1. TOPIC 1 : inleiding ................................................................................................................................ 3
1.1. vergelijking 3 beheerders ............................................................................................................. 3
1.2. wie is de beheerder? .................................................................................................................... 4
1.3. vergelijking 3 soorten beheerdersberoepen ................................................................................. 8
1.4. indirecte belasting bij huur......................................................................................................... 19
1.5. het recht van de belasting op het geschrift ................................................................................. 27
1.6. onroerende voorheffing ............................................................................................................. 28
2. TOPIC 2 : lastgeving ............................................................................................................................ 32
2.1. begrip ........................................................................................................................................ 32
2.2. lastgeving .................................................................................................................................. 32
2.3. totstandkoming ......................................................................................................................... 32
2.4. tegenwerpelijkheid à derden...................................................................................................... 32
2.5. vorm van de lastgeving .............................................................................................................. 33
2.6. de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid ................................................................ 34
2.7. solvabiliteit ................................................................................................................................ 34
2.8. lasthebber mag niet als tegenpartij optreden bij een OVK die hij names de lastgever sluit .......... 34
2.9. lasthebber moet rekenschap afleggen van het uitvoeren van zijn opdrachten............................. 34
2.10. lasthebber heeft recht op een vergoeding als dat bedongen is ................................................... 35
2.11. lastgever mag steeds eenzijdig de lastgeving herroepen ............................................................. 35
2.12. hoe moet een lasthebber met gelden omgaan ? ......................................................................... 35
2.13. Het gebruik van zakelijke recht van erfpacht & opstal als alternatief voor langlopende
huurovereenkomsten ............................................................................................................................. 36
3. TOPIC 3 : huur : bijzondere aspecten ................................................................................................... 39
3.1. de aanpassing (indexatie) van de huurprijs ................................................................................. 39
3.2. hoe dikwijls mag de huur geïndexeerd worden ........................................................................... 40
3.3. vroegste tijdstip v. indexatie ...................................................................................................... 40
3.4. referentiemaatstaf ..................................................................................................................... 41
3.5. berekeningsformule ................................................................................................................... 41
3.6. uitwerking indexaanpassing ....................................................................................................... 43
3.7. wanneer is bij een vastgoedcontract een notariële akte nodig? .................................................. 44
3.8. de vervroegde beêindiging van handelshuur korte duur ............................................................. 46
3.9. vervroegde beëindiging door OT van een huurovereenkomst ..................................................... 46
3.10. De verderzetting van een huurovereenkomst tussen dezelfde partijen ....................................... 55
4. TOPIC 4 : pacht ................................................................................................................................... 57
4.1. Toepassingsgebied : ................................................................................................................... 57
4.2. duur van pacht - 3 types van pachtovereenkomsten ................................................................... 60
4.3. berekening van de pachtprijs ..................................................................................................... 63
4.4. de fiscale behandeling van de inkomsten uit de pachtovereenkomst .......................................... 68
5. TOPIC 5 : vlaamse huurwetgeving ....................................................................................................... 72
5.1. Regionalisering van de huurwetgeving ....................................................................................... 72
5.2. pop-up stores............................................................................................................................. 77
6. TOPIC 6 : pacht ................................................................................................................................... 84
6.1. erfpacht ..................................................................................................................................... 84
6.2. opstal ........................................................................................................................................ 84
1
, 6.3. 4 wijzigingen .............................................................................................................................. 84
7. TOPIC 7 : notariële aspecten ............................................................................................................... 86
7.1. vorm van vastgoedcontracten .................................................................................................... 86
7.2. de notariële akte ........................................................................................................................ 87
7.3. Formaliteiten bij vastgoedakten ................................................................................................. 89
2
, 1. TOPIC 1 : INLEIDING
1.1. VERGELIJKING 3 BEHEERDERS
3 BEHEERBEROEPEN :
- Syndicus
o ORG
- Rentmeester
o ORG
- Vermogensbeheerder
o RG
Syndicus & rentmeester = ORG behoren allebei tot beroep v. VGM
4 ACTIVITEITEN VGM :
1) Bemiddelen bij overdracht van handelszaak
2) Beheer v. ORG in ME
3) Bemiddelen bij VK & verhuur v. ORG (= syndicusschap)
4) Beheer ORG in exclusieve eigendom (= rentmeesterschap)
VGM moet deze 4 activiteiten niet uitoefenen, men kan 1 of 2 activiteiten uitoefenen
Bemiddelen = aanneming en geen vertegenwoordiging tenzij gekoppeld wordt à lastgeving
Beheren = lastgeving, dus vertegenwoordigingsbevoegdheid
Binnen BIV : 2 lijsten
- Lijst voor makelaars waar personen opstaan die eerste twee activiteiten uitoefenen
- Lijst v. syndici
Rentmeester mag kiezen in welke lijst hij is ingeschreven (makelaar / syndici)
Als je ze allemaal wil uitoefenen? op beide lijsten ingeschreven zijn
Makelaars hebben niet monopolie v/h uitoefenen van de activiteit van syndicus of rentmeester
Aantal beroepen in bijberoep kunnen activiteit van rentmeester of syndicus uitoefenen, zonder
ingeschreven te zijn bij BIV vallen onder hun eigen deontologie
3
, 1.2. WIE IS DE BEHEERDER?
Wie mag syndicus zijn?
- Boekhouders
- Landmeters
- Architecten
- Advocaten
Kan natuurlijke- of rechtspersoon zijn
Wie mag rentmeester zijn?
- Boekhouders
- Landmeters
- Architecten
- Notarissen
Kan natuurlijke- of rechtspersoon zijn
2 SOORTEN SYNDICI, 1 SOORT RENTMEESTER :
Syndicus : occasionele & professionele
AV heeft keuze om occasionele of professionele syndicus te benoemen
Occasionele = mede-eigenaar (minstens 1 kavel in bezit)
Professionele = moet VGM, landmeter, boekhouder, architect of advocaat zijn
Enkel deze zijn onderworpen à tuchtrecht + deontologie
Rentmeester : professionele
het gaat altijd om prof. rentmeester die à eigen deontologie + tuchtrecht is onderworpen
Bemiddelingsactiviteiten je treedt op als aannemer
Makelaar Syndicus Rentmeester
o Treedt op als aannemer o Wel vertegenwoordigings- o Wel vertegenwoordigings-
bevoegdheid bevoegdheid
o Stelt feitelijke handelingen = bevoegdheid om = bevoegdheid om rechts-
rechtshandelingen te stellen handelingen te stellen
o Geen vertegenwoordigings-
bevoegdheid o Regels v. lastgeving zijn van o Regels van lastgeving zijn v.
toepassing toepassing
4