Samenvatting Boekhouden 1BEM D1-D19

DOELSTELLING 1

Bezittingen = concreet
 = rijkdom + schulden = abstract

Rijkdom : eigen geld
Schulden : geleend geld

R+
B = A P  P zegt hoe A gefinancierd wordt
S

Balans

VLA = maximum 1 jaar in onderneming = kort
Activa
VA = minimum 1 jaar in onderneming = lang

Balans volledig
ACTIVA PASSIVA
Vaste activa Eigen vermogen
- immateriële vaste activa - kapitaal
- materiële vaste activa - reserves
- financiële vaste activa - overgedragen winst/verlies
Vlottende activa Vreemd vermogen
- voorraden op + 1 jaar - financiële schulden + 1 jaar
- voorraden, vord. & bestel. op – 1 jaar - financiële schulden – 1 jaar
- geldbeleggingen - handelsschulden
- liquide middelen - schulden met betrekking tot
o Bezoldigingen
o Belastingen
o Resultaatverwerking

Verschil vordering of schuld


Later terug te krijgen (bezit = activa) Later terug te betalen (schuld = passiva)


Verschil kas & kapitaal


Om geld te betalen/innen (liquide middelen = VLA) Eigen input van de eigenaars (EV)




1

, DOELSTELLING 2

Soorten kosten:
Bedrijfskosten o Aankoop handelsgoederen
 BK o Aankoop grond- en hulpstoffen
o Diensten & diverse goederen
o Bezoldigingen & sociale lasten
o Afschrijvingen & waardevermindering
Financiële kosten Financiële transacties
 FK o Rente lening
o Negatief wisselkoersverschil
Niet recurrente Uitzonderlijk
kosten  NRK o Herstellingen

Soorten opbrengsten:
Bedrijfsomzet o Omzet
 BO o Andere bedrijfsopbrengsten
Financiële opbrengst Financiële transactie
 FO o Rente lening
o Positief wisselkoersverschil
Niet recurrente Uitzonderlijk
opbrengsten  NRO o Meerwaarde verkoop VA
o Uitbetaling schadeverzekering

O–K
= winst/verlies
= overgedragen winst/verlies

Resultaat rekening:
Kosten Opbrengsten
BK BO
- aankoop hg - omzet
- aankoop diensten & div goederen - andere
- personeelskosten
- afschrijvingen & waardevermindering
- andere
FK FO
NRK NRO




2