32
H3: Sociale bijstand
Sociaal zekerheidsrecht is: Het stelsel van wetten en maatregelen dat ervoor zorgt dat
mensen ten tijde van arbeidsongeschiktheid, ziekte, pensioen of werkloosheid toch een
inkomen hebben.
Geef het onderscheid tussen sociale zekerheid en sociale bijstand + voorbeeld.
Sociale zekerheid: is een soort verzekering dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te
garanderen voor personen en gezinnen, die tijdelijk of blijvend, niet in staat worden geacht
om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien.
– Moet je zelf voorbijgedragen (gewerkt) hebben om dit te krijgen.
– Eerste vangnet
Bijvoorbeeld bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongevallen
Sociale bijstand: bijdrage is onafhankelijk, je hebt hier pas recht op als je te weinig of geen
sociale zekerheid hebt.
Bijvoorbeeld leefloon, Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
– Residuair stelsel ‘rest categorie’ hier heb je pas recht op als je geen recht hebt op
sociale zekerheid.
Je hebt er pas recht op als je te weinig rechten hebt op sociale zekerheid. Het geldt voor
eenieder die niet door de sociale zekerheid is gedekt. Elke burger, ongeacht het statuut,
kan terecht bij de sociale bijstand als hij niet terechtkan in de klassieke sociale zekerheid
– Onafhankelijk van bijdragen azielzoeker positief > direct leefloon na erkenning
(nadat je een brief krijgt dat je bent erkent)
– Enkel voor diegene die er het meest nood aan hebben: wél afhankelijk van
bestaansmiddelen Bestaansmiddelen kunnen zijn: beroepsinkomsten, onroerende
goederen, afstand van goederen, kapitalen.
, 33
De voorwaarden, inhouden en wijzen van in rekening brengen van bestaansmiddelen van de
maatschappelijke integratie.
Maatschappelijke integratie:
– Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie
– OCMW’s moeten dit verzekeren (OCMW federale bevoegdheid)
Algemene voorwaarden voor maatschappelijke integratie te krijgen:
Werkelijke verblijfplaats: België
Leeftijd: meerderjarigheid
Nationaliteit
– Belg
– Uitzonderingen
• EU-burger of familielid met langdurig verblijf
• Vreemdeling ingeschreven in bevolkingsregister
• Staatlozen
• Vluchteling of subsidiair beschermde
Onvoldoende bestaansmiddelen: cliënt moet volledige inzage in zijn financiële
geschiedenis geven
Werkbereidheid
– Tenzij onmogelijk obv gezondheids- of billijkheidsredenen
– Nagegaan adhv sociaal onderzoek
3 mogelijke vormen van maatschappelijke integratie:
1. Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
2. Tewerkstelling
3. Leefloon
Prestaties (wat houdt dit in?):
1. Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
– Samenwerking tussen betrokkene en OCMW met wederzijdse verbintenissen
– Gericht op inschakeling in beroepsleven of integratie in samenleving
– Soms verplicht, in andere gevallen facultatief
2. Tewerkstelling
– OCMW is zelf WG
– OCMW zoekt WG
– => betrokkene voldoet na verloop van tijd aan toelaatbaarheidsvoorwaarden
voor werkloosheid
– Tewerkstelling moet aangepast zijn aan persoonlijkheid betrokkene
H3: Sociale bijstand
Sociaal zekerheidsrecht is: Het stelsel van wetten en maatregelen dat ervoor zorgt dat
mensen ten tijde van arbeidsongeschiktheid, ziekte, pensioen of werkloosheid toch een
inkomen hebben.
Geef het onderscheid tussen sociale zekerheid en sociale bijstand + voorbeeld.
Sociale zekerheid: is een soort verzekering dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te
garanderen voor personen en gezinnen, die tijdelijk of blijvend, niet in staat worden geacht
om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien.
– Moet je zelf voorbijgedragen (gewerkt) hebben om dit te krijgen.
– Eerste vangnet
Bijvoorbeeld bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongevallen
Sociale bijstand: bijdrage is onafhankelijk, je hebt hier pas recht op als je te weinig of geen
sociale zekerheid hebt.
Bijvoorbeeld leefloon, Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
– Residuair stelsel ‘rest categorie’ hier heb je pas recht op als je geen recht hebt op
sociale zekerheid.
Je hebt er pas recht op als je te weinig rechten hebt op sociale zekerheid. Het geldt voor
eenieder die niet door de sociale zekerheid is gedekt. Elke burger, ongeacht het statuut,
kan terecht bij de sociale bijstand als hij niet terechtkan in de klassieke sociale zekerheid
– Onafhankelijk van bijdragen azielzoeker positief > direct leefloon na erkenning
(nadat je een brief krijgt dat je bent erkent)
– Enkel voor diegene die er het meest nood aan hebben: wél afhankelijk van
bestaansmiddelen Bestaansmiddelen kunnen zijn: beroepsinkomsten, onroerende
goederen, afstand van goederen, kapitalen.
, 33
De voorwaarden, inhouden en wijzen van in rekening brengen van bestaansmiddelen van de
maatschappelijke integratie.
Maatschappelijke integratie:
– Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie
– OCMW’s moeten dit verzekeren (OCMW federale bevoegdheid)
Algemene voorwaarden voor maatschappelijke integratie te krijgen:
Werkelijke verblijfplaats: België
Leeftijd: meerderjarigheid
Nationaliteit
– Belg
– Uitzonderingen
• EU-burger of familielid met langdurig verblijf
• Vreemdeling ingeschreven in bevolkingsregister
• Staatlozen
• Vluchteling of subsidiair beschermde
Onvoldoende bestaansmiddelen: cliënt moet volledige inzage in zijn financiële
geschiedenis geven
Werkbereidheid
– Tenzij onmogelijk obv gezondheids- of billijkheidsredenen
– Nagegaan adhv sociaal onderzoek
3 mogelijke vormen van maatschappelijke integratie:
1. Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
2. Tewerkstelling
3. Leefloon
Prestaties (wat houdt dit in?):
1. Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI)
– Samenwerking tussen betrokkene en OCMW met wederzijdse verbintenissen
– Gericht op inschakeling in beroepsleven of integratie in samenleving
– Soms verplicht, in andere gevallen facultatief
2. Tewerkstelling
– OCMW is zelf WG
– OCMW zoekt WG
– => betrokkene voldoet na verloop van tijd aan toelaatbaarheidsvoorwaarden
voor werkloosheid
– Tewerkstelling moet aangepast zijn aan persoonlijkheid betrokkene
