GASTCOLLEGE PENSIOENEN
Eén euro op de zeven gaat straks naar pensioenen
Hervorming pensioenen = noodzakelijk
Tegen 2050: uitgaven sociale zekerheid tot bijna 1/3 bbp
SITUERING
̶ Risico ouderdom en overlijden
Bestaanszekerheid op latere leeftijd (rustpensioen)
Overleven wanneer de ‘kostwinner’ is overleden (overlevingspensioen)
̶ Drie stelsels wettelijke pensioenen: werknemers, zelfstandigen,
ambtenaren
̶ IGO (= inkomensgarantie voor ouderen) voor ouderen die geen of
slechts een bescheiden wettelijk pensioen genieten
Sociale bijstandsregeling
̶ Naast de wettelijke pensioenen (eerste pijler) bestaan er nog
aanvullende pensioenen (tweede pensioenpijler) en is er het individueel
pensioensparen (derde pijler)
Tweede pensioen pijler: aanvulling op wettelijke pensioenrechten (is
van de WG uit)
Derde pijler; is op privévlak – kan ook tot vrijstelling leiden bij de PB-
belasting. Dit is via de bank, soort van levensverzekeringsformule
̶ Kapitalisatie (= financieringstechniek 1)
(Pensioen)bijdragen betaald tijdens actieve beroepsloopbaan worden
gespaard en belegd
Op wettelijke pensioenleeftijd uitkeringen: pensioen = gespaard
kapitaal (incl. opbrengst beleggingen)
1
, Cf. individueel pensioensparen (derde pijler)
- Repartitie (omslagsysteem) (= financieringstechniek 2)
(Pensioen)bijdragen lonen actieve beroepsbevolking onmiddellijk
aangewend voor betaling pensioenen niet-actieven
Cf. huidige wettelijke pensioenen (eerste pijler)
Kan enkel bij door de overheid georganiseerd pensioenstelsels
- Historische evolutie van kapitalisatie naar repartitie in onze
wettelijke pensioenen
inflatie en financieringsnoden
maar ook repartitie kent grote problemen: gezonde balans actieven &
niet-actieven is cruciaal
wettelijke pensioensstelsels staan voor zeer grote uitdagingen
Repartitie: actieven nu zij betalen bijdragen en wordt gebruikt voor de
financiering van degene die nu op pensioen zijn.
Vroeger hadden we een kapitalisatiesysteem.
UITDAGINGEN
̶ Dubbele vergrijzing
̶ Te vroege vervroegde uittrede
̶ Financiële (on)houdbaarheid?
̶ Complexiteit (overgangsregelingen)
‘Verworven verwachtingen’
̶ Verander(en)de gezinspatronen
Minister van pensioenen: gunstige tarieven voor de tweede
pensioenpijler.
Rustpensioenen WN’s
Historiek en bronnen
2
, ̶ Oprichting Algemene Lijfrentekas (1848)
̶ Overheidssubsidies ASLK en private pensioenkassen (1900)
̶ Verplichte pensioenverzekering arbeiders en bedienden (1924-1925)
(bijdragen WN, WG en subsidie overheid)
̶ Jaren ‘50: overgang kapitalisatie naar repartitie (arbeiders-bedienden)
̶ KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers (Pensioenwet Werknemers)
̶ KB van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement
betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
(Pensioenbesluit Werknemers)
wat? Rustpensioen, overlevingspensioen en pensioen i.g.v. feitelijke
echtscheiding
Toepassingsgebied
̶ Algemeen
Personen met een arbeidsovereenkomst en “Voor de
toepassing van dit besluit worden met werknemers gelijkgesteld de
beroepsjournalisten en al de personen tot wie de toepassing van de
sociale zekerheidswetgeving voor werknemers, wat de rust- en
overlevingspensioenen betreft, is uitgebreid” (art. 1 Pensioenwet
Werknemers)
Cf.Toepassingsgebied sociale zekerheid werknemers
(gelijkgestelden)
!Ook overheidscontractanten (≠ ambtenaren → stelsel
ambtenarenpensioenen)
In België tewerk gesteld geweest, maar uitzonderingen (o.a.
