1 Nederlands anno 2022
dinsdag 26 juli 2022 11:28
1.1 Variationele structuur
• Taalvariatie= taalvarianten + taalvariëteiten
• Taalvarianten= specifiek talig fenomeen waarin variatie zit (r klank)
• Attitude= houding tegenover taalvariëteit (sociale invloed + individuele invloed)
• Taalvariëteit= lect : verzameling taalvarianten die gelinkt is aan een specifieke groep
• Standaardtaal, dialect, regiolect, sociolect, vakjargon
Oneconomisch
Communicatiemiddel + sociale identiteit (verbondenheid + afzetten)--> Contrastive self identification
A Taalstructurele variatie
LEGENDE: Taalstructurele variatie - lexicale variatie - onomasiologie
KAART: Lectale variatie - geografisch + taalstructurele variatie (symbolen)
• Paradigmatische variatie
Fonologie, morfologie, lexicologie, pragmatiek
• Syntagmatische variatie
Syntaxis
• Lexicale variatie
○ Semasiologie (vorm--> betekenis) Bank: financiële instelling/zitmeubel
○ Onomasiologie (betekenis--> vorm) Object dat in de woonkamer staat waarop je kunt zitten--> bank,
zetel
B Lectale variatie
1 Sociale variatie
• Etnolect, hiphoptaal
2 Geografische variatie
• Regiolecten, dialecten, natiolecten
• Dialectologie/areaaltaalkunde
3 Individuele variatie
• Bart Peeters (idiolect)
4 Diachrone variatie
• Diachrone taalkunde (doorheen de tijd)
<--> synchroon (2022)
C Standaardtaal
1, Prescriptie (expliciete normen)
2, Codificatie (woordenboeken, grammatica's)
3, Scholen
4, Gedragslijn (sanctie)
5, SECUNDAIRE RELATIES
1.2 Verspreiding en juridische status
• Belgische grondwet
• Decreet 1973 NL i.p.v. Vlaams
1, Historisch: aansluiting verleden (Gouden Eeuw)
2, Demografisch (VL te zwak t.o.v. FR)
3, Puristisch (VL vervuild t.o.v. FR (leenwoorden))
4, Pragmatisch (gemak: standaardtaal noorden)
• Nederlands als bn= ambigu
A1NE Page 1
,A Samenwerking VL-NL taal/literatuur/cultuur
a. Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
b. Nederlandse Taalunie 1980 (Suriname=2004)
▪ Woordenlijst der Nederlandse Taal (Groene Boekje)
▪ Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS)
A1NE Page 2
, 2 Normen, taalnormen en variatie
zondag 2 oktober 2022 20:11
2.1 Normen< sociale norm< taalnorm < standaardtaalnorm
• Grenzen van het Nederlands aangeven
• Erwartenserwartungen: verwachtingen hebben over de verwachtingen van anderen
• Taalnormen: endogeen/impliciet= primaire socialisatie
• Standaardtaalnormen: exogeen/expliciet= secundaire socialisatie
○ Spraakmakende taalgemeenschap
○ Taalplanning
• Dwingend vs. zwak (non-verbaal)
• Bestraffing= cruciaal !
• ALLE taalvariëteiten
A Belang
• Praktische (cognitieve functie)
○ Communicatie mogelijk
• Symbolische (affectieve functie)
○ Eenheid en verbondenheid
• Conatief belang: GEDRAG
B Hoogste communicatienorm < Algemene standaardtaalnormen
< specifieke taalnormen
Hoogste communicatienorm
• Druk je zo uit dat je gesprekspartner je begrijpt
• Interpreteer een boodschap die zo goed mogelijk overeenkomt met wat bedoeld
wordt
Communicatieve competentie
• Zwak en specifiek
• Productnormen
○ Grammatica, spelling, uitspraak
• Productienormen
○ Semantisch
▪ Accuraatheid: betekenis
○ Pragmatisch
▪ Adequaatheid: omstandigheden (zwarte piet)
C Algemene standaardtaalnormen
• Conflict kan
• Historische norm
○ Etymologie
• Autoriteitsnorm
○ Ruud Hendrickx
○ Van Daele
○ Leerkracht
• Logische norm
○ De reizigers worden / wordt verzocht uit te stappen?
