ontwikkelingsstoornissen
Module 1: Personen met ASS
H1: Communicatie bij mensen met autisme en/of
verstandelijke beperking
SV p.5 – 15
Pagina
Titel
SV
1.1. Waarom aandacht voor communicatie? p.5
1.2. Een bijzondere doelgroep: personen met autisme die niet of beperkt verbaal p.5 – 9
communiceren
1.2.1. Communicatie-ontwikkeling p.5 – 9
Ontwikkeling intentionaliteit p.6 – 7
Ontwikkeling symboolvorming p.8 -9
1.3. Ondersteunende communicatie p.9 – 15
1.3.1. ComVoor-2 p.10
1.3.2. Verschillende manieren om ondersteunende communicatie in te zetten p.11
1.3.3. Ondersteunende communicatie op de verschillende niveaus van p.11 – 15
betekenisverlening
OC op representatieniveau p.11 – 12
OC op presentatieniveau p.12 – 14
OC op sensatieniveau p.14 – 15
Overzicht ondersteunende communicatie p.15
H2: Kwaliteitsvolle diagnostiek en interventies
SV p.16 – 28
Pagina
Titel
SV
2.1. Autisme als een construct met meerdere lagen p.16
2.2. Autisme in de DSM (gedrag/fenotype) p.16 – 18
2.3. Autisme als informatieverwerkingsstoornis (cognitie) p.18 – 19
2.3.1. Theory of mind p.18
2.3.2. Lokale/globale verwerking p.19
2.3.3. Executieve functies p.19
2.4. Onderkennende, classificerende diagnostiek van ASS p.19 – 21
2.4.1. Screeningsinstrumenten voor case identification bij MiJa p.20
2.4.2. Onderkennend diagnostisch protocol p.20 – 21
2.5. Verklarende en handelingsgerichte diagnostiek p.22 - 23
2.6. Interventies p.24 – 28
2.6.1. Uitgangspunten p.24
2.6.2. Begeleiding van mensen met autisme p.24
2.6.3. Interventiematrix p.24 – 28
Een autismevriendelijke omgeving (eerstegraadsstrategie) p.25
Individugerichte interventies (tweedegraadsstrategieën) p.26 – 28
Pagina 1 van 8
, H3: Neurodiversiteit: een nieuwe blik op autisme,
onderzoek en praktijk
SV p.29 – 36
Pagina
Titel
SV
3.1. Paradigmawissel in het autismeveld p.29 – 30
3.2. Neurodiversiteit en het neurodiversiteitsparadigma: Wat is het wel? Wat is het niet? p.30 – 33
3.2.1. Wortels van neurodiversiteitsbeweging p.30
3.2.2. Terminologie p.30
3.2.3. Neurodiversiteitsbeweging p.31 – 32
3.2.4. Frequente vragen en kritieken p.32 – 33
3.2.5. Werk-omschrijving van neurodiversiteit p.33
3.3. Implicaties voor onderzoek en klinische praktijk p.33 – 36
3.3.1. Implicaties voor het onderzoek p.33 – 34
3.3.2. Implicaties voor de klinische praktijk p.35
3.4. Onderzoek: EPANEMA p.36
Pagina 2 van 8