Hormonen -> uiterlijk, karakter, gemoedsgesteldheid en gedrag -> uniek
2. WAT ZIJN HORMONEN?
Hormonen: chemische stoffen die door endocriene klieren via de bloedbaan aan doelcellen of -organen
worden afgegeven en die een specifieke werking uitoefenen
Beïnvloeden zowel stofwisseling als gedrag en gemoedsgesteldheid
Endocriene klieren -> hormonen -> bloed -> binding v hormoon aan orgaan dmv receptor (legoblokje)
Exocriene klieren -> product (vb. speeksel) -> spijsverteringsstelsel OF buitenwereld (vb. zweetklieren)
3. ENDOCRIENE STELSEL
Endocriene stelsel -> endocriene klieren -> hormonen -> bloed -> verdeling over en invloed op hele lichaam
Productie en afscheiding v hormonen wordt geregeld door zenuwstelsel/hormoonstelsel
Afbraak v hormonen wordt geregeld door lever (gal) en nieren (urine)
Endocriene stelsel is in balans bij gezond persoon (homeostase)
4. NEGATIEVE TERUGKOPPELING
Hormonen met regelfunctie maken deel uit van regelsysteem
Regelsysteem maakt gebruik van negatieve terugkoppeling om minder/meer hormonen te produceren
en af te scheiden
o Hypothalamus meet -> stuurt hormonale/neurale berichten naar hypofyse -> hypofyse geeft
opdrachten aan endocriene klieren door releasing factors: stimulatie v productie v hormoon
OF inhibitiefactors: remming v productie v hormoon
5. DE BELANGRIJKSTE ENDOCRIENE KLIEREN EN HUN HORMONEN
5.1 PIJNAPPELKLIER OF EPIFYSE
Plaats: in de hersenen (+/- zo groot als erwt)
Functie
- Productie melatonine (beïnvloedt door licht -> meer licht, minder melatonine)
o Zorgt voor remming v geslachtshormonen tot puberteit
o Zorgt voor dag-/nachtritme
5
, Extra
- Tijdens puberteit steeds later melatonine -> verandering bioritme MAAR lichamelijke veranderingen ->
meer nood aan slaap
- Teveel melatonine -> seizoensdepressie
- Extra melatonine als behandeling slapeloosheid
- Extra melatonine als behandeling v verstoord dag-/nachtritme bij blinde personen
- Licht als behandeling voor jetlag
5.2 HYPOTHALAMUS
Functie
- Homeostase (ontvangt en verwerkt info & stuurt bevelen naar andere organen)
5.3 HYPOFYSE
Plaats: in de hersenen (hangt vast aan hypothalamus)
Functie
- Productie hormonen
o Oxytocine: zet geboorte in gang, maakt moedermelk, hechting (vrouwen) vertrouwen en
verbondenheid, minder angst, geeft gevoel v verzadiging (vrouwen en mannen)
Aangemaakt bij positief onderling contact (vasopressine bij mannen)
Hogere weerbaarheid tegen stress en verslaving
Lichaam komt sneller tot rust
Lager bij mensen met autisme
o Prolactine: melkafscheiding
o Follikelstimulerend hormoon (FSH): follikelrijping & aanmaak oestrogeen en progesteron
(vrouwen) vorming zaadcellen (mannen)
o Luteïniserend hormoon (LH): eirijping en eisprong & aanmaak oestrogeen en progesteron
(vrouwen) aanmaak testosteron (mannen)
o Groeihormoon: maakt groeifactoren
Geproduceerd in korte pieken bij lichaamsbeweging, stress en 2 uur na inslapen
Werkt in op groeikraakbeenschijven (kinderen en jongeren) (groeikraakbeenschijven
verbenen tijdens puberteit)
Werkt onderhoudend bij spieren, organen en botten & werkt in op metabolisme
(volwassenen)
Tekort -> groeivertraging
Teveel -> gigantisme/reuzegroei (kinderen) & acromegalie: ziekte waarbij er een
teveel aan groeihormoon wordt aangemaakt (volwassenen)
Failure to thrive: wanneer emotionele deprivatie: onthouden v emotionele warmte,
een verstoring veroorzaakt in de werking v d hypofyse en dus in de productie v
groeihormoon
o Adrenocorticotoop (ACTH): zorgt ervoor dat bijnierschors meer hormonen (cortisol) gaat
afgeven
o Antidiuretisch hormoon (ADH): zorgt ervoor dat nieren minder water afgeven, zorgt voor
meer vrijgevigheid, rol in monogamie (≈ vasopressine)
6