ACADEMIEJAAR 2022-2023
ONDERSTE EXTREMITEIT
PRAKTIJK
2DE MASTER REVAKI
KAAT FRANCKEN
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
, Heup
1 Onderzoek
1.1 Basisonderzoek
1.1.1 Palpatie
1.1.1.1 M. adductor longus
Ronde spier waar we dwars over kunnen rollen aan de mediale zijde van het
bovenbeen.
Let op! Het is sowieso al een gevoelige spier dus maak onderscheid tussen gewoon
gevoelig en effectief pijnlijk.
1.1.1.2 Ligamentum inguinale
Starten op de SIPS en dan richting het os pubis palperen. Zorg dat je loodrecht over
de verzeld rolt.
1.1.1.3 Os pubis
Zorg dat je ook de symfyse goed meeneemt.
Let op! Dit is een gevoelige plaats.
1.1.1.4 M. iliopsoas
- Spierbuik: onder lig. Inguinale mediaal van de M. sartorius
- Pezen: langer en door de adducotoren heen palperen
1.1.2 Actief functieonderzoek
1.1.2.1 Functioneel
- Hurken
- Trappen doen
- Spreidstand
- Uitvlaspas
- Ganganalyse
- Test van Trendelenburg
1.1.2.2 Lokaal anatomisch onderzoek
Basisonderzoek van de LWK
- Flexie
- Extensie
- Lateroflexie links en rechts
2
,Analytisch actief onderzoek
- Endorotatie Zit met knieën over de rand. Onderbenen naar buiten brengen.
- Exorotatie Zit met knieën over de rand. 1 been meer buigen zodat er plaats
is om het ander onderbeen naar binnen te brengen.
- Flexie ruglig en de knie naar de schouder brengen
- Adductie ruglig met het ene been over het andere been. Het vrije been
wordt in zijn geheel naar binnen gebracht.
- Abductie ruglig en het been naar buiten brengen. Eventueel het ander been
van de tafel laten vallen om stabiel te blijven. Goed in het vlak blijven.
- Hyperextensie buiklig en been naar boven heffen.
1.1.3 Passief functieonderzoek
Te beoordelen:
- ROM
- Traject weerstand
- Eindgevoel
- Pijn
1.1.3.1 Flexie
Uitgangshouding
Ruglig
Handvatting
- Homolateraal hand: net boven de knie langs de dorsale zijde met het
onderbeen op de onderarm
- Heterolateraal hand: palpeert de SIPS
Uitvoering
We duwen het been naar flexie. Vanaf 90° gaat het bekken meebewegen = beweging
van de SIPS we stoppen met palperen en duwen de heup verder naar flexie.
Criteria
- 120°
- Zacht eindgevoel
1.1.3.2 Abductie
Uitgangshouding
Ruglig
Handvatting
- Homolateraal hand: been vastnemen net boven de knie langs mediaal en het
onderbeen laten rusten op de onderarm
- Heterolateraal hand: SIAS palperen
Uitvoering
We voeren de abductie uit tot dat de SIAS meebeweegt en testen het eindgevoel.
Criteria
- 45°
3
- Stevig eindgevoel
, 1.1.3.3 Adductie
Uitgangshouding
Ruglig met het niet te testen been gebogen over het te testen been (zo ver mogelijk).
We staan aan de heterolaterale zijde van de patiënt.
Handvatting
- Heterolateraal hand: been net boven de knie langs de laterale zijde en het
onderbeen rust op de onderarm
- Homolateraal hand: palpeert de SIAS
Uitvoering
We voeren een adductie uit tot dat de SIAS meebeweegt en testen het eindgevoel.
Criteria
- 25°
- Stevig eindgevoel
1.1.3.4 Enxo- en endorotatie
Uitgangshouding
Ruglig met de heup en knie in 90° flexie.
Handvatting
- Heterolateraal hand: bovenbeen net boven de knie langs de ventrale zijde
- Homolaterale hand: onderbeen langs mediaal net boven de enkel
Of
Bitgreep net boven de knie en het onderbeen laten rusten op de onderarm.
Uitvoering
- Onderbeen naar binnen brengen = exorotatie
- Onderbeen naar buiten brengen = endorotatie
Criteria
- Exorotatie 70° en stevig eindgevoel
- Endorotatie 45° en stevig eindgevoel
1.1.3.5 Hyperextensie
Uitgangshouding
Buiklig
Handvatting
- Homolateraal hand: sacrum fixeren
- Heterolateraal hand: bovenbeen net boven de knie langs de ventrale zijde
(arm langs mediaal)
Uitvoering
We zetten de tafel laag, gaan door onze benen om het been vast te nemen en gaan
dan recht staan en voeren zo een extensie uit.