detachering, bilaterale akkoorden)
Voor de duur van de activiteit → gemengde pensioenrechten
- Uitgesloten: degenen die in aanmerking komen voor een
pensioenregeling vastgesteld bij of op grond van een wet, een provinciaal
reglement of door de NMBS (art. 2 Pensioenwet Werknemers)
→ pensioen voor rekening van de overheid
3
Eén euro op de zeven gaat straks naar pensioenen
Hervorming pensioenen = noodzakelijk
Tegen 2050: uitgaven sociale zekerheid tot bijna 1/3 bbp
SITUERING
̶ Risico ouderdom en overlijden
Bestaanszekerheid op latere leeftijd (rustpensioen)
Overleven wanneer de ‘kostwinner’ is overleden (overlevingspensioen)
̶ Drie stelsels wettelijke pensioenen: werknemers, zelfstandigen,
ambtenaren
̶ IGO (= inkomensgarantie voor ouderen) voor ouderen die geen of
slechts een bescheiden wettelijk pensioen genieten
Sociale bijstandsregeling
̶ Naast de wettelijke pensioenen (eerste pijler) bestaan er nog
aanvullende pensioenen (tweede pensioenpijler) en is er het individueel
pensioensparen (derde pijler)
Tweede pensioen pijler: aanvulling op wettelijke pensioenrechten (is
van de WG uit)
Derde pijler; is op privévlak – kan ook tot vrijstelling leiden bij de PB-
belasting. Dit is via de bank, soort van levensverzekeringsformule
̶ Kapitalisatie (= financieringstechniek 1)
(Pensioen)bijdragen betaald tijdens actieve beroepsloopbaan worden
gespaard en belegd
Op wettelijke pensioenleeftijd uitkeringen: pensioen = gespaard
kapitaal (incl. opbrengst beleggingen)
1
, Cf. individueel pensioensparen (derde pijler)
- Repartitie (omslagsysteem) (= financieringstechniek 2)
(Pensioen)bijdragen lonen actieve beroepsbevolking onmiddellijk
aangewend voor betaling pensioenen niet-actieven
Cf. huidige wettelijke pensioenen (eerste pijler)
Kan enkel bij door de overheid georganiseerd pensioenstelsels
- Historische evolutie van kapitalisatie naar repartitie in onze
wettelijke pensioenen
inflatie en financieringsnoden
maar ook repartitie kent grote problemen: gezonde balans actieven &
niet-actieven is cruciaal
wettelijke pensioensstelsels staan voor zeer grote uitdagingen
Repartitie: actieven nu zij betalen bijdragen en wordt gebruikt voor de
financiering van degene die nu op pensioen zijn.
Vroeger hadden we een kapitalisatiesysteem.
UITDAGINGEN
̶ Dubbele vergrijzing
̶ Te vroege vervroegde uittrede
̶ Financiële (on)houdbaarheid?
̶ Complexiteit (overgangsregelingen)
‘Verworven verwachtingen’
̶ Verander(en)de gezinspatronen
Minister van pensioenen: gunstige tarieven voor de tweede
pensioenpijler.
Rustpensioenen WN’s
Historiek en bronnen
2
, ̶ Oprichting Algemene Lijfrentekas (1848)
̶ Overheidssubsidies ASLK en private pensioenkassen (1900)
̶ Verplichte pensioenverzekering arbeiders en bedienden (1924-1925)
(bijdragen WN, WG en subsidie overheid)
̶ Jaren ‘50: overgang kapitalisatie naar repartitie (arbeiders-bedienden)
̶ KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers (Pensioenwet Werknemers)
̶ KB van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement
betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
(Pensioenbesluit Werknemers)
wat? Rustpensioen, overlevingspensioen en pensioen i.g.v. feitelijke
echtscheiding
Toepassingsgebied
̶ Algemeen
Personen met een arbeidsovereenkomst en “Voor de
toepassing van dit besluit worden met werknemers gelijkgesteld de
beroepsjournalisten en al de personen tot wie de toepassing van de
sociale zekerheidswetgeving voor werknemers, wat de rust- en
overlevingspensioenen betreft, is uitgebreid” (art. 1 Pensioenwet
Werknemers)
Cf.Toepassingsgebied sociale zekerheid werknemers
(gelijkgestelden)
!Ook overheidscontractanten (≠ ambtenaren → stelsel
ambtenarenpensioenen)
In België tewerk gesteld geweest, maar uitzonderingen (o.a.
detachering, bilaterale akkoorden)
Voor de duur van de activiteit → gemengde pensioenrechten
- Uitgesloten: degenen die in aanmerking komen voor een
pensioenregeling vastgesteld bij of op grond van een wet, een provinciaal
reglement of door de NMBS (art. 2 Pensioenwet Werknemers)
→ pensioen voor rekening van de overheid
3