Productietechniek samenvatting
Hoofdstuk 1:
Nanotechnologie: Draait om het vormgeven en fabriceren, evenals het
manipuleren, plaatsen en meten van producten op sub-100-nanometerschaal,
oftewel <0,0001 mm.
Microtechnologie: Draait om het vormgeven en fabriceren, evenals het
manipuleren, plaatsen en meten van producten op sub-100-micrometerschaal.
De Industriële revolutie begon rondom 1890. Dit gaf een boost aan de
productiviteit. Taylor was de 1e die alles opdeelde in kleine stapjes, volgens een
wetenschappelijke aanpak.
Als een bedrijf groter wordt, wordt de communicatie moeilijker. Product en
informatie zijn qua richting tegengesteld.
- Oervormen: van “vormloos” naar gevormd (bv. gieten).
- Omvormen: van de ene vorm naar de andere (bv. buigen)
- Scheiden/afnemen: bv. zagen of chemisch behandelen.
- Verbinden: bv. schroeven, lijmen, lassen.
- Veranderen van materiaaleigenschappen: bv. Gloeien.
- Opbrengen van lagen: bv. verven of lakken.
Grenzen aan de toepasbaarheid:
- Ontstaan van extreme thermische of mechanische belasting
- Ongewenste vervorming/breuk
- Beperkingen in mogelijkheden gereedschap (vermogen, stijfheid)
Keuzecriteria:
- Technische begrenzingen
- Kosten
- Flexibiliteit
- Kwaliteit
- Milieueffecten
- Seriegrootte
Totaalserie: Orde van grootte van het totale aantal stuks dat van een model
wordt geproduceerd.
,Productlevenscyclus: Tijdsduur waarin een product met succes kan worden
verkocht.
Ontwikkelingstijd: Tijdsduur van het ontwikkeltraject tot een productierijp
ontwerp.
Poedermetallurgie: Het verwerken van metalen of metaallegeringen.
Hoofdstuk 2:
Eigenschappen van materialen:
- Mechanische eigenschappen (sterkte)
- Fysische eigenschappen (geleiding)
- Chemische eigenschappen (corrosie)
, - Eenkristallen, opgebouwd uit eenheidscellen
- Anisotroop (de materiaaleigenschappen zijn niet in alle richtingen gelijk)
Metaal bestaat uit heel veel kleine kristalletjes. De kristalgrenzen sluiten niet
netjes op elkaar aan en de oriëntatie van de kristalletjes zijn willekeurig.
Materiaal gedraagt zich isotroop (eigenschappen zijn in alle richtingen gelijk).
Legering: Mengsel van meerdere metalen. Hiermee kunnen doelbewust de
eigenschappen worden aangepast.
Hardheid is ook een eigenschap van een metaal, dat is een maat voor de
weerstand tegen blijvende vervorming. Ductiliteit is een maat voor hoeveelheid
vervorming die een materiaal kan ondergaan totdat de samenhang verloren
gaat.
Het effect van versteviging is dat de vloeigrens toeneemt, het materiaal kan dan
hogere spanning aan zonder dat het vervormt en de ductiliteit neemt af wat
betekent dat het materiaal minder vervorming aankan zonder dat de samenhang
verloren gaat.
Invloed factoren plastisch gedrag:
- Temperatuur, materiaal op hoge temperatuur kan meer rek aan en
vervormt makkelijker.
- Reksnelheid: kauwgomproef
- Kristalgrootte: een geringe kristalgrootte leidt doorgaans tot een hogere
vloeigrens (fijne kristallen)
- Oriëntatie: splijten van hout
- Spanningstoestand, de verhoudingen tussen de spanningen in drie
richtingen.
Hoofdstuk 1:
Nanotechnologie: Draait om het vormgeven en fabriceren, evenals het
manipuleren, plaatsen en meten van producten op sub-100-nanometerschaal,
oftewel <0,0001 mm.
Microtechnologie: Draait om het vormgeven en fabriceren, evenals het
manipuleren, plaatsen en meten van producten op sub-100-micrometerschaal.
De Industriële revolutie begon rondom 1890. Dit gaf een boost aan de
productiviteit. Taylor was de 1e die alles opdeelde in kleine stapjes, volgens een
wetenschappelijke aanpak.
Als een bedrijf groter wordt, wordt de communicatie moeilijker. Product en
informatie zijn qua richting tegengesteld.
- Oervormen: van “vormloos” naar gevormd (bv. gieten).
- Omvormen: van de ene vorm naar de andere (bv. buigen)
- Scheiden/afnemen: bv. zagen of chemisch behandelen.
- Verbinden: bv. schroeven, lijmen, lassen.
- Veranderen van materiaaleigenschappen: bv. Gloeien.
- Opbrengen van lagen: bv. verven of lakken.
Grenzen aan de toepasbaarheid:
- Ontstaan van extreme thermische of mechanische belasting
- Ongewenste vervorming/breuk
- Beperkingen in mogelijkheden gereedschap (vermogen, stijfheid)
Keuzecriteria:
- Technische begrenzingen
- Kosten
- Flexibiliteit
- Kwaliteit
- Milieueffecten
- Seriegrootte
Totaalserie: Orde van grootte van het totale aantal stuks dat van een model
wordt geproduceerd.
,Productlevenscyclus: Tijdsduur waarin een product met succes kan worden
verkocht.
Ontwikkelingstijd: Tijdsduur van het ontwikkeltraject tot een productierijp
ontwerp.
Poedermetallurgie: Het verwerken van metalen of metaallegeringen.
Hoofdstuk 2:
Eigenschappen van materialen:
- Mechanische eigenschappen (sterkte)
- Fysische eigenschappen (geleiding)
- Chemische eigenschappen (corrosie)
, - Eenkristallen, opgebouwd uit eenheidscellen
- Anisotroop (de materiaaleigenschappen zijn niet in alle richtingen gelijk)
Metaal bestaat uit heel veel kleine kristalletjes. De kristalgrenzen sluiten niet
netjes op elkaar aan en de oriëntatie van de kristalletjes zijn willekeurig.
Materiaal gedraagt zich isotroop (eigenschappen zijn in alle richtingen gelijk).
Legering: Mengsel van meerdere metalen. Hiermee kunnen doelbewust de
eigenschappen worden aangepast.
Hardheid is ook een eigenschap van een metaal, dat is een maat voor de
weerstand tegen blijvende vervorming. Ductiliteit is een maat voor hoeveelheid
vervorming die een materiaal kan ondergaan totdat de samenhang verloren
gaat.
Het effect van versteviging is dat de vloeigrens toeneemt, het materiaal kan dan
hogere spanning aan zonder dat het vervormt en de ductiliteit neemt af wat
betekent dat het materiaal minder vervorming aankan zonder dat de samenhang
verloren gaat.
Invloed factoren plastisch gedrag:
- Temperatuur, materiaal op hoge temperatuur kan meer rek aan en
vervormt makkelijker.
- Reksnelheid: kauwgomproef
- Kristalgrootte: een geringe kristalgrootte leidt doorgaans tot een hogere
vloeigrens (fijne kristallen)
- Oriëntatie: splijten van hout
- Spanningstoestand, de verhoudingen tussen de spanningen in drie
richtingen.