Les 1 – Introductie en natuurvisies
Natuurvisies
1. Wildernis visie → zelfregulerende natuur staat centraal
2. Arcadische visie → harmonie tussen mens en natuur staat centraal
3. Functionele visie → functie voor mens staat centraal
De visie op de natuur verandert met de tijd:
Veel verschillende opvattingen in de samenleving:
Natuur is vijandig Natuur is goed en puur
Natuur is iets om te bedwingen Natuur is iets om te koesteren
Natuur wordt gedegradeerd door mensheid Mensheid is onderdeel van de natuur
Natuur kan zichzelf redden Natuur moet beschermd worden door mens
Natuur is kwetsbaar Natuur is onuitputtelijk
Er zijn veel verschillende natuurbeelden → veel verschillen in hoe wij onszelf en de wereld om ons
heen en het (boven)natuurlijke zien in relatie tot elkaar
,Natuurvisies
- Belangrijkste historische wortels voor de 3 visies liggen in de Romantiek (1790 – 1850)
- Al was er daarvoor ook al sprake van verschillende natuurbeelden die we in deze visies herkennen
Natuurvisie door de jaren
Prehistorie
- De natuur is ‘bezield’
- Er geen onderscheid tussen de natuur en het bovennatuurlijke
- Het goddelijke is in alle natuur aanwezig (respect en aanbidding)
Oude Grieken
- Natuur als ‘Arcadia’ → streek in Griekenland
- Verlangen naar eenvoud en plattelandsleven
- Schoonheid en recreatie in vruchtbare valleien
Middeleeuwen (in Europa)
- Natuur is angstaanjagend → wolven en beren lopen rond buiten stadsmuren
- Natuur is onvoorspelbaar → grote natuurrampen die land wegsloegen en mensen doodden
- Wilde natuur als kwaad en onbeschaafd tegenover het goede van God en de beschaafde mens
- Start van Christelijke traditie → mens is rentmeester over de aarde
Vroeg moderne tijd (15e – 18e eeuw)
- Renaissance: periode van ontdekkingen en bloei van de kunsten. Zoals
landschapsschilderijen en tuinarchitectuur (plaatje)
- Verlichting: de natuurwetenschappen maken zich los van de godsdienst. Natuur
is meetbaar en houdt aan de wetmatigheden
- Industrialisatie: er kwam een steeds functionelere benadering van natuur →
natuur werd verwaarloosd
Romantiek
- Op deze verwaarlozing (vieze, vervuilende steden) kwam steeds meer kritiek
- Als reactie op deze vervuilende visies ontwikkelende zich de arcadische visie en de wildernisvisie
2 Romantische natuurvisies
, De Arcadische visie
- De kleinschalige, agrarische cultuurlandschappen als ideaal
- Klassieke natuurbeschermingsvisie van rond 1970 - 1990
- Eerste onderzoeker ‘naturalisten’ passen in deze visie
Uitgangspunten:
- Ecocentrische waarde
- Mooie, pittoreske natuur
- Rurale idylle
- Kwetsbaar
- Natuur als icoon
De Wildenisvisie
- De natuur zonder mensen centraal → natuurlijke processen, ruig, ongepland
- Natuurontwikkelingsvisie die in NL dominant is sinds 1980/1990 → “nieuwe natuur, hands-off,
zelfregulatie, ecologie en verrassingen”
Grote overgang:
- Wildernis voor Romantiek: eng, naargeestig, onbeschaafd
- Wildernis na Romantiek: subliem, overweldigend, bijna
goddelijk, je voelt je nietig als mens
- Als reactie hierop werd gesproken over ‘natuur-hysterici’
Uitgangspunten:
- Ecocentrische waarde
- Sublieme natuur
- Emotionele en spirituele band met natuur
- Natuurlijkheid
- Natuur als icoon
De Functionele visie
- Vooral 18e en 19e eeuw (industrialisatie) → inpolderingen, kanalen, veenkoloniën, Veluwe bebossen
voor mijnen, landbouw → grote invloed op het Nederlandse landschap
- Vanaf de Verlichting: aarde is voor de mens en zijn behoeften
- Beschermen en benutten van natuurlijke hulpbronnen
- Belangen landbouw, bosbouw, recreatie staan centraal
- Overlast en ziekten uit natuurgebieden tegengaan
Uitgangspunten:
- Natuur als hulpbron (incl. toerisme)
- Antropocentrische waarde
- Balans tussen behoeftes mens en natuur