Aardrijkskunde examen juni
Aardrijkskunde Hoofdstuk 10: Ons weer
Herhaling
1. Weerkaart
Hoe komt een weerkaart tot stand?
In de ruimte zitten weersatellieten (bv. Een visueel satellietbeeld registreert de
Meteosat). Deze satellieten maken een foto → hoeveelheid weerkaatst zichtbaar licht → type
satellietbeeld. bewolking
- Lage druk: bewolking ▪ Helder witte vlakken: cumulus en
- Hoge druk: helder weer cumulonimbus
▪ Witte vlakken: altus (middelhoge)
Twee soorten weerkaarten bewolking
▪ Lichtgrijze bewolking: cirrostratus
Een infrarood satellietbeeld registreert de
uitgezonden warmtestraling. Hierdoor kan de
temperatuur op een land en de hoogte van de
bewolking afgeleid worden.
o (1) Temperatuur
▪ Hoe donkerder, hoe warmer
o (2) Hoogte bewolking
▪ Donkere wolken →lage wolken
▪ Lichtere wolken →hoge wolken
Een basiskaart zijn alle waarnemingen die
worden geplaatst op de satellietfoto.
Een weerkaart geeft de isobaren,
drukgebieden en isothermen weer.
,2. Ons weer bij lage druk
2.1. Fronten
Straalstroom boven ons → stevige buien Straalstroom ver ten noorden van ons → droog,
Straalstroom ver ten zuiden van ons → droge en zacht en rustig weer
polaire lucht
Fronten zijn botsingen van verschillende luchtmassa’s. we
kunnen vier soorten fronten onderscheiden.
Op de weerkaart geeft elk front zijn eigen symbool (kleuren en
figuren te kennen)
Stationair geen vermenging tussen de warme en koude lucht
front
Warmte de warme lucht, die lichter is schuift over de koele lucht
front
,Koude de koude lucht schuift onder de warme lucht
front
Occlusie het koudefront haalt het warmtefront in
front
Het koudefront duwt het warmtefront heel hard naar boven. Gaat gepaard met zwaar
onweer. De stormen zijn krachtiger dan vroeger, MAAR zorgt niet voor meer
stormen.
Lage drukgebied bij occlusiefront is een frontale depressie.
, Warme Warme sector = zone tussen het warmtefront en koudefront
front
Dalend en daarna
Dalend Dalend Constant Langzaam stijgend
PLOTS stijgend
Cirrus, alto- cirrostratus Helder Helder Cumulonimbus Helder
Matig/ fris Toenemende kracht Matig en warm Stormachtig Krachtig en fris
Langzaam omhoog PLOTS stijgend Constant PLOTS dalend Langzaam dalend
geen Regen / motregen Geen Sterke buien Geen
Aardrijkskunde Hoofdstuk 10: Ons weer
Herhaling
1. Weerkaart
Hoe komt een weerkaart tot stand?
In de ruimte zitten weersatellieten (bv. Een visueel satellietbeeld registreert de
Meteosat). Deze satellieten maken een foto → hoeveelheid weerkaatst zichtbaar licht → type
satellietbeeld. bewolking
- Lage druk: bewolking ▪ Helder witte vlakken: cumulus en
- Hoge druk: helder weer cumulonimbus
▪ Witte vlakken: altus (middelhoge)
Twee soorten weerkaarten bewolking
▪ Lichtgrijze bewolking: cirrostratus
Een infrarood satellietbeeld registreert de
uitgezonden warmtestraling. Hierdoor kan de
temperatuur op een land en de hoogte van de
bewolking afgeleid worden.
o (1) Temperatuur
▪ Hoe donkerder, hoe warmer
o (2) Hoogte bewolking
▪ Donkere wolken →lage wolken
▪ Lichtere wolken →hoge wolken
Een basiskaart zijn alle waarnemingen die
worden geplaatst op de satellietfoto.
Een weerkaart geeft de isobaren,
drukgebieden en isothermen weer.
,2. Ons weer bij lage druk
2.1. Fronten
Straalstroom boven ons → stevige buien Straalstroom ver ten noorden van ons → droog,
Straalstroom ver ten zuiden van ons → droge en zacht en rustig weer
polaire lucht
Fronten zijn botsingen van verschillende luchtmassa’s. we
kunnen vier soorten fronten onderscheiden.
Op de weerkaart geeft elk front zijn eigen symbool (kleuren en
figuren te kennen)
Stationair geen vermenging tussen de warme en koude lucht
front
Warmte de warme lucht, die lichter is schuift over de koele lucht
front
,Koude de koude lucht schuift onder de warme lucht
front
Occlusie het koudefront haalt het warmtefront in
front
Het koudefront duwt het warmtefront heel hard naar boven. Gaat gepaard met zwaar
onweer. De stormen zijn krachtiger dan vroeger, MAAR zorgt niet voor meer
stormen.
Lage drukgebied bij occlusiefront is een frontale depressie.
, Warme Warme sector = zone tussen het warmtefront en koudefront
front
Dalend en daarna
Dalend Dalend Constant Langzaam stijgend
PLOTS stijgend
Cirrus, alto- cirrostratus Helder Helder Cumulonimbus Helder
Matig/ fris Toenemende kracht Matig en warm Stormachtig Krachtig en fris
Langzaam omhoog PLOTS stijgend Constant PLOTS dalend Langzaam dalend
geen Regen / motregen Geen Sterke buien Geen