Criteria
- 15°-30°
- Stevig eindgevoel
4
ONDERSTE EXTREMITEIT
PRAKTIJK
2DE MASTER REVAKI
KAAT FRANCKEN
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
, Heup
1 Onderzoek
1.1 Basisonderzoek
1.1.1 Palpatie
1.1.1.1 M. adductor longus
Ronde spier waar we dwars over kunnen rollen aan de mediale zijde van het
bovenbeen.
Let op! Het is sowieso al een gevoelige spier dus maak onderscheid tussen gewoon
gevoelig en effectief pijnlijk.
1.1.1.2 Ligamentum inguinale
Starten op de SIPS en dan richting het os pubis palperen. Zorg dat je loodrecht over
de verzeld rolt.
1.1.1.3 Os pubis
Zorg dat je ook de symfyse goed meeneemt.
Let op! Dit is een gevoelige plaats.
1.1.1.4 M. iliopsoas
- Spierbuik: onder lig. Inguinale mediaal van de M. sartorius
- Pezen: langer en door de adducotoren heen palperen
1.1.2 Actief functieonderzoek
1.1.2.1 Functioneel
- Hurken
- Trappen doen
- Spreidstand
- Uitvlaspas
- Ganganalyse
- Test van Trendelenburg
1.1.2.2 Lokaal anatomisch onderzoek
Basisonderzoek van de LWK
- Flexie
- Extensie
- Lateroflexie links en rechts
2
,Analytisch actief onderzoek
- Endorotatie Zit met knieën over de rand. Onderbenen naar buiten brengen.
- Exorotatie Zit met knieën over de rand. 1 been meer buigen zodat er plaats
is om het ander onderbeen naar binnen te brengen.
- Flexie ruglig en de knie naar de schouder brengen
- Adductie ruglig met het ene been over het andere been. Het vrije been
wordt in zijn geheel naar binnen gebracht.
- Abductie ruglig en het been naar buiten brengen. Eventueel het ander been
van de tafel laten vallen om stabiel te blijven. Goed in het vlak blijven.
- Hyperextensie buiklig en been naar boven heffen.
1.1.3 Passief functieonderzoek
Te beoordelen:
- ROM
- Traject weerstand
- Eindgevoel
- Pijn
1.1.3.1 Flexie
Uitgangshouding
Ruglig
Handvatting
- Homolateraal hand: net boven de knie langs de dorsale zijde met het
onderbeen op de onderarm
- Heterolateraal hand: palpeert de SIPS
Uitvoering
We duwen het been naar flexie. Vanaf 90° gaat het bekken meebewegen = beweging
van de SIPS we stoppen met palperen en duwen de heup verder naar flexie.
Criteria
- 120°
- Zacht eindgevoel
1.1.3.2 Abductie
Uitgangshouding
Ruglig
Handvatting
- Homolateraal hand: been vastnemen net boven de knie langs mediaal en het
onderbeen laten rusten op de onderarm
- Heterolateraal hand: SIAS palperen
Uitvoering
We voeren de abductie uit tot dat de SIAS meebeweegt en testen het eindgevoel.
Criteria
- 45°
3
- Stevig eindgevoel
, 1.1.3.3 Adductie
Uitgangshouding
Ruglig met het niet te testen been gebogen over het te testen been (zo ver mogelijk).
We staan aan de heterolaterale zijde van de patiënt.
Handvatting
- Heterolateraal hand: been net boven de knie langs de laterale zijde en het
onderbeen rust op de onderarm
- Homolateraal hand: palpeert de SIAS
Uitvoering
We voeren een adductie uit tot dat de SIAS meebeweegt en testen het eindgevoel.
Criteria
- 25°
- Stevig eindgevoel
1.1.3.4 Enxo- en endorotatie
Uitgangshouding
Ruglig met de heup en knie in 90° flexie.
Handvatting
- Heterolateraal hand: bovenbeen net boven de knie langs de ventrale zijde
- Homolaterale hand: onderbeen langs mediaal net boven de enkel
Of
Bitgreep net boven de knie en het onderbeen laten rusten op de onderarm.
Uitvoering
- Onderbeen naar binnen brengen = exorotatie
- Onderbeen naar buiten brengen = endorotatie
Criteria
- Exorotatie 70° en stevig eindgevoel
- Endorotatie 45° en stevig eindgevoel
1.1.3.5 Hyperextensie
Uitgangshouding
Buiklig
Handvatting
- Homolateraal hand: sacrum fixeren
- Heterolateraal hand: bovenbeen net boven de knie langs de ventrale zijde
(arm langs mediaal)
Uitvoering
We zetten de tafel laag, gaan door onze benen om het been vast te nemen en gaan
dan recht staan en voeren zo een extensie uit.
Criteria
- 15°-30°
- Stevig eindgevoel
4