2VE Klinisch redeneren: Eliminatie
Hoofdstuk 3 : Terminologie urologische problemen
3.1 Enkele begrippen
Mictie = urinelozeing bij gevulde blaas onder invloed van de blaascontractie
Diurese = urineproductie ter hoogte van de nieren
Direticum = geneesmiddel dat urineproductie bevordert
Urinedebiet = Urinevolume / tijdseenheid. Belangrijke parameter om de toestand van de
patiënt te volgen binnen een bepaalde situatie. Maar steeds te interpreteren
in functie van de vochtbalans : nieraandoeningen, vochtretentie shock
obstructie van de urinewegen, verstoppen van een sonde
Vochtbalans = afwegen van in en out van vocht (in : oraal en parenteraal ; out : urine,
perspiratie (huidademing), transpiratie, exsudaat van wonden)
Urineresidu= hoeveelheid urine die achterblijft in de blaas nadat er een urinelozing is
geweest.
3.2 Diuresestoornissen
Polyurie = verhoogde urineproductie van meer dan 2l per 24u. Dit kan verschillende
redenen hebben : Groot vochtgebruik, diuretica of infuusvloeistoffen,
pathologisch: diabetes, nierinsufficiëntie
Oligurie = verlaagde urineproductie van minder dan 0.5l per 24u :
- onvoldoende vochtinname
- verhoogd vloeistofverlies transpiratie, koorts, braken of diaree
Anurie = geen of sterk verlaagde diurese tot zelfs < 50 ml per 24u altijd
pathologisch !
Mogelijke oorzaken : shock, ernstige nierziekte, sommige dialysepatiënten
hebben anurie
3.3 Stoornissen m.b.t de mictie
De normale blaascapaciteit = 350 tot 450 ml. Met een gemiddelde van 1,5 l urine per dag, zal men 4 à
5 keer per dag moeten urineren. Bij volgende stoornissen kan een probleem aanwezig zijn in de
frequentie, de manier van urineren en het ophouden van urine:
Urineretentie = het achterblijven van urine in de blaas.
De retentie kan volledig zijn patiënt urineert niets
pseudo-anurie patiënt watert nog maar ledigt de blaas niet (volledig) = residu
- mogelijke oorzaken: postoperatief, prostaathypertrofie, obstructie, neurologisch.
- De hoeveelheid urine in de blaas kan bij retentie zeer hoog oplopen. In extreme gevallen zelfs tot
1 à 2l (pathologisch vanaf 50 ml)
oorzaken van urineretentie
1. Obstructieve oorzaken: stenen, klonters in de urethra of blaas, urethrale vernauwingen,
prostatitis
2. Neurologisch oorzaken: geneesmiddelen, ruggemergletsels, postoperatief, stoornis
blaasspier en verwardheid
1
Hoofdstuk 3 : Terminologie urologische problemen
3.1 Enkele begrippen
Mictie = urinelozeing bij gevulde blaas onder invloed van de blaascontractie
Diurese = urineproductie ter hoogte van de nieren
Direticum = geneesmiddel dat urineproductie bevordert
Urinedebiet = Urinevolume / tijdseenheid. Belangrijke parameter om de toestand van de
patiënt te volgen binnen een bepaalde situatie. Maar steeds te interpreteren
in functie van de vochtbalans : nieraandoeningen, vochtretentie shock
obstructie van de urinewegen, verstoppen van een sonde
Vochtbalans = afwegen van in en out van vocht (in : oraal en parenteraal ; out : urine,
perspiratie (huidademing), transpiratie, exsudaat van wonden)
Urineresidu= hoeveelheid urine die achterblijft in de blaas nadat er een urinelozing is
geweest.
3.2 Diuresestoornissen
Polyurie = verhoogde urineproductie van meer dan 2l per 24u. Dit kan verschillende
redenen hebben : Groot vochtgebruik, diuretica of infuusvloeistoffen,
pathologisch: diabetes, nierinsufficiëntie
Oligurie = verlaagde urineproductie van minder dan 0.5l per 24u :
- onvoldoende vochtinname
- verhoogd vloeistofverlies transpiratie, koorts, braken of diaree
Anurie = geen of sterk verlaagde diurese tot zelfs < 50 ml per 24u altijd
pathologisch !
Mogelijke oorzaken : shock, ernstige nierziekte, sommige dialysepatiënten
hebben anurie
3.3 Stoornissen m.b.t de mictie
De normale blaascapaciteit = 350 tot 450 ml. Met een gemiddelde van 1,5 l urine per dag, zal men 4 à
5 keer per dag moeten urineren. Bij volgende stoornissen kan een probleem aanwezig zijn in de
frequentie, de manier van urineren en het ophouden van urine:
Urineretentie = het achterblijven van urine in de blaas.
De retentie kan volledig zijn patiënt urineert niets
pseudo-anurie patiënt watert nog maar ledigt de blaas niet (volledig) = residu
- mogelijke oorzaken: postoperatief, prostaathypertrofie, obstructie, neurologisch.
- De hoeveelheid urine in de blaas kan bij retentie zeer hoog oplopen. In extreme gevallen zelfs tot
1 à 2l (pathologisch vanaf 50 ml)
oorzaken van urineretentie
1. Obstructieve oorzaken: stenen, klonters in de urethra of blaas, urethrale vernauwingen,
prostatitis
2. Neurologisch oorzaken: geneesmiddelen, ruggemergletsels, postoperatief, stoornis
blaasspier en verwardheid
1