○ preventieve voorzorg; koperen ijzerdraad; ik heb nooit geen geluk
• Statistische norm
○ Gebruik ‘afzuigkap’, want de meerderheid van de taalgemeenschap gebruikt dat
woord
A1NE Page 3
dinsdag 26 juli 2022 11:28
1.1 Variationele structuur
• Taalvariatie= taalvarianten + taalvariëteiten
• Taalvarianten= specifiek talig fenomeen waarin variatie zit (r klank)
• Attitude= houding tegenover taalvariëteit (sociale invloed + individuele invloed)
• Taalvariëteit= lect : verzameling taalvarianten die gelinkt is aan een specifieke groep
• Standaardtaal, dialect, regiolect, sociolect, vakjargon
Oneconomisch
Communicatiemiddel + sociale identiteit (verbondenheid + afzetten)--> Contrastive self identification
A Taalstructurele variatie
LEGENDE: Taalstructurele variatie - lexicale variatie - onomasiologie
KAART: Lectale variatie - geografisch + taalstructurele variatie (symbolen)
• Paradigmatische variatie
Fonologie, morfologie, lexicologie, pragmatiek
• Syntagmatische variatie
Syntaxis
• Lexicale variatie
○ Semasiologie (vorm--> betekenis) Bank: financiële instelling/zitmeubel
○ Onomasiologie (betekenis--> vorm) Object dat in de woonkamer staat waarop je kunt zitten--> bank,
zetel
B Lectale variatie
1 Sociale variatie
• Etnolect, hiphoptaal
2 Geografische variatie
• Regiolecten, dialecten, natiolecten
• Dialectologie/areaaltaalkunde
3 Individuele variatie
• Bart Peeters (idiolect)
4 Diachrone variatie
• Diachrone taalkunde (doorheen de tijd)
<--> synchroon (2022)
C Standaardtaal
1, Prescriptie (expliciete normen)
2, Codificatie (woordenboeken, grammatica's)
3, Scholen
4, Gedragslijn (sanctie)
5, SECUNDAIRE RELATIES
1.2 Verspreiding en juridische status
• Belgische grondwet
• Decreet 1973 NL i.p.v. Vlaams
1, Historisch: aansluiting verleden (Gouden Eeuw)
2, Demografisch (VL te zwak t.o.v. FR)
3, Puristisch (VL vervuild t.o.v. FR (leenwoorden))
4, Pragmatisch (gemak: standaardtaal noorden)
• Nederlands als bn= ambigu
A1NE Page 1
,A Samenwerking VL-NL taal/literatuur/cultuur
a. Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
b. Nederlandse Taalunie 1980 (Suriname=2004)
▪ Woordenlijst der Nederlandse Taal (Groene Boekje)
▪ Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS)
A1NE Page 2
, 2 Normen, taalnormen en variatie
zondag 2 oktober 2022 20:11
2.1 Normen< sociale norm< taalnorm < standaardtaalnorm
• Grenzen van het Nederlands aangeven
• Erwartenserwartungen: verwachtingen hebben over de verwachtingen van anderen
• Taalnormen: endogeen/impliciet= primaire socialisatie
• Standaardtaalnormen: exogeen/expliciet= secundaire socialisatie
○ Spraakmakende taalgemeenschap
○ Taalplanning
• Dwingend vs. zwak (non-verbaal)
• Bestraffing= cruciaal !
• ALLE taalvariëteiten
A Belang
• Praktische (cognitieve functie)
○ Communicatie mogelijk
• Symbolische (affectieve functie)
○ Eenheid en verbondenheid
• Conatief belang: GEDRAG
B Hoogste communicatienorm < Algemene standaardtaalnormen
< specifieke taalnormen
Hoogste communicatienorm
• Druk je zo uit dat je gesprekspartner je begrijpt
• Interpreteer een boodschap die zo goed mogelijk overeenkomt met wat bedoeld
wordt
Communicatieve competentie
• Zwak en specifiek
• Productnormen
○ Grammatica, spelling, uitspraak
• Productienormen
○ Semantisch
▪ Accuraatheid: betekenis
○ Pragmatisch
▪ Adequaatheid: omstandigheden (zwarte piet)
C Algemene standaardtaalnormen
• Conflict kan
• Historische norm
○ Etymologie
• Autoriteitsnorm
○ Ruud Hendrickx
○ Van Daele
○ Leerkracht
• Logische norm
○ De reizigers worden / wordt verzocht uit te stappen?
○ preventieve voorzorg; koperen ijzerdraad; ik heb nooit geen geluk
• Statistische norm
○ Gebruik ‘afzuigkap’, want de meerderheid van de taalgemeenschap gebruikt dat
woord
A1NE Page 3