Boekverslag 4/5 havo
Het format is dikgedrukt, al het andere niet.
Naam: Britt Jonkergouw
Klas: 4h5
Titel: De aanslag
Auteur: Harry Mulisch
Eerste druk: 1982
Lees de secundaire literatuur (KLL – LLW - Uittrekselbank) en de achtergrondinformatie
over de auteur aandachtig door en markeer de belangrijke zaken.
Voeg de gebruikte secundaire literatuur toe aan je verslag.
Alle theoretische begrippen worden toegelicht in cursus 1+2 van Laagland.
Korte achtergrondinformatie van de schrijver
Naam: Harry Mulisch
Geboortedatum: 1927
Eventuele sterftedatum: 2010
Twee andere werken: Archibald Strohalm (1952) en Het stenen bruidsbed (1959)
Autobiografische elementen: Harry Mulisch was de zoon van een Oostenrijkse collaborateur
en een Joodse moeder. ‘Ik bén de Tweede Wereldoorlog’ is zijn bekendste uitspraak. In zijn
werk neemt de oorlog een belangrijke plaats in.
Personages
Hoofdpersoon: Anton Steenwijk
Karakter van de hoofdpersoon: Anton wil in het begin van het verhaal alle erge dingen graag
vergeten, maar verder in het verhaal blijkt dat hij toch wel gevoelig is. Dat merk je aan de
paniekaanvallen die hij kreeg en zijn emoties die vrij komen als hij meer over de aanslag te
weten komt
1
, Doel van de hoofdpersoon: In het begin van het boek was zijn doel eigenlijk om alles zo snel
mogelijk te vergeten en verder te gaan met zijn leven. Maar tijdens het verhaal kwam hij
allemaal mensen tegen die op een of andere manier iets met de aanslag te maken hadden
en ging hij zich dingen afvragen. Bijvoorbeeld waarom ze de dode fake ploeg voor hun huis
hadden neergelegd en wie zijn ouders en broer hebben vermoord.
Helper: Karin Korteweg en Cor Takes
Relatie tussen helper en hoofdpersoon: Zij zeggen tegen Anton wat er allemaal op de dag
van de aanslag gebeurt is en waarom het lijk van fake ploeg voor Anton’s ouderlijk huis was
neergelegd
Tegenstander: Vader en dochter Korteweg
Relatie tussen tegenstander en hoofdpersoon: Zij hebben het lijk van fake ploeg voor het
huis van de familie Steenwijk neergelegd. Hierdoor wil peter (de broer van Anton) het lijkt
weer verplaatsen, maar wordt hierbij betrapt en daardoor worden de ouders van Anton en
peter vermoord
Setting
Historische tijd/ wanneer speelt het verhaal zich af: Het verhaal speelt zich af aan het einde
de tweede wereldoorlog en de tijd daarna.
Beschrijving van de ruimte: De aanslag vind zowel plaats in Haarlem waar Anton’s ouderlijk
huis stond en waar de aanslag gepleegd als in Amsterdam en omgeving waar hij woonde met
zijn vrouw Saskia en zijn dochter. Ook speelt het verhaal zich een tijd af ergens in Zuid-Italië
waar hij woonde met zijn tweede vrouw Liesbeth en zoon Peter.
Tijd
Verteltijd: 179 pagina’s
Vertelde tijd: De vertelling begint in 1945 en stopt in 1981, dus 36 jaar.
Is het verhaal chronologisch opgebouwd: Er zijn een paar vooruitwijzingen en op enkele
flashbacks na heeft het verhaal een chronologische volgorde.
Verhaallijn
Aantal verhaallijnen: Het verhaal heeft maar 1 verhaallijn.
Licht deze per verhaallijn heel kort toe (wie is de hoofdpersoon/wat staat centraal): In de
deze verhaallijn staat de hoofdpersoon Anton Steenwijk centraal. Je volgt hem in de jaren
van zijn leven en leest wat hij allemaal mee maakt.
2
Het format is dikgedrukt, al het andere niet.
Naam: Britt Jonkergouw
Klas: 4h5
Titel: De aanslag
Auteur: Harry Mulisch
Eerste druk: 1982
Lees de secundaire literatuur (KLL – LLW - Uittrekselbank) en de achtergrondinformatie
over de auteur aandachtig door en markeer de belangrijke zaken.
Voeg de gebruikte secundaire literatuur toe aan je verslag.
Alle theoretische begrippen worden toegelicht in cursus 1+2 van Laagland.
Korte achtergrondinformatie van de schrijver
Naam: Harry Mulisch
Geboortedatum: 1927
Eventuele sterftedatum: 2010
Twee andere werken: Archibald Strohalm (1952) en Het stenen bruidsbed (1959)
Autobiografische elementen: Harry Mulisch was de zoon van een Oostenrijkse collaborateur
en een Joodse moeder. ‘Ik bén de Tweede Wereldoorlog’ is zijn bekendste uitspraak. In zijn
werk neemt de oorlog een belangrijke plaats in.
Personages
Hoofdpersoon: Anton Steenwijk
Karakter van de hoofdpersoon: Anton wil in het begin van het verhaal alle erge dingen graag
vergeten, maar verder in het verhaal blijkt dat hij toch wel gevoelig is. Dat merk je aan de
paniekaanvallen die hij kreeg en zijn emoties die vrij komen als hij meer over de aanslag te
weten komt
1
, Doel van de hoofdpersoon: In het begin van het boek was zijn doel eigenlijk om alles zo snel
mogelijk te vergeten en verder te gaan met zijn leven. Maar tijdens het verhaal kwam hij
allemaal mensen tegen die op een of andere manier iets met de aanslag te maken hadden
en ging hij zich dingen afvragen. Bijvoorbeeld waarom ze de dode fake ploeg voor hun huis
hadden neergelegd en wie zijn ouders en broer hebben vermoord.
Helper: Karin Korteweg en Cor Takes
Relatie tussen helper en hoofdpersoon: Zij zeggen tegen Anton wat er allemaal op de dag
van de aanslag gebeurt is en waarom het lijk van fake ploeg voor Anton’s ouderlijk huis was
neergelegd
Tegenstander: Vader en dochter Korteweg
Relatie tussen tegenstander en hoofdpersoon: Zij hebben het lijk van fake ploeg voor het
huis van de familie Steenwijk neergelegd. Hierdoor wil peter (de broer van Anton) het lijkt
weer verplaatsen, maar wordt hierbij betrapt en daardoor worden de ouders van Anton en
peter vermoord
Setting
Historische tijd/ wanneer speelt het verhaal zich af: Het verhaal speelt zich af aan het einde
de tweede wereldoorlog en de tijd daarna.
Beschrijving van de ruimte: De aanslag vind zowel plaats in Haarlem waar Anton’s ouderlijk
huis stond en waar de aanslag gepleegd als in Amsterdam en omgeving waar hij woonde met
zijn vrouw Saskia en zijn dochter. Ook speelt het verhaal zich een tijd af ergens in Zuid-Italië
waar hij woonde met zijn tweede vrouw Liesbeth en zoon Peter.
Tijd
Verteltijd: 179 pagina’s
Vertelde tijd: De vertelling begint in 1945 en stopt in 1981, dus 36 jaar.
Is het verhaal chronologisch opgebouwd: Er zijn een paar vooruitwijzingen en op enkele
flashbacks na heeft het verhaal een chronologische volgorde.
Verhaallijn
Aantal verhaallijnen: Het verhaal heeft maar 1 verhaallijn.
Licht deze per verhaallijn heel kort toe (wie is de hoofdpersoon/wat staat centraal): In de
deze verhaallijn staat de hoofdpersoon Anton Steenwijk centraal. Je volgt hem in de jaren
van zijn leven en leest wat hij allemaal mee maakt.
2
