunnen verklaren.
= explosieve algengroei
1. Nitraten en fosfaten voedingsstoffen algen
2. Veel ⬆️ = snelle groei algen
3. Afbraak vele algen vertroebeling water
4. Afbraak algen door bacteriën die zuurstof opnemen
Gevolg 1: water (tijdelijk) zuurstofloos
Gevolg 2: dood v veel aquatische organismen
6. De voortplanting van een oogwiertje kunnen beschrijven.
Mitose erfelijk materiaal blijft identiek
Reservoir vergroot vorming tweede paar flagellen
Splitsing celkern twee identieke exemplaren
= Gesloten deling (overlangse deling)
1
, 7. Wat is autotroof voor C-verbindingen en heterotroof voor N-
verbindingen?
Autotroof voor C-verbindingen
Opname CO2 + omvorming tot O2 & suiker onder invloed v
lichtenergie
Heterotroof voor N-verbindingen
Opname nitraten, onder vorm v organisch afval
B. Schematiseren
1. De rood omkleurde delen kunnen aanduiden + hun functie kunnen
weergeven.
1
3 2
4
5
6
7
1 = zweepdraad beweging
2 = tweede zweepdraad beweging
3 = stigma licht detecteren (oogvlek)
4 = basaal lichaampje fotoreceptor (licht ontvangen)
5 = contractiële vacuole overtollig water uit cel
6 = chloroplast kleur + fotosynthese
7 = paramylon korrel koolhydraat-opslag